Rijksmonumenten Noordoostpolder
bron : rijksmonumenten.nl
Boerderij van het Wieringermeertype: Schuur type Q7T, aangebouwde woning type H in Kraggenburg
BoerderijKadoelerweg 14
8317PJ Kraggenburg (gemeente Noordoostpolder)
Flevoland
Bouwjaar: 1943
Architect: Bouwkundige Afdeling (boerderijenbouw) van de Directie van de Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken
Beschrijving van Boerderij van het Wieringermeertype: Schuur type Q7T, aangebouwde woning type H
Inleiding Traditionele, in opdracht van de Directie van de Wieringermeer op kavel T99 gebouwde BOERDERIJ voor landbouw. De ontginningsboerderij is van het zogenaamde Wieringermeertype (kop-rompboerderij) en behoort tot de eerste serie boerderijen die is gebouwd in de Noordoostpolder. Het betreft een in een aan de Delftse School verwante, ambachtelijk traditionele stijl gebouwde boerderij met langsdeel. De schuur van de boerderij is van het type Q7T. De aangebouwde woning is van het type H. De boerderij is gebouwd in 1943 naar een ontwerp van de Bouwkundige Afdeling (boerderijenbouw) van de Directie van de Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken. De in 1948 aan de boerderij toegevoegde, maar inmiddels verdwenen trekkerbox was van het type Q7L. De aardappelboxen in de schuur zijn gebouwd in 1956 en 1961. De boerderij is te vergelijken met de in het zelfde jaar gebouwde ontginningsboerderij aan de Zwartemeerweg 46. Omschrijving De evenwijdig aan de weg staande, vanuit rechthoekige plattegronden opgetrokken bouwdelen van de boerderij zijn opgetrokken in schone baksteen en staan onder met verbeterde Hollandse pannen gedekte zadeldaken. De gevels hebben zwart geverfde plinten. De schuine dakranden van de schuur rusten op klossen. Bedrijfsgedeeelte met rechtgesloten, onder rollagen staande gevelopeningen en kopgevels met beschoten geveltoppen van gepotdekselde planken. Links in de achtergevel een grote, tussen licht uitgemetselde lisenen staande schuif-deeldeur onder een bewerkte houten waterlijst. Vervolgens van links naar rechts: drie vensters met betonnen kruisramen, een uit een boven- en een onderdeur samengestelde, onder een vierruits bovenlicht staande opgeklampte deur (oorspronkelijk voor de paardenstal) met geheng, een vierde venster met kruisraam, een dubbele opgeklampte deur (oorspronkelijk voor de trekkerbox) met ruitvormige raampjes, een eveneens opgeklampte dubbele deur (oorspronkelijk voor een bergruimte) onder een tweedelig bovenlicht met drieruits raampjes, en geheel rechts een venster met betonnen zesruits raam met ventilatie-opening. De gevelopening met luik, die zich oorspronkelijk boven de deur in het midden van de gevel bevond is dichtgemetseld. In de geveltop boven de deeldeur een trapeziumvormig bovenlicht met driehoekige ramen, een groot zolderluik en een liggend, achtruits venster. In de westelijke langsgevel van links naar rechts twee zesruits vensters als die in de achtergevel, een onder een bovenlicht staande deur met boven- en onderdeur, een vierruits venster, een schuifdeur, vier vierruits vensters en wederom een schuifdeur en een vierruits venster. Beide schuifdeuren staan tussen lisenen. Een deur met zesruits raam onder gedeeld bovenlicht, een venster met zesruits schuifraam en een smalle lichtspleet rechts van de rechter schuifdeur maken deel uit van de bijkeuken. Ten opzichte van de schuur iets terugliggend, deels onderkelderd woongedeelte met van links naar rechts een kleiner venster (keuken) en een groter venster (woonkamer) met roedenverdeling in de dubbele ramen, die evenals de andere vensters in het woongedeelte onder rollagen staan. Uit het dakschild hierboven steekt een brede dakkapel met geprofileerde rand aan het platte dak. Symmetrische voorgevel van het type tuitgevel met zowel op de begane grond als op de vensterverdieping twee vensters met roedenverdeling. De vensters op de begane grond zijn voorzien van dubbele ramen. De kopgevel wordt bekroond door een schoorsteen en heeft uitgemetselde dakaanzetten. De oostelijke gevel van de woning bevat een tussen een gemetseld stoepje, brede posten en een bovenlicht met raamversiering en geprofileerde kroonlijst staande deur. Links van de deur een staand venster met dubbele zesruits ramen, rechts van de deur een liggend achtruits venster (opkamer) en een klein keldervenster. De haaks op voornoemde gevel staande kopgevel van de schuur bevat een schuif-inrijdeur onder een bewerkte houten waterlijst en een vierruits venster. In de gepotdekselde geveltop staan een trapeziumvormig bovenlicht en een liggend achtruits venster als die in de andere kopgevel. In de oostelijke langsgevel van de schuur staan zes maal twee kleine vensters, een groter onder latei staand luik, een aan de achterzijde van de muur staand, getoogd kafluik en geheel rechts in de gevel een deur en een smalle lichtspleet voor het toilet in de schuur. De schuur is voorzien van vijf ongelijkbenige, volwandige kniespanten van verlijmd, gelamineerd hout, de zogenaamde NEMAHO spanten. Deze spanten overspannen het gedeelte met de wagenberging niet. Alleen het zesde, achterste spant is gelijkbenig en overspant de gehele breedte van de schuur. Op de dors staan in 1956 en 1961 geplaatste, vorstvrije aardappelboxen. De paardenstal bestaat ook nog als zodanig. In de wagenberging, direct achter de bijkeuken is later een ruimte afgescheiden, die werd gebruikt als kiemruimte. De deuren tussen de diverse ruimtes in het bedrijfsgedeelte zijn opgeklampt. De vloeren zijn voor een deel bedekt met klinkers, beton, en een speciaal voor de deel gebruikt, niet geïdentificeerd materiaal. Grote graanzolder. Brandmuur tussen woon- en bedrijfsgedeelte. Knechtenkamer boven de bijkeuken. Keuken met betegelde wanden, de oorspronkelijke keukenkasten en eveneens originele wasemkap. Woongedeelte met glas-schuifdeuren in de kamer en suite met houten plafonds. Tegen beide hoeken van de tussenmuur een overhoekse haard met rookkanaal. Vloer met parkettegels. Naar de zolderverdieping een boven een opstapje staande scheluwetrap met tegen het trapgat twee houten hekjes en de naar de vliering voerende steektrap. Overloop met plafondlicht tussen op de vliering staande hekjes. Het inwendige van zowel het woon- als het bedrijfsgedeelte is voor het overgrote deel in oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Waardering De boerderij is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde. – De boerderij heeft cultuurhistorische waarde omdat het één van de oudste nog bestaande en in gebruik zijnde bouwwerken is in de Noordoostpolder. De “Wieringermeerboerderijen” zijn bovendien van bijzonder belang vanwege hun oorspronkelijke functie als ontginningsboerderij en als vroege uitdrukking van een geografische en landschappelijke ontwikkeling. – De boerderij heeft architectuurhistorische waarde al een goede representant van een type met een nog vrij traditioneel uiterlijk, maar waarin al wel gebruikt is gemaakt van een moderne spantconstructie. – De boerderij heeft ensemblewaarde vanwege de situering en vanwege de nauwe relatie met de ontwikkeling van het polderlandschap, waarmee het in visueel en functioneel opzicht onverbrekelijk is verbonden. – De boerderij is bovendien van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van het exterieur en het interieur. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)