Ligging
Bant is gelegen aan de snelweg A6, tussen de plaatsen Emmeloord en Lemmer. De dorpskern ligt op ongeveer vijf kilometer van het Kuinderbos. Op oude kaarten is te zien dat de locatie van Bant in oorsprong was gepland op de kavel tussen de Creilervaart en de Noorderringweg op het zogeheten Kavel Tiesingha. Waarom hiervan is afgeweken is niet bekend. Op deze kavel heeft het voormalige arbeiderskamp Westvaart gelegen, genoemd naar het kanaal dat naar het westen liep, de huidige Creilervaart. Hier ligt bij de oude grasdrogerij ook nog een zwaaikom voor de scheepvaart.
Herkomst naam
Bant is genoemd naar het vroegere Bantega of Bant in Lemsterland, waarvan de landerijen zich ver naar het zuiden, dus tot in het huidige poldergebied, uitstrekten. Na de oorlog is Bantega ook de naam geworden van een dorp op het oude land, iets ten noorden van de polder. Bant zit ook in Suiftarbant, eertijds op de Veluwe, waarnaar Swifterbant is genoemd, in Teisterbant in Gelderland en in Brabant. De betekenis is ‘streek’, ‘gebied’. Daarnaast is er een ander woord bant met de betekenis ‘bentgras’, gras dat op vochtige zandgrond voorkomt. In die betekenis komt het voor in de Banten, een streek bij Siddeburen en, dichter bij huis, in Vollenhove. In het dialect van Vollenhove komt bente als soortnaam voor weiland voor. Met bent of bente zijn een aantal Vollenhoofse namen gevormd. In Lemsterland verschijnt Banterakkers als veldnaam.
Geschiedenis
In 1951 werd begonnen met de bouw van het dorp. Het kamp Westvaart is na de oorlog nog een NSB-kamp geweest. Het kamp was voorzien van wachttorens en bewakers met karabijnen. Er hebben diverse prominente NSB’ers gevangengezeten. Hr. Gunnink, een voormalig hoofd van de Meppeler ondergrondse, was er toen kampcommandant. Op enig moment is in dit kamp een proef opgezet die inhield dat de gevangenen een contract ondertekenden waarin ze verklaarden niet te zullen vluchten in ruil voor volledige vrijheid binnen het kamp. Ieder heeft toen getekend en er is ook nooit iemand gevlucht. Later is deze proef opgeheven, maar omdat ieder zich aan de afspraak had gehouden kreeg iedereen zijn vrijheid en mocht naar huis. De resterende tijd die men nog moest uitzitten moest men als gewoon arbeider uitdienen.
In 1998 werd een groot gedeelte van de film Abeltje in het dorp opgenomen. Zo was de voormalige hervormde kerk aan Het Midden decor voor het warenhuis.
In juni 2016 vierde Bant zijn 65-jarig bestaan.
Kunst en cultuur in Bant
Kunstwerken :
Cultuur en monumenten:
Een overzicht van zowel beeldende kunst in de openbare ruimte, herinnerings- of herdenkingsmonumenten en cultuurmonumenten in Bant .
Oude luchtfoto’s Bant
Bron:
Bovenstaande foto’s staan op de website van het Nationaal Archief (link) en maken deel uit van de ‘Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen’. Auteursrechthebbende is veelal Aviodrome Luchtfotografie Lelystad. De fotograaf is veelal KLM Aerocarto. De foto’s worden hier ’embeded’ getoond maar staan op bovengenoemde website, alwaar ze in een veel betere resolutie te bekijken zijn en bij AVIODROME Luchtfotografie Lelystad voor een klein bedrag te bestellen zijn.
De Banterweg
De Banterweg is ouder dan Bant en dus niet naar Bant maar naar het Lemsterlandse Bant genoemd. Bant is pas in tweede instantie aan het plan voor de polder toegevoegd. Deze toevoeging heeft onder meer consequenties voor de wegen rond Bant. Aanvankelijk heet de weg van Emmeloord naar Lemmer de Bumaweg.
Later wordt de weg van Emmeloord tot Bant Banterweg en van Bant tot Lemmer Lemsterweg. Deze benaming heeft weer tot gevolg dat de oude Lemsterweg een nieuwe naam moet krijgen en wordt voor Friese Weg gekozen. Later verandert in Rijksweg 50, nu A6. Van de oorspronkelijke benamingssystematiek is dan niets meer over. De naam Banterweg komt niet helemaal uit de lucht vallen. Aanvankelijk is het de naam voor de weg die nu Schoterpad heet. De Banterweg, ook wel N718 is een provinciale weg. De weg loopt, globaal gezien, noord zuid en is zes kilometer lang.
Hij wordt aangelegd in 1941. Eerst is er een pontje om de Creilervaart over te steken. In 1950 wordt de brug gerealiseerd. Het fietspad komt begin jaren zestig gereed. De brug moet worden verbreed. De boeren langs de Banterweg raken een strook land kwijt. Als compensatie krijgen zij de ijzeren hoekprofielen uit de brug waarmee de afscheiding fietspad en tuin wordt gemarkeerd.
Straten en wegen
Op grond van de naam Banterakkers in Lemsterland heeft men voor Bant straatnamen gekozen die met de akker samenhangen: NOORDAKKER, ZUIDAKKER, INSTEEK, KORTE OMGANG, LANGE OMGANG, NOORDWEND en ZUIDWEND. Een ‘wend’ is het eind van een akker, daar waar de boer de ploeg moet keren of wenden. Ook voor de meer recente uitbreiding werden namen uit de akkerbouw gekozen. De TWEESCHAAR, een straat die ook echt op de akker is gebouwd, herinnert aan de ploeg die hier zijn dubbele voren trok. De OOSTAKKER kreeg zijn naam in 1976. Drie jaar daarvoor had men nog de naam Dwarssteek laten vallen voor een naam die met de akkerbouw niets te maken heeft, DWARSSTRAAT. Net als de andere niet-akkernamen HET MIDDEN en BUITENOM geeft deze naam de ligging van de straat
ten opzichte van het dorpsplan aan. DE GEER had oorspronkelijk een ‘gerende’ (schuin toelopende) richting ten opzichte van de Lange Omgang.
Tot 1998 bestond De Geer uit twee gedeelten: de straat tussen Buitenom en Dwarsstraat, en het doodlopende zijstraatje van Het Midden. Aan dat laatste, doodlopende stukje van De Geer lag maar een woning, maar die bleek vaak onvindbaar: niemand vermoedde, dat ook dat straatje nog De Geer heette. Op verzoek van de bewoner werd het doodlopende De Geer gewijzigd in BOS-
HOEK, en en passant werd dit ook de naam voor het gedeelte van Het Midden waar de Boshoek op uitkomt. Na bijna een halve eeuw hadden deze straatdelen van Bant opgehouden De Geer respectievelijk Het Midden te zijn; voor de overige gedeelten bleven die straatnamen wel gehandhaafd.
De SPORTSINGEL loopt langs de sportvelden.
In 1987 kreeg de nieuwe weg op het industrieterrein langs de Oosterringweg de naam BANTERKADE. De verbinding tussen Banterkade en Oosterringweg werd vijf jaar later HET RISTER genoemd, een naam die weer duidelijk in de rij van Banter akkemamen past. Een ‘lister’ is het strijkbord van een ploeg, dat de aarde omkeert en in de voor weipt.
Ook de noordoostelijke uitbreiding van Bant kreeg in de jaren negentig namen die ontleend zijn aan werktuigen waarmee de akker bewerkt wordt: VOREN-PAKKER (‘werktuig dat de gekeerde ploegsneden aandrukt’), KOOIWIEL (‘kooiachtige constructie om de wielen van een tractor, om al te diep wegzakken te voorkomen’) en DE MARKEUR (‘grote hark die over het veld getrokken wordt en waarvan de tanden de afstand van de rijen aangeven waar gepootof geplant moet worden’). De verbinding tussen deze wijk en Tweeschaar krijgt bij die gelegenheid ook de naam Tweeschaar.
De BANTERWEG is ouder dan Bant, en dus ook niet daarnaar, maar naar het Lemsterlandse Bant genoemd. Bant, en ook Creil, Tollebeek en Kraggenburg
zijn pas in tweede instantie aan het plan voor de polder toegevoegd. Die toevoeging had onder meer consequenties voor de wegen rond Bant.
De oorspronkelijke naamgeving van de belangrijkste wegen en vaarten was bijzonder logisch van opzet. De drie hoofdvaarten heten naar de respectieve bestemmingen van het scheepvaartverkeer Lemster-, Urker- en Zwolse Vaart.
Naast deze vaarten liggen wegen die dezelfde namen droegen: Lemstenveg, Urkerweg en Zwolsche Weg – de laatste werd trouwens al snel omgedoopt in Vollenhoverweg. De namen van de wegen aan de overzijde van de vaarten ontbrak het al evenmin aan logica. De weg die naar Friesland leidde werd genoemd naar de Fries ir. A. Buma, oprichter en eerste voorzitter van de Zuiderzeevereniging, de weg die naar het westen gaat kreeg de naam van de Amsterdammer mr. G. Vissering, voorzitter van de Zuiderzeevereniging en ondervoorzitter van de Zuiderzeeraad, en de weg naar het oosten werd genoemd naar het Drentse Tweede-Kamerlid mr. H. Smeenge, onvermoeibaar propagandist voor de inpoldering. Dit toonbeeld van overzichtelijkheid heeft het niet lang volgehouden. De Visseringweg werd Karel Doormanweg, de Smeengeweg en de Bumaweg verloren hun naam bij de aanleg van Kraggenburg respectievelijk Bant. De Smeengeweg ging Leemringweg/Kraggenburgerweg heten, de Bumaweg werd
van Emmeloord tot Bant Banterweg en van Bant tot Lemmer Lemstenveg. Dat had weer tot gevolg dat de oude Lemsterweg een nieuwe naam moest krijgen,
en daarvoor koos men Friese Weg (inmiddels Rijksweg 50). Van de oorspronkelijke systematiek is dan niets meer over.
De naam Banterweg komt niet helemaal uit de lucht vallen: dat was de naam voor de weg die nu Schoterpad heet. De namen van Vissering, Buma en Smeenge leven voort in die van de gemalen die zich aan het eind van de Urker-, Lemster- en Zwolse Vaart bevinden; vlakbij de wegen die ooit naar hen genoemd waren.
De OOSTERRINGWEG, het oostelijke gedeelte van de ringweg door de polder, gaat te Bant over in het noordelijke gedeelte, de NOORDERRINGWEG.
Parallel aan de Noorderringweg lopen de POLENWEG en de POLENTOCHT. Ze zijn genoemd naar Lipowski, Sloma, Brillowski en Pufelski, Poolse soldaten in Duitse krijgsdienst, die contact onderhielden met de illegaliteit. Deze was daardoor op de hoogte van Duitse plannen om de polderdijk op te blazen. De algemeen verbreide opvatting, dat de Polen een aandeel hadden in het voorkomen daarvan, is later weersproken SCHOTERWEG, SCHOTERPAD en SCHOTERTOCHT heten naar het achterliggende Schoterland. Naar het Wellerzand bij Kuinre zijn de WELLER-ZANDWEG en de WELLERZANDTOCHT genoemd.
De brug waarmee de Oosterringweg over de Lemstervaart wordt geleid, heette Banterbrug. Heette, want het is maar de vraag of de huidige oeververbinding ook recht heeft op een naam. In de noordoostpolder hebben alleen de beweegbare bruggen een naam gekregen; de bruggen over de Emmeloorder gracht zijn een uitzondering, maar de namen daarvan zijn dan ook pas naderhand tot stand
gekomen. Bij de aanleg van Rijksweg 50 is de Banterbrug (en ook de Ruttense Brug) in het viaduct over die weg opgenomen. Zij verloor daarmee haar beweegbaarheid en daarmee dus eigenlijk het recht op haar naam. Weliswaar gebeurde dat nooit bij officieel besluit, maar het is niet aannemelijk dat deze brug, in status niet te onderscheiden van een brug over een tocht, in tegenstelling tot die tochtbruggen wel een naam zou hebben.