Elf nieuwe crashpalen voor markering vliegincidenten Tweede Wereldoorlog
Noordoostpolder krijgt elf nieuwe crashpalen, laat stichting Canon De Noordoostpolder weten. Deze palen markeren plekken waar in de Tweede Wereldoorlog vliegtuigongelukken en noodlandingen zijn geweest. De crashpalen komen te staan op plekken waarvan vorig jaar duidelijk werd dat ook daar in oorlogstijd een incident was gebeurd.
De elf nieuwe locaties kwamen aan het licht door onderzoek van Teunis Schuurman. De inmiddels overleden onderzoeker kwam erachter dat het Lancastervliegtuig JA702 niet in Marknesse maar in Tollebeek was neergestort. Vervolgens bleken nog eens vier crashpalen op de verkeerde plek te staan. In totaal zijn elf locaties in Noordoostpolder en één plek op Urk tot nu toe nog niet gemarkeerd, aldus Schuurman.
De gemeente Noordoostpolder en Canon De Noordoostpolder onderschrijven de conclusies van Schuurman. De Canon kreeg in februari vorig jaar het beheer over de crashpalen in de gemeente in handen. Tot dan toe was dat gegund aan Stichting Ongeland.
Canon kreeg beheer na frictie
Ongeland was het eens met de conclusie over toestel JA702, maar bleef moeite houden met de tekst op het bijbehorende informatiebordje. Zo gaf Ongeland aan dat er wel onderdelen van het vliegtuig in Marknesse terecht waren gekomen.
Omdat de verschillende partijen het niet eens konden worden, besloot de gemeente om de samenwerking met Ongeland te stoppen. Vervolgens werd het beheer aan de Canon gegund, wat Ongeland onbehoorlijk noemde. De Canon zette de komst van de elf nieuwe crashpalen in gang.
‘Crashpalen’ inmiddels op juiste plek
De gemeente Noordoostpolder heeft de nieuwe palen besteld en betaalt die ook, laat Egbert de Vos van Canon De Noordoostpolder weten. De crashpalen die op de verkeerde plek stonden zijn inmiddels naar de juiste locatie verplaatst.
Na de komst van de elf crashpalen gaat de Canon zelf aan de slag met infobordjes. Alle infobordjes aan de palen in Noordoostpolder worden langsgelopen en waar nodig aangepast.
Wanneer de elf nieuwe crashpalen worden geplaatst is nog niet duidelijk, aldus De Vos.
Zodra de informatie compleet en officieel gedeeld is, zal ook emmeloord.info deze informatie tonen.
Tot die tijd, en onder het motto: beter iets dan niets, toont emmeloord.info de info van St. Ongeland
Vindplaatsen vliegtuigwrakken en scheepswrakken
in de drooggevallen Noordoostpolder en Flevoland
Vliegtuigwrakkken Noordoostpolder
Wat betekenen die crashpalen met die rode scheepjes en vliegtuigen ?
Scheepswrakken
Wat nu de Noordoostpolder is, was vroeger de Zuiderzee. Toen in 1942 de polder drooggevallen was, vond men een groot aantal scheepswrakken op de voormalige Zuiderzeebodem. Veel van deze vindplaatsen zijn gemarkeerd met een paal met rood schip.
Vliegtuigwrakken
Het IJsselmeer en de net drooggevallen Noordoostpolder lagen op de route van geallieerde bommenwerpers die richting Berlijn vlogen. De geallieerden maakten handig gebruik van de afwezigheid van Duits luchtafweergeschut. Bovendien waren er goed zichtbare oriëntatiepunten, zoals de Afsluitdijk en de oude Zuiderzee-eilanden. Helemaal veilig was de route over het IJsselmeer nu ook weer niet; de Duitsers stuurden jachtvliegtuigen af op de Geallieerde eskaders. Bij de luchtgevechten die daarop volgden, raakten soms Geallieerde (en ook Duitse) vliegtuigen zo zwaar beschadigd dat zij in het IJsselmeer of de polder neerstortten. vliegtuigwrakken
Colofon – beter iets dan niets
Deze website emmeloord.info toont informatie van de inmiddels ontbonden Stichting Ongeland.
Na veel ruzie over vermeende onjuistheden heeft deze stichting in 2022 de handdoek in de ring gegooid en heeft Stichting Canon Noordoostpolder deze taak overgenomen.
Omdat op het internet nu weinig te vinden is over deze palen, toont emmeloord.info onder het motto ‘beter iets dan niets’ de informatie van de St. Ongeland.
De informatie over de gevonden scheepswrakken komt van de website ‘vergane schepen‘ en wordt hier met toestemming vertoont.
palen vliegtuigwrakken | |||
1 NOP | P-47D Thunderbolt 42-76372 | Hannie Schaftweg 8 | |
2 NOP | P-51B Mustang 43-12264 | Uiterdijkenweg 36 | |
3 NOP | Spitfire 9R-Z | Westermeerweg 51 | |
4 NOP (6.2) | B-24J Liberator 42-51495 | Noorderringweg 11 | |
5 NOP (6.1) | B-24J Liberator 42-73495 | Vliegtuigweg 19 | |
6 NOP | B-17G Flying Fortress 42-31189 | Onderduikerspad 2 | |
7 NOP (5.2) | B-17F Flying Fortress 42-37751 | Zuidermiddenweg 15 | |
8 NOP (5.1) | B-17G Flying Fortress 42-37950 | Vliegtuigweg 5 | |
9 NOP | B-17G Flying Fortress 42-39856 | Muntweg 6 | |
10 NOP | Wellington DX-X | Baarlooseweg 21 | |
11 NOP (3.3) | Lancaster GT-Z | Oosterringweg 5 Tollebekerweg 19 | |
12 NOP | Lancaster JO-D | Lindeweg 8 | |
13 NOP | Lancaster OF-B | Karel Doormanweg 56 | |
14 NOP | Piloot W.F Tudhope (Hampden B.Mk.l | Schokland | |
15 NOP | Messerschmitt Bf-109G=6 | Schokland | |
NOP | Whitley | Kleiweg |
Klik op de vliegtuigjes of scheepjes voor meer informatie :
Wrakkenpalen vernieuwd
De wijdverspreide blauw-witte wrakkenpalen met rode scheepjes zijn een vaste waarde in het landschap van Flevoland geworden. De palen, langs akkers of weilanden geplaatst, maken een deel van de geschiedenis van Flevoland zichtbaar. Toen de palen bijna 20 jaar geleden zijn neergezet, was het de bedoeling voor slechts voor enkele jaren. Maar ze bleven! Na al die jaren was de staat van veel palen slecht en daar heeft Landschapsbeheer iets aan gedaan.
Er is een nieuw robuust ontwerp gemaakt voor de scheepjes die daardoor langer meegaan.
vliegtuigwrakken in de polderbodem
bron: Flevoland.nl
Als antwoord op de luchtaanvallen op onder meer Rotterdam gaf de Britse regering de Royal Air Force (RAF) opdracht om Duitse steden te bombarderen. Vanaf januari 1943 kreeg de RAF hierbij de steun van de United States Air Force.
Bommenwerpers
Het IJsselmeer en de Noordoostpolder lagen op de route van Geallieerde bommenwerpers die richting Berlijn vlogen. De Geallieerden maakten handig gebruik van de afwezigheid van Duits luchtafweergeschut (Fliegerabwehrkanone of Flak) in dit gebied. Bovendien waren er goed zichtbare oriëntatiepunten, zoals de Afsluitdijk en de oude Zuiderzee-eilanden.
Neerstorten
Helemaal veilig was de route over het IJsselmeer nu ook weer niet; de Duitsers stuurden jachtvliegtuigen af op de Geallieerde eskaders. Bij de luchtgevechten die daarop volgden, raakten soms Geallieerde (en ook Duitse) vliegtuigen zo zwaar beschadigd dat zij in het IJsselmeer of de polder neerstortten.
Bemanning
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ongeveer 160 militaire vliegtuigen in het IJsselmeer gestort. Soms wisten bemanningsleden zich met parachutes te redden. Anderen kwamen bij de crash om het leven. Vaak werden de lichamen door vissers geborgen. Soms spoelden bemanningsleden ergens langs de IJsselmeerkust aan zonder dat ze konden worden geïdentificeerd. De gesneuvelden werden dan op lokale kerkhoven in een naamloos graf ter aarde besteld. Er waren ook bemanningsleden die met vliegtuig en al in het IJsselmeer stortten en naar de bodem zonken.
Apparatuur
Als Geallieerde vliegtuigen neerstortten in de Noordoostpolder probeerden verzetsmensen eventuele overlevenden te redden en kostbare zendapparatuur, wapens en munitie uit het toestel te verwijderen. Uiteraard probeerden de Duitsers dat te voorkomen.
Wrakken
De wrakdelen die in mei 1945 nog in de Noordoostpolder lagen, zijn door schroothandelaren verwijderd. Vliegtuigen die in het IJsselmeer waren gestort, werden in de eerste naoorlogse jaren incidenteel door Rijkswaterstaat geborgen, bijvoorbeeld na een melding van een visser die zijn netten aan een wrak had stuk getrokken.
Vondst
De berging van vliegtuigwrakken ging een nieuwe fase in na het droogvallen van Oostelijk Flevoland in 1957 en Zuidelijk Flevoland in 1968. Wrakken die jarenlang op de IJsselmeerbodem hadden gelegen, zagen weer het daglicht. Ook werden bij de aanleg van wegen of afwateringskanalen vliegtuigen gevonden die diep in de voormalige IJsselmeerbodem waren weggezakt.
Bergingen
Aanvankelijk werden wrakdelen en munitie eenvoudigweg opgeblazen. Vanaf 1960 was het beleid erop gericht de wrakken te bergen en eventuele lichaamsresten te identificeren. Deze taken werden uitgevoerd door de Bergingsdienst van het Depot Vliegtuig Materieel (DVM) van de Koninklijke Luchtmacht. In 1962 werd Gerrit Zwanenburg (1928-2016) bij dit werk betrokken, eerst als vrijwilliger maar vanaf 1967 als hoofd van de Bergingsdienst. Hij bekleedde deze functie tot 1987.
Lichting
Het werk in de IJsselmeerpolders plaatste Zwanenburg en zijn team voor bijzondere uitdagingen. De wrakken waren vaak moeilijk te bereiken doordat ze in zachte en drassige bodem lagen. Soms was het gebied begroeid met metershoog riet. De bergers begonnen, na het ontvangen van een melding, met het in kaart brengen van de precieze ligging van het wrak. Ze gebruikten hiervoor metaaldetectoren. Daarna werd het wrak voorzichtig uit de bodem gelicht. Voorkomen moest worden dat onderdelen die nuttig konden zijn voor de identificatie van vliegtuig en bemanning, verloren zouden gaan. Bovendien was de kans aanwezig dat zich in of bij het toestel nog onontplofte bommen bevonden. Zulke wapens moesten door de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) van de DVM onschadelijk worden gemaakt.
Gegevens
Iedere vliegtuigmotor was voorzien van een plaatje met een uniek nummer. Met dit nummer kon Zwanenburg het wrak identificeren. Daarna werden in militaire archieven logboeken en squadrongegevens opgevraagd. Aan de hand van zulke documenten kon worden vastgesteld of de bemanningsleden de crash hadden overleefd dan wel waren omgekomen of als vermist te boek stonden. Zulke gegevens waren vooral van belang als de Bergingsdienst in het vliegtuig stoffelijke resten had gevonden. Als men geluk had, werden bij de lichaamsresten identiteitsplaatjes aangetroffen. Zo niet, dan werden de lichaamsresten nader onderzocht. Via de Britse, West-Duitse of Amerikaanse ambassade werd medische informatie (bijvoorbeeld gebitsgegevens) opgevraagd van vermiste bemanningsleden. Zo konden de meeste gesneuvelden worden geïdentificeerd.
Erfgoed
In de jaren 1960-1987 heeft de Bergingsdienst in de IJsselmeerpolders 36 vliegtuigen geborgen. In zes Geallieerde en twee Duitse vliegtuigen werden lichaamsresten ontdekt. In het IJsselmeergebied worden nog steeds vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog gevonden. Sinds 2010 worden overblijfselen uit de oorlog bestempeld als erfgoed. Deze resten vallen sinds kort onder de Erfgoedwet (archeologische monumentenzorg).
Scheepswrakken snel verstopt.
Tientallen meldingen van scheepswrakken in de pas drooggevallen Noordoostpolder waren opeens weer snel verdwenen.
De landeigenaren hadden geen zin in het gedoe van archeologen.
De boeren en arbeiders verwijderde snel het wrak. Voor de archeologen was er al snel niets meer te vinden.
Dit is gebleken uit onderzoek van Yftinus van Popta.
De maritiem archeoloog Yftinus van Popta promoveerde eerder op het onderwerp: verdronken dorpen.