Marknesse
De uit 1132 daterende bezittingenlijst van het Staverse klooster St. Odulf, waar in MARKNESSE, gespeld als Marcnesse, voor het eerst genoemd wordt en waaraan men de naam van het dorp ontleend heeft, is een vervalsing uit de tweede helft van de dertiende eeuw.
De precieze ligging van Marknesse is onbekend; de kronieken spreken van ‘omtrent Urk en Schokland’. Dat met Marcnesse Marken bedoeld zou zijn, zoals ook wel is beweerd, wordt hierdoor minder waarschijnlijk.
De naam bestaat uit twee delen: mark en nesse.
Mark heeft als oorspronkelijke betekenis ‘grens, grensgebied’. Daarvan zijn de overige betekenismogelijkheden afgeleid: ‘water langs de grens, dan wel in het algemeen water’, ‘onverdeeld bezit, eventueel met inbegrip van de beherende organisatie’ of een deel van een persoonsnaam, bij voorbeeld de germaanse naam Markward ‘beschermer van de mark’.
Voor dat laatste valt wel wat te zeggen, omdat namen met -nes vaker een persoonsnaam als eerste deel hebben.
Omdat we nagenoeg niets weten van het oude Marcnesse valt ook moeilijk met zekerheid te zeggen welke betekenis mark hier gehad heeft.
Voor nesse is dat gemakkelijker; dat gaat terug op het germaanse nasja, met als betekenis ‘landtong’ (letterlijk: ‘neus’) en als afgeleide betekenis: ‘buitendijks land, laag of moerassig land’. Nes in de elementaire vorm komt in Nederland een aantal malen voor, waarvan de naam van het Amelandse dorp wel de bekendste is. In samenstellingen, zoals Marknesse, verschijnt het nog vaker, in diverse gedaanten, zoals Bolnes, Pernis en Bruinisse.
Tot de tientallen plaats- en veldnamen met mark behoren onder andere Marken (ook in de Zuiderzee!) en Markelo.
Historische luchtfoto’s Marknesse
Bovenstaande foto’s staan op de website van het Nationaal Archief (link) en maken deel uit van de ‘Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen’. Auteursrechthebbende is veelal Aviodrome Luchtfotografie Lelystad. De fotograaf is veelal KLM Aerocarto. De foto’s worden hier ’embedded’ getoond maar staan op bovengenoemde website, alwaar ze in een veel betere resolutie te bekijken zijn en bij AVIODROME Luchtfotografie Lelystad voor een klein bedrag te bestellen zijn
“Vlagiaat” Biddinghuizen versus Marknesse
De in 2006 nieuw gekozen vlag van Biddinghuizen was meteen omstreden. Het afgebeelde logo leek namelijk als twee druppels water op het logo van de vlag van Marknesse.
Volgens Dorpsbelang Biddinghuizen bestond hun beeldkenmerk al bijna net zolang als hun dorp. Als bewijs daarvoor hebben ze een 35 jaar oude ansichtkaart. Maar Alie Nijdam, voormalig lid van dorpsbelang Marknesse is in het bezit van een nog ouder krantenknipsel waar het logo al als wapen van Marknesse is afgebeeld.
Het bestuur van dorpsbelang Biddinghuizen was overdonderd door de ontdekking en heeft Ina Tolsma gevraagd een nieuwe vlag te ontworpen.
De basis van de vlag die Tolsma maakte, staat nog altijd overeind. De vlag met de kleuren blauw (lucht en water, groen (provincie) en rood (tulpenvelden en de avondzon boven het Veluwemeer) bevat ook een ijsvogel, een vogelsoort die regelmatig te zien is rond het dorp.
Muntje
Het wapen op het muntje van het Nieuwe Land is het beeldlogo van de krant en beeld de winning van het nieuwe land uit het water uit. De krant kon het beeldrecht van het logo echter niet als merklogo vastleggen, omdat het door de krant gebruikte logo-wapen al in gebruik was door Marknesse en dateert al van 1959.
In 1983 is voor het eerst de dorpsvlag met het wapen in Marknesse gehesen.
Dus eerder dan de ruzie in 2006 met Biddinghuizen.
Weevers Marknesse
Een bedrijf met de roots in Marknesse.
Een prachtig naslagwerk is :
Kunst in Marknesse
Cultuur in Marknesse
Kerken in Marknesse
Straten en wegen
Naar Marknesse genoemd zijn de MARKNESSERWEG, de MARKNESSERVAART, de MARKNESSERSLUIS, de MARKNESSERTOCHT en de
MARKNESSERBRUG in Emmeloord.
Uitgangspunt voor de naamgeving van Marknesse is de ligging van het dorp tussen de twee polderafdelingen met een verschillend waterpeil geweest. Het meest kenmerkende punt is dan ook de sluis, waamaar de straat SLUIS genoemd is. Het verschil in waterpeil komt tot uiting in de namen LAGE SLUISWAL, LAAGZIJDE, HOGE SLUISWAL en HOOGZIJDE. Het onverbogen bijvoeglijk naamwoord in Hoogzijde en Lciagzijde lijken een germanisme, maar ook in het Nederlands zijn juist in straatnamen dergelijke constructies niet ongebruikelijk.
De brede straat tussen Hoogzijde en Laagzijde heet BREESTRAAT. Aan de andere kant van de Hoogzijde loopt de oudste straat van Marknesse, de OUDEWEG. De KAMPWEG houdt de herinnering aan het arbeiderskamp levend.
De EMMELOORDSEWEG gaat in de richting van Emmeloord.
Parallel hieraan loopt de BOSLAAN, genoemd naar het bos van Marknesse.
De SCHAKEL is de schakel tussen Breestraat en Boslaan.
De GROENE ZOOM heet groen vanwege het laanachtige aanzien en zoom omdat het eertijds de noordelijke grens van het dorp was. Achter deze zoom gaat de Breestraat over in het NOORDEINDE en de Kampweg in het OOSTEINDE. Het WESTEINDE vormde het westelijke einde van het doip. Bij latere uitbreidingen zijn er nieuwe grenzen gekomen: NOORDZOOM, BOSZOOM en WESTERKIMME. Kimme is een ander woord voor ‘horizon’: ‘en aan de horizon leit Emmeloord’.
De straat tegenover Groene Zoom heet GRACHTWAL, naar de daarlangs lopende gracht. In eerste instantie had de Dorpsvereniging de naam Iepenwal voorgesteld, omdat de gracht ‘aan een kant een beplanting van iepen (heeft) welke volgens Staatsbosbeheer de enigste zijn die in een dorpskern zijn geplant. Wij zijn in het dorp blij met deze iepen en hebben de straat dan ook Iepenwal genoemd’ (brief van de Dorpsvereniging aan het Openbaar Lichaam, 7 november 1945). De landdrost kwam vervolgens de vreugde bederven: het hele noordelijke gedeelte van Marknesse wordt met iepen beplant, zodat de
specifieke motivering vervalt. Uit het nieuwe voorstel Grcichtswal verwijderde de landdrost de genitief-s. De Dorpsvereniging zal aan de gang van zaken wel gewend zijn geweest. Nergens in de polder zijn de wensen van de bevolking ten aanzien van de naamgeving zo frequent door de landdrost doorkruist als in Marknesse.
Omdat Marknesse te midden van een akkerbouwgebied ligt, viel er aan namen uit de akkerbouw niet te ontkomen.
Zo ontstonden LANGE VOOR, KORTE VOOR, OOSTERVOOR en WESTERVOOR.
Van twee straatnamen in het ‘oude’ Marknesse is de betekenis minder duidelijk dan van de hiervoor behandelde straatnamen: de G. LOKKENSTRAAT en de MAANHUIZENLAAN.
G. Lokken was de beheerder van een van de twee kampen in Marknesse. Het kamp bevond zich ter hoogte van deze straat. Maanhuizen was de naam die oorspronkelijk voor Marknesse was bedoeld. De naam komt van een oud buurtje aan de noordoostkant van Schokland. Door het voortdurende geweld van de zee zagen de bewoners zich gedwongen naar de meer zuidelijke gedeelten van het
eiland te verhuizen. Maanhuizen verdween in de golven en zelfs de naam is maar temauwernood aan de vergetelheid ontrukt. Naast Emmeloord en Ens had
Maanhuizen als plaatsnaam overigens zeker niet misstaan.
De meest noordelijke uitbreiding kreeg in 1964 de namen WARANDE (‘wandeldreef), MEIDOORNHOF, ROZENHOF en JASMIJNHOF. Het karakter van de nieuwbouw wordt onderstreept door de naam GROENESTRAAT. De naam CLEMATISSTRAAT is in 1973 aan deze straatnamen toegevoegd.
De PASTOOR WEIJSSTRAAT en de DS. BLEEKERSTRAAT zijn genoemd naar pastoor A.T.W. Weijs en ds. G.H. Bleeker, de eerste voorgangers van Marknesse en leidende figuren uit de opbouwtijd. Het KERKPAD loopt langs de plaats waar vroeger de N.H.-kerk stond en nu de R.K.-kerk staat. De DOKTER M. RIJKENHOF is genoemd naar de arts die in 1943 in het ziekenhuis van Emmeloord begon, en in 1945 naar Vollenhove verhuisde om vandaaruit zijn werkzaamheden in de Noordoostpolder te venichten. Na een periode in Nederlands-Indie als militair arts (1947-1949) vestigde hij zich in augustus
1949 als huisarts in Marknesse. Van 1951 tot 1955 was hij lid van de Poldercommissie.
De nieuwe straten op de oude sportvelden heten naar de paardensport: PARCOURS, BARRAGE en REMISE. De uitbreiding van het Marknesser industrieterrein, ten zuiden van de Marknesservaart, kreeg in 1984 de toepasselijke naam EXPANSIE.
Begin jaren negentig werd ook ten zuiden van de Zwolse Vaart gebouwd. Het gedeelte van de Leemringweg waar huizen komen, moet in verband met de
huisnummering een nieuwe naam krijgen. Die naam wordt WALCHERSELAAN, omdat aan de Leemringweg veel boeren hebben gewoond die van Walcheren afkomstig waren. De MARKEZIJDE is genoemd naar het verzorgingshuis Markehof, waar inmiddels veel van die boeren (en boerinnen) wonen.
De KAVELZOOM ontleent zijn naam aan de kavel, het deel van de polder dat tot een landbouwbedrijf behoort. Het deel zoom komt in Marknesse een aantal keren voor, maar hier is niet echt van een ‘zoom’ sprake.
Ook andere namen in deze wijk sluiten min of meer bij bestaande Marknesser straatnamen aan: ZUIDEINDE (naast Noordeinde, Westeinde en Oosteinde) en MIMOSAHOF (naast Meidoornhof, Rozenhof en Jasmijnhof). DE OOSTHOEK past in het rijtje met windrichtingnamen waartoe naast de al genoemde ook Noordzoom, Oostervoor, Westervoor en Westerkimme behoren.
DE ENK past in zekere zin bij Markezijde: zowel de enk als de marke kunnen gemeenschappelijke gronden aanduiden.
De FEIKE BRUINSMAWEG is genoemd naar een figuur uit de historie van Marknesse: F.J. Bruinsma was mede-oprichter en voorzitter, en later erelid van de Vereniging Dorpsbelang, en een van de initiatiefnemers tot het in 1992 uitgegeven boek 50 jaar Marknesse.
De overige namen in Marknesse-Zuid zijn wat minder typisch voor de plaats.
Ze zijn tot stand gekomen na een door de Dorpsvereniging uitgeschreven prijsvraag. De vereniging laat de uiteindelijke keuze vallen op waterplanten, omdat Marknesse-Zuid een waterrijke wijk wordt: WATERLELIE, RIETPLUIM, LISDODDE, DOTTERBLOEM, GENTIAAN, ZWANEBLOEM, FLUITEKRUID, KRABBESCHEER en OEVERKRUID. Geen originaliteitsprijs, al is het wel opvallend dat men in 1998 bewust kiest voor de dan verouderde spelling Fluitekruid, in plaats van de officiele spelling Fluitenkruid.
In Marknesse komen de Oosterringweg en de Leemringweg samen. Een zijweg van de eerste is de BAARLOSE WEG, evenals de BAARLOSE DWARSWEG en de BAARLOSE TOCHT genoemd naar het plaatsje Baarlo ten noorden van Blokzijl.
De KLEIWEG en de SLOEFWEG zijn zijwegen van de Leemringweg en net als deze genoemd naar de geologische afzettingen die in het betreffende gebied aan de oppervlakte komen. Klei, ook vernoemd in de KLEITOCHT, behoeft geen nadere toelichting; sloef daarentegen is onbekender.
De korrelgrootte van sloef ligt tussen zand en klei en het komt overal in de polder voor, vaak op
geringe diepte en in dikke lagen. Sloef is geen gemakkelijk te bewerken grondsoort, maar door het toepassen van diverse technieken konden de aanvankelijk vele problemen toch overwonnen worden.
Ter hoogte van de KLEEFTOCHT is veel kleef gebaggerd. Kleef is een vettige klei, doorgaans grijs of groen-grijs van kleur.
In de buurt van de BOMENWEG en de BOMENTOCHT zijn grote hoeveelheden boomresten aangetroffen.
De VOLLENHOVERWEG loopt naar Vollenhove. Oorspronkelijk had men voor die weg de naam Zwolsche Weg in gedachten, analoog aan de Zwolse (toen nog: Zwolsche) Vciart. Zwolsche Weg zou hier echter misleidend zijn: wie van- uit de polder naar Zwolle wil, zal dat meestal via de Kamperweg doen.
Een probleem was, dat er al een Vollenhovensche Weg bestond, voor de verbinding door de polder tussen Kadoelen en Blokzijl, langs het Vollenhoverkanaal.
Die weg is daarom naderhand omgedoopt in REPELWEG respectievelijk ETTENLANDSE WEG.
De Repelweg is genoemd naar de Repel, de vroegere toegangsgeul tot de haven van Vollenhove. Een repel is eigenlijk een lange, smalle zandbank. De Ettenlandse Weg ontleent zijn naam aan de in het oude land gelegen Ettenlandse kolk. Etten is ‘doen eten’, het ettenland is dus het land waar de boer de koeien laat grazen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld hooiland.
De VOORSTERWEG en de VOORSTERTOCHT lopen in de richting van de Voorst, ten zuiden van Vollenhove (zie ook onder Kraggenburg).
De noordelijke zijwegen van de Vollenhoverweg heten STEENWIJKERWEG en BLOKZIJLERWEG, genoemd naar de plaatsen waarheen ze leiden, al gaat ook de kortste route van Marknesse naar Blokzijl niet over de Blokzijler- maar over de Steenwijkerweg. De BLOKZIJLERTOCHT en de STEENWIJKERTOCHT lopen parallel aan de gelijknamige wegen.
Dwars op de Steenwijkerweg en de Blokzijlerweg staan de STEENWIJKERDWARSWEG respectievelijk de BLOKZIJLERDWARSWEG
Vanaf de Ettenlandse Weg loopt een weggetje naar het tenein voor dagrecreatie aan het Vollenhovermeer.
Op voorstel van een achtjarige inwoner van Marknesse kreeg deze weg in 1982 de naam VISWATERWEG.
Het VOLLENHOVERKANAAL is sinds de inpoldering de verbinding van Vollenhove en Blokzijl met het open water.
Het kanaal loopt van Blokzijl tot aan de Kadoelersluis, en gaat daarbij zowel door het VOLLENHOVERMEER (het zeegien) als het Kadoelermeer.
Het wegverkeer kruist dit kanaal ongeveer halverwege, over de VOLLENHOVERBRUG.
Plaats een reactie (naam E-mail en Site niet verplicht)
Meepraten?Draag gerust bij!