De waterhuishouding
De polder was droog in september 1942. Dit land geschikt maken voor bewoning en bebouwing bleek geen eenvoudige taak. Het bleef immers de bodem van de zee. Bij een flinke regenbui kon het water niet wegstromen, wat onmiddellijk leidde tot grote plassen water. Daarnaast sijpelde er voortdurend water door de dijken, het zogenaamde kwelwater. Onder deze omstandigheden was het onmogelijk om te bouwen of gewassen zoals aardappelen te verbouwen.
Draineren was de oplossing.
In de lage, net drooggevallen zeebodem zijn drie diepe hoofdvaarten uitgegraven:
- Vanuit Emmeloord naar Lemmer: de Lemstervaart (16 km)
- Vanuit Emmeloord richting Vollenhove: de Zwolsevaart (15 km)
- Vanuit Emmeloord naar Urk: de Urkervaart (13 km)
Daarnaast zijn er zijvaarten gegraven naar elk dorp. Vrijwel alle dorpen liggen direct aan zo’n zijvaart. Deze zijvaarten waren noodzakelijk voor het transport van graan en suikerbieten.
Toen begon de grootste uitdaging: het volledig draineren van de polder. De polder moest worden ontwaterd. Drainagebuizen werden ongeveer één meter diep in de grond ingegraven. Deze poreuze drainagebuizen voeren het water af via greppels, sloten en tochten naar de hoofdvaarten. Vervolgens transporteren de hoofdvaarten het water naar de gemalen, die het water uit de polder pompen.
De maximale afstand waarover het water via een drainagebuis kon worden afgevoerd, was 300 meter. Om deze reden is gekozen voor een kavelmaat van 300 meter breed. Met een lengte van 800 meter hebben de standaard kavels in de Noordoostpolder
een afmeting van 300 x 800 meter, oftewel 24 hectare.
De afstand tussen twee parallelle polderwegen bedraagt daardoor steeds 1600 meter.
Zie ook : kavels
De gehele polder is systematisch volledig doorkruist met dit buizennetwerk, met in totaal ongeveer 40.000 kilometer aan drainagebuizen. Een derde van die afstand is met de hand gegraven.
Het waren de oorlogsjaren, waardoor er een groot tekort was aan machines en brandstof. Aan mankracht was echter geen gebrek, evenals aan toewijding. Veel mensen werkten hier met enthousiasme, omdat zij op deze manier niet in de oorlogsindustrie van Duitsland hoefden te werken. Duizenden arbeiders werden ingezet voor het graven van sloten, tochten en drainage, evenals voor het zaaien en oogsten.
Gemalen
Noordoostpolder ligt gemiddeld vijf meter onder zeeniveau. (NAP)
Op verschillende manieren loopt deze ‘badkuip’ steeds vol.
Denk aan regen, kwelwater (water dat door de dijken de polder instroomt), maar ook water vanuit de bodem.
Om ervoor te zorgen dat de polder droog blijft, heeft Noordoostpolder 3 gemalen en rond Tollebeek een paar ondergemalen.
De drie gemalen dragen de naam van pleitbezorgers voor de drooglegging van de Zuiderzee.
- Buma (Lemmer)
- Smeenge (de Voorst)
- Vissering (Urk)
In Tollebeek bleef toch nog water staan. Het laagste punt dus. Een kuiltje in de platte polderbodem.
Dat hebben ze geweten tijdens de wateroverlast in 1998. Het water liep de drempel over.
Zelfs Koningin Beatrix kwam kijken.
Daarom zijn een paar ondergemalen geplaatst rond Tollebeek.
Grondwaterstand
Men wilde de grondwaterstand op 1,40 beneden het maaiveld houden. Dat is optimaal voor de boeren. Niet voor de natuur, maar in 1942 was dat nog geen issue.
De polder loopt echter een beetje af en dat is lastig. Daarom is de polder in meerdere afdelingen verdeeld.
En zo kan toch overal min-of-meer de – 1,40 m behaald worden.
Probleempjes
Er waren nog wel wat probleempjes op te lossen.
Het water van de IJssel en Het Zwarte water moeten kunnen uitstromen in het IJsselmeer. (via het Zwarte Meer en het Ketelmeer)
Maar bij stevige Noordwester storm stuwt het water in het IJsselmeer zo op, dat dit niet meer lukt.
Daarom is de Kadoelerkeersluis aangelegd en later de Balgstuw bij Ens.
Kunstwerken
In eerste instantie denk u dan waarschijnlijk aan de openbare kunstwerken die u in het park of midden op de rotonde ziet. Maar in de techniek zijn kunstwerken iets anders.
Een kunstwerk is een begrip in de civiele techniek, bouwkunde en de spoor-, weg- en waterbouw.
Onder de kunstwerken vallen doorgaans de constructies die noodzakelijk zijn om het eigenlijke doel te realiseren. Een wegverbinding over een rivier is alleen te realiseren door het leggen van een brug of het bouwen van een tunnel. De brug en de tunnel zijn in deze de kunstwerken.
Voor een waterschap zijn o.a. kunstwerken :
- Duikers
- Stuwen
- Coupures
- Inlaten en hevels
Stuw
In de Noordoostpolder werden twee hoofdpeilen ingericht – 5,70 NAP en – 4.50 NAP. Omdat de polder vanaf het oude land afloopt, werden diverse tussenpeilen gemaakt in de tochten. Om dit te bereiken werden (houten) stuwen geplaatst. Inmiddels gaat dit volledig geautomatiseerd.
Inlaat
Een inlaat geeft het Waterschap de mogelijkheid om ten allen tijde water binnen te laten.
Dat water stroomt van hoog naar laag, dus daar is geen pomp voor nodig. (hevel)
Het is een eenvoudig kunstwerk. Een machine die een schuif bedient.
De inlaat is bedoeld om watervraagstukken in het lage waterpand op te lossen en heeft weinig effect op het bovenstroomse deel (dit in tegenstelling tot een stuw).
Coupures
Soms ligt een dijk een beetje in de weg en zou je er met de auto eigenlijk gewoon doorheen willen kunnen rijden.
Vaak kan dit op sommige plaatsen ook prima en verantwoord, zolang het weer het maar toe laat.
Dus laten ze gewoon een stukje dijk open. Lekker spannend. Eng ? Nee hoor.
Als het hoog water wordt of met ander spannend weer, sluiten ze de doorgang alsnog af.
Aluminium schotbalken liggen standaard klaar naast de coupures. Bij hoog water takelt een kraan de balken in de openingen. Twee bovenop elkaar. De lengtes zijn afhankelijk van de openingen. Zo zijn er op Urk doorgangen van 3,72 meter, maar ook van 7,20 meter. Deze openingen zij bij de ‘oude’ Rabobank, twee bij de ‘oude’ SNS Bank en nog een bij de doorgang van de scheepswerf Balk. Meer info
Duikers
En soms ligt een weg in de weg en kan het water niet weg. Dus moet het water er onderdoor duiken.
Van de vele betonnen duikers die er indertijd zijn aangelegd, zijn er enkele nog in oorspronkelijke staat. In de Redetocht, onder de Schokkerringweg, ligt een bijzondere wegduiker uit 1950. Deze bakstenen duiker bestaat uit een dubbele rondboog met daarop aansluitend aflopende vleugelmuren. Achter de twee boogvormige openingen bevinden zich gemetselde togen: gewelven waarvan de dwarsdoorsnede een halfronde cirkel is. Zo’n gemetselde wegduiker met ronde toog komt ook nog voor in de Zwijnstocht bij de Zuiderringweg in Ens. Daarnaast is er een oorspronkelijke gemetselde duiker in de Schotertocht die nu wordt gebruikt als faunapassage. Deze duiker is vanaf de weg goed zichtbaar.
Waterschap
Wij burgers worden ‘geregeerd’ door 4 overheden.
- De rijksoverheid
- de provincie
- de gemeente
- het waterschap
Een waterschap heeft net zoals een gemeente een democratisch gekozen bestuur.
Eens in de vier jaar kiezen we een nieuw waterschapsbestuur.
- Dagelijks bestuur
- Dijkgraaf (vergelijkbaar met een burgemeester)
- Heemraden (vergelijkbaar met wethouders)
- De Algemene Vergadering (vergelijkbaar met een gemeenteraad)
- gekozen leden
21 leden zijn democratisch gekozen via de verkiezingen
- BBB – 6 zetels (24%)
- Water, Wonen en Natuur – 6 zetels (24%)
- ChristenUnie-SGP – 2 zetels (8%)
- VVD 2 zetels (8%)
- AWP water, klimaat en natuur – 2 zetels (8%)
- 50PLUS – 1 zetel (4%)
- CDA – 1 zetel (4%)
- BVNL – 1 zetel (4%)
en 4 leden van de categorieën geborgde zetels Ongebouwd en Natuurterreinen worden aangewezen door respectievelijk LTO Noord en de Vereniging voor Bos- en Natuureigenaren.
- Natuurterreinen – 2 zetels (8%)
- Ongebouwd – 2 zetels (8%)
Bruggen
In de Noordoostpolder zijn 15 beweegbare bruggen, die eigendom zijn van de gemeente, de provincie of het waterschap.
Daarnaast zijn de boogbruggen over de gracht in Emmeloord het vermelden waard.
Transport over water
De vaarten en tochten, met name in de Noordoostpolder, zijn mede aangelegd voor de landbouw.
Destijds ging men er vanuit dat de landbouwproducten (suikerbieten bijvoorbeeld) per schip van de akkers afgevoerd zouden worden.
De bietenbrug op.
Zo konden vrachtwagens bijvoorbeeld de bietenbrug oprijden en hun lading bieten rechtstreeks in de schepen storten.
In Flevoland ligt (vrijwel) elk dorp aan een vaart. Dat is best wel uniek.
Daarom zag je in elk dorp het typerende ensemble van een loswal, een bietenbrug, weegbrug en een zwaaikom.
Drainage