In Creil wonen ruim 1.700 inwoners. Het dorp is royaal opgezet in de ruimte die de gemeente Noordoostpolder van nature biedt. In het dorpscentrum vind je onder meer diverse winkels, een café restaurant, een dorpssupermarkt en de kerk.
—
Het dorp Creil was in de middeleeuwen, volgens een niet al te betrouwbare bron, een gehuchtje dat lag aan de rand van de Zuiderzee.
Het is in deze tijd ook ten onder gegaan. Er zou een bos, het Kreilerbos, zijn geweest. Dit Kreilerbos was waarschijnlijk niet een bos met hoge bomen maar een met struiken begroeid moeras.
De naam Creil en de naamgeving van de straten vindt zijn oorsprong in de tijd dat de Nederlanden onder Frankisch bestuur stonden.
Het Kreilerbos was indertijd eigendom van het adellijke Friese geslacht Galama.
Vooral Galo Iges Galama placht er rond het begin van de twaalfde eeuw regelmatig te jagen en dat zinde de Hollandse Graaf Floris II niet, die van mening was dat het bos aan Westfriesland toebehoorde en dus aan hem.
Had Galama gelijk?
Als het Kreilerbos aan Friesland toebehoorde, dan hadden de graven van Holland daar inderdaad weinig te zeggen, want Friesland behoorde niet aan de bisschop van Utrecht.
De strijdende partijen besloten het geschil aan de Hertog van Brabant voor te leggen.
Deze overleed echter korte tijd later zonder tot een oordeel te zijn gekomen.
Ook Graaf Floris II overleed aan de verwondingen die hij had opgelopen tijdens de tweekamp met Galama.
Na de dood van Graaf Floris schonk de Duitse Keizer Lotharius het gebied aan Holland.
Graaf Floris II nam tijdens een jacht van Galama’s dienaren in het Kreilerbos, hun jachtbuit en drie jachthonden in beslag.
Galama bezwoer wraak en er volgde een tweekamp tussen Graaf Floris en Galama.
Bovenstaande geschiedenis verklaart de namen, Galamalaan, Graaf Florislaan, Jachthondenstraat, Bisschopstraat, Hertogstraat, Lothariusstraat, Friesestraat, Hollandsestraat, Utrechtsestraat en Brabantsestraat.
De Iglo Tademastraat is vernoemd naar Iglo Tadema die een boerderij bezat in het Kreilerbos. Op 12 juli 808 liet hij een put graven op zijn erf, maar hoe diep men ook groef er kwam geen water.
Toen Tadema op de avond van de zestiende juli naar de nog altijd droge put liep, hoorde hij daaruit een vreselijke stem roepen:”Vlucht hier vandaan, vlucht hier vandaan!”
Toen hij in de put keek zag hij dat er water de put in stroomde. Dit water bleek echter zout water te zijn:
een voorspelling dat dit land nog eens zee zou worden.
Iglo Tadema stierf drie weken na dit voorval en werd in Staveren begraven.
Het Kreilerbos kreeg hierdoor de bijnaam het Woud van Ongenade. Hieraan dankt de Weg van Ongenade zijn naam.
Weg van Ongenade
Het dorp Creil was in de middeleeuwen een gehuchtje dat lag aan de rand van de Zuiderzee.
Er zou een bos, het Kreilerbos, zijn geweest.
Het Kreilerbos was indertijd eigendom van het adellijke Friese geslacht Galama.
Vooral Galo Iges Galama placht er rond het begin van de twaalfde eeuw regelmatig te jagen
Deze Iglo Tadema bezat een boerderij in het Kreilerbos. Op 12 juli 808 liet hij een put graven op zijn erf, maar hoe diep men ook groef er kwam geen water.
Toen Tadema op de avond van de zestiende juli naar de nog altijd droge put liep, hoorde hij daaruit een vreselijke stem roepen:”Vlucht hier vandaan, vlucht hier vandaan!”
Toen hij in de put keek zag hij dat er water de put in stroomde. Dit water bleek echter zout water te zijn: een voorspelling dat dit land nog eens zee zou worden.
Iglo Tadema stierf drie weken na dit voorval en werd in Staveren begraven.
Het Kreilerbos kreeg hierdoor de bijnaam het Woud van Ongenade. Hieraan dankt de Weg van Ongenade zijn naam.
Beroemde mensen uit Creil:
Ernst Kuipers werd in 1959 geboren in het Diaconessenhuis in Meppel en groeide op in Creil, Noordoostpolder, als oudste van vijf kinderen. Zijn vader was huisarts en zijn moeder runde de apotheek aan huis. Na het gymnasium in Emmeloord studeerde hij geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, liep zijn coschappen in het UMCG en deed vervolgens in de ziekenhuizen in Groningen en Deventer de opleiding tot internist.
Creil dorpskrant
Enige plaatjes Creil
Historische luchtfoto’s Creil
Bron:
Bovenstaande foto’s staan op de website van het Nationaal Archief (link) en maken deel uit van de ‘Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen’. Auteursrechthebbende is veelal Aviodrome Luchtfotografie Lelystad. De fotograaf is veelal KLM Aerocarto. De foto’s worden hier ’embeded’ getoond maar staan op bovengenoemde website, alwaar ze in een veel betere resolutie te bekijken zijn en bij AVIODROME Luchtfotografie Lelystad voor een klein bedrag te bestellen zijn.
Straten en wegen.
Naar Creil genoemd zijn het CREILERPAD, de CREILERVAART, de CREILERTOCHT en de CREILERDWARSTOCHT.
Het Kreilerbos was indertijd eigendom van het adellijke geslacht Galama.
Vooral Galo Iges Galama placht er rond het begin van de twaalfde eeuw regelmatig te jagen en dat zinde de Hollandse graaf Floris II, die van mening was dat het bos aan Westfriesland toebehoorde en dus aan hem en niet aan Galama, allerminst. Op een zekere dag confisqueerde hij dan ook tijdens de jacht van Galama’s dienaren de hele jachtbuit benevens drie jachthonden. Toen Galo Iges
dat hoorde zwoer hij dure wraak. Graaf Floris trok zich van het dreigement weinig aan en ging gewoon door met jagen. Met een aantal vrienden trok Galama toen naar het Kreilerbos, trof daar graaf Floris en eiste van hem een volledige schadevergoeding. Graaf Floris, in de vaste overtuiging verkerende dat Galama hem ondergeschikt was, had een dergelijke toon niet verwacht en zei dat ook, maar Galama antwoordde dat hij een vrije Fries was en dat het hem vrij stond zijn goed tegen de Hollanders te verdedigen. Vervolgens trok hij zijn zwaard, dat door de graaf maar half ontweken kon worden; het zwaard trof zijn rechterarm. Twee van Floris’ dienaren lieten het leven.
Had Galama gelijk? AIs het Kreilerbos aan Friesland toebehoorde, dan hadden de graven van Holland daar inderdaad weinig te zeggen, want Friesland behoorde niet aan hen maar aan de bisschop van Utrecht.
In ieder geval was het geschil met het duel niet uit de wereld; de strijdende partijen besloten het aan de hertog van Brabant voor te leggen. De hertog overleed evenwel korte tijd later, zonder de zaak tot een einde te kunnen brengen. Ook Graaf Floris heeft de tweekamp niet lang overleefd; mogelijk is door de verwonding aan zijn rechterarm koudvuur ingetreden.
Na de dood van Graaf Floris schonk de Duitse keizer Lotharius het gebied aan Holland.
De bovenstaande geschiedenis verklaart de namen GALAMALAAN, GRAAF FLORISLAAN, JACHTHONDENSTRAAT, BISSCHOPSTRAAT, HERTOGSTRAAT, LOTHARIUSSTRAAT, FRIESESTRAAT, HOLLANDSESTRAAT, UTRECHTSESTRAAT en BRABANTSESTRAAT. Later zijn daar nog DE MEUTE en de TOERNOOILAAN aan toegevoegd. Deze laatste naam doet op het eerste gezicht wat vreemd aan, omdat het tweegevecht moeilijk als een ’toemooi’ kan worden aangemerkt. Het is dan ook meer de overweging geweest, dat de straat in kwestie naar de sportvelden loopt, die in 1975 voor
deze naam heeft doen kiezen.
Oorspronkelijk heette De Meute ook Jachthondenstraat, maar door de bouw van bejaardenwoningen in 1976 moest voor dit gedeelte een nieuwe naam gekozen worden. De nieuwe naam sluit fraai aan op de oude, en wat minder direct dan de naam Jachthondenlacin, die de Dorpsvereniging oorspronkelijk in gedachten had.
Een zekere Iglo Tadema had een boerderij aan de noordzijde van het Kreilerbos. Op 12 juli 808 liet hij een put graven op zijn erf, maar hoe diep men ook groef, de put bleef zonder water.
Toen Tadema op de avond van de zestiende juli naar de nog altijd droge put liep, hoorde hij daaruit een vreselijke stem roepen: ‘ Vlucht hier vandaan, vlucht hier vandaan!’ Hij schrok, maar bleef staan en zag dat er water de put in stroomde. Dit water bleek, eenmaal opgehaald, zout te zijn: een voorspelling dat al dit land nog eens zee zou worden.
Iglo Tadema stierf drie weken na dit voorval en werd te Stavoren begraven. De IGLO TADEMASTRAAT dankt haar naam aan deze bewoner van het
Kreilerbos. Overigens was de naam oorspronkelijk gereserveerd voor de kade aan de Creilervaart. Deze straat werd evenwel door de bewoners steeds met ‘de loswal’ aangeduid, zodat de naam van Iglo Tadema in 1971 aan de nieuwe straat in het noorden gegeven kon worden. De loswal kreeg de naam BURGWAL. Daarmee bleef men in middeleeuwse sferen: een ‘burgwal’ is de wal om een burcht. Pas later werd het in sommige steden (waaronder Kampen) de naam van een stadsgracht of van de straat daarlangs.
De naam FLEVOLAAN verwijst niet naar een middeleeuwse, maar naar een meer recente gebeurtenis: de totstandkoming van de provincie Flevoland in 1986, het jaar waarin de Flevolaan werd aangelegd. De KIEKENDIEFSTRAAT, in het verlengde van de Flevolaan, ontleent haar naam aan de roofvogel die het logo van Flevoland geworden is. De BUIZERDSTRAAT is eveneens naar een roofvogel genoemd. Met de twee roofvogelnamen was Creil Tollebeek, waar men een hele roofvogelbuurt gepland had, te snel af: de Tollebeekse straat die nu Wespendief heet, zou oorspronkelijk Buizerd heten.
Met de naam KONING RADBOUDLAAN voor de straat ten zuiden van de Buizerdstraat keert Creil in 1995 weer terug naar de (vroege) Middeleeuwen.
Radboud (ca. 650-719) was koning der Friezen. Toen hij op het punt stond zich te laten dopen, informeerde hij nog even bij priester Wulfram waar zijn ongedoopte voorouders nu verbleven. Na diens antwoord: in de hel, realiseerde Radboud zich, dat hij als gedoopte ze na zijn dood niet terug zou zien. Op het laatste moment zag hij daarom maar af van de doop.
Na de gruwelijke gebeurtenis van Iglo Tadema zal het niemand verbazen dat het Kreilerbos ook wel het Woud van Ongenade werd genoemd. Aan deze bijnaam dankt de WEG VAN ONGENADE zijn naam. Aanvankelijk had de Wieringermeerdirectie, afdeling Noordoostpolder, die met de uitgifte van de boerderijen belast was, wel bezwaren: pachters zouden, bevreesd voor de vloek die op de oogst kon gaan rusten, zich niet op zo’n onheilspellend adres willen vestigen.
De KLUTENWEG is, evenals het KLUTENPAD, de KLUTENTOCHT en de KLUTENDWARSTOCHT genoemd naar de kluten die in de beginperiode hier veel voorkwamen.
Het VUURPAD leidt naar een hoek in de IJsselmeerdijk waar een vuurtoren staat. Het Vuurpad is, evenals de VUURTOCHT, naar die vuurtoren genoemd.
De hoek heet ROTTERDAMSE HOEK; op deze plaats is veel puin uit het door het bombardement verwoeste Rotterdam gestort.
In tegenstelling tot de meeste namen in de polder is deze niet van hogerhand afkomstig, maar door de polderwerkers bedacht en pas na verloop van tijd officieel geworden. Vanaf de Noordermeerweg loopt het NOORDERMEERPAD naar de Noordermeerdijk.
De naam ZUIDERMEERPAD voor het weggetje dat naar de Rotterdamse Hoek leidt is alleen verklaarbaar naast dat Noordermeerpad; het is immers de verbinding tussen Westermeerweg en Westermeerdijk
bron: Harrie Scholtmeijer. Namen in de Noordoostpolder
Plaats een reactie (naam E-mail en Site niet verplicht)
Meepraten?Draag gerust bij!