Waterstaatskerk

Enserkerk

Enserkerk

Deze kerk is bekend onder twee namen.
Waarom is dat ?

Enserkerk

Het voormalig eiland Schokland bestond uit twee delen.
Het zuidelijk gedeelte Ens en het noordelijk gedeelte Emmeloord.
Emmeloord viel onder Holland (Amsterdam) en bleef katholiek,
Ens viel onder Overijssel en hervormd
De kerk was bedoeld als vervanging van de Ensenerkerk, de kerk op de Zuidpunt van Schokland

Waterstaatskerk

Om een einde te maken aan conflicten over oude kerken tussen katholiek en hervormd (hervormden vertikte het om kerken terug te geven) heeft Koning Willem 1 in 1824 bepaald dat de overheid zich ging bemoeien met de bouw van nieuwe kerken.
Het ontwerp en de bouw was onderhevig aan de goedkeuring en controle door ingenieurs van het ministerie van Waterstaat.
Het begrip Waterstaatskerk is dus niet verbonden aan een bepaalde bouwstijl. Er zijn dus meerdere waterstaatskerken in Nederland.

Geschiedenis

In 1717 werd op de woonterp Middelbuurt een houten kerk gebouwd op een gemetseld muurtje naast de pastorie van 1650. De kerk was bedoeld als vervanging van de Ensenerkerk, de kerk op de Zuidpunt van Schokland. De wanden waren donkerbruin. Het houten kerkje en pastorie kregen het zwaar te verduren tijdens de Stormvloed van 1825. In 1830 waren de gebouwen rijp voor de sloop.

In 1834 werd een nieuwe kerk gebouwd met subsidie van het Rijk. De ontwerper was D.J.Thomkins, een hoofdingenieur van Waterstaat.
In 1859 werd Schokland ontruimd. Alle houten huizen werden afgebroken en meegenomen, de stenen kerk bleef achter.
Het eiland werd prijsgegeven aan de Zuiderzee

In 1942 viel de Noordoostpolder droog en was het eiland opeens omgeven door land.
Omdat de polder kwalitatief zeer goede landbouwgrond zou opleveren, vond men Schokland eigenlijk een vervelende bult die in de weg lag.
Als men toen grote zware grondverzetmachines zouden hebben, zou Schokland glad-geschoven zijn.
Omdat dat niet mogelijk was, ging men eerst de rest van de Noordoostpolder in cultuur brengen en was voor Schokland even geen interesse.
Het kerkje werd in gebruik genomen als paardenstal en opslagloods voor gereedschap en kruiwagens van de pioniers.
Langzaam groeide het besef dat Schokland toch wel een bijzonder spot was.

Het kerkje werd in eer hersteld. Gevonden bodemvondsten werden op tafels langs de wand getoond. Langzaam groeide het kerkje uit tot museum.

Tot 1990 vonden er wisselende exposities plaats en sindsdien is het in oorspronkelijke staat hersteld en wordt gebruikt als expositieruimte en trouwlocatie van de gemeente Noordoostpolder.

Interieur naar het westen – Schokland – 20197971 – RCE – Photo: A.J. (Ton) van der Wal – Ton van der Wal – Dutch photographer Working for the Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. – Datum: January 1984 | Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (CC-BY-SA-3.0-NL)

Waarom nou weer twee geloven op één eiland.

Tot begin negentiende eeuw werd nog gesproken van twee eilanden, Emmeloord en Ens, maar daarmee werd feitelijk hetzelfde eiland bedoeld. Emmeloord omvatte het noordelijke deel. In de Middeleeuwen maakten de zogenaamde heren van Kuinre hier lang de dienst uit. Ze gebruikten dit deel van het eiland als uitvalsbasis voor hun rooftochten op de Zuiderzee. In 1660 kocht Amsterdam het gebied en vanaf dat moment hoorde het noordelijk deel van Schokland officieel bij Holland.

Schokland_1788

De jarenlange tweedeling van het eiland heeft ook gezorgd voor religieuze verschillen. Na de reformatie ging het zuidelijke Overijsselse deel van het eiland in meerderheid over op het protestantisme, terwijl het noordelijke Emmeloord haast volledig rooms-katholiek bleef. Dit was mogelijk doordat Amsterdam, dat Emmeloord bezat, op religieus gebied toleranter was en weinig druk uitoefende op de bevolking om protestants te worden.

De protestanten waren bevreesd voor invloeden uit het katholieke Emmeloord en verboden hun kinderen bij katholieke families te werken of in te wonen. Gemengde huwelijken, hier ‘gespikkelde huwelijken’ genoemd, zijn uit den boze. De protestanten bezochten aanvankelijk de middeleeuwse kerk op de zuidpunt, totdat in 1717 een nieuwe kerk werd gebouwd in Middelbuurt. De oude kerk raakte in verval en werd later afgebroken. Op de zuidpunt bleef alleen de begraafplaats in gebruik.

Doopvont

Het doopvont heeft zijn oorsprong in het oude eilandje Nagele

Kaart met Urk, Nagel en Schokland ca 1250 uit hist. atlas Beekman

Hoe het vissersdorp Nagele eruit heeft gezien weten we niet echt.
Als snel na de ondergang kregen de overblijfselen van Nagele de bijnaam ‘Urker kerkhof’. Urker vissers haalden regelmatig hun netten open aan stenen overblijfselen van het dorp, wat resten van de kerk en zerken op het kerkhof geweest moeten zijn. In de achttiende eeuw zouden bij eb nog muurresten van de kerk zichtbaar zijn geweest. Ook kwam aardewerk, dat later is gedateerd uit de twaalfde eeuw, in de netten terecht. Volksverhalen spreken van opgehaalde grafzerken, en in 1772 haalde visser Bruin een zilveren kerkkandelaar naar boven.

Doopvont_RK_kerk_Schokland_Maar de meest spectaculaire vondst is ongetwijfeld het zandstenen Romaanse doopvont dat in 1776 door visser Cock boven water werd gehaald. Het kreeg een plaats in de andere kerk van Schokland, de kerk van het overwegend Rooms-Katholieke Emmeloord (Ens was voornamelijk protestant). Nog in 1842 werd er een nieuwe kerk gebouwd die na de ontruiming van Schokland in 1859 steen voor steen werd afgebroken en in 1861 in het Overijsselse Ommen weer werd opgebouwd, inclusief het Nagelse doopvont.

doopvont-Ommen-en-SchoklandDeze kerk werd op zijn beurt afgebroken ten behoeve van een nieuw bedehuis dat in 1939 werd ingewijd, inclusief het doopvont dat nog steeds als zodanig in gebruik is. Een replica van Piet Brouwer staat in de voormalige Nederlandse Hervormde kerk van Ens uit 1834. Toen bij de ontruiming de bewoners hun houten huizen demonteerden, is de ‘Enserkerk’ blijven staan.
Naast het doopvont staat een plaquette met een passend gedicht, geschreven door de oud-onderwijzer van Urk, Tromp de Vries

bron: https://sargasso.nl/goed-volk-nagele/

doopvont

Kerktoren – klok en haantje

ophangen-klokKlok

De klok boven in de kerk werd in 1710 in Amsterdam gegoten. De klok hing, na de ontruiming van Schokland (1859), werkloos in het torentje tot 1942. In de tweede wereldoorlog wilde de bezetter de klokken invorderen om ze als grondstof te gebruiken voor de oorlogsindustrie. De polderwerkers destijds zagen dat niet zitten en verstopten de klok in een schuur bij Ramspol. Na de oorlog kwam de klok weer te voorschijn en werd in 1953 geschonken aan de toen pas gebouwde Nederlands hervormde kerk in Ens. Daar heeft hij tot 2006 trouw dienstgedaan. In 2006 werd die kerk gesloten en hing de klok voor de tweede keer in zijn bestaan werkloos in een torentje. In 2009 besloot de protestante gemeente de klok in bruikleen af te staan aan het museum Schokland en op 19 september 2009 liet ze na lange tijd haar geluid weer over het voormalige eiland galmen.

Volgens een in 2002 op­ge­maakt inspectierapport is de onderdiameter van het Schokker klokje 425 mm, en het gewicht onge­veer 55 kilo. Het klokje klinkt nog redelijk en de slagtoon is C3. Het om­schrift van de klok luidt: +AMSTELODAMI: ANNO DOMINI 1710. De klok werd in 1710 te Am­sterdam gegoten, waar­schijnlijk door Jan Albert de Grave.
Dat rapport vermeldt ook dat het klokje volgens overleve­ring nog een poos dienst gedaan heeft als bel bij de pont over het Ramsdiep, tijdens de aan­leg van de Noordoostpolder. Er werd gevreesd dat de Duitsers de klok weg zouden halen en bovendien was het niet inle­veren van koper strafbaar.”
De klok werd begraven in het magazijn voor kleinmate­riaal in de landbouwschuur op de dijk te Ramspol. De bestrating werd daarna weer netjes hersteld, zodat het niet te zien was dat er op die plaats was gegraven. Na de oorlog kwam de klok weer boven water. Uit een oud kerkblaadje blijkt vervolgens dat in 1946 de Schokker luidklok door de Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken) aan de Nederlands Her­vormde Kerk in het nieuwe Ens is afgestaan.

(bron: Schokkervereniging)

Haantje

Schokker-haantjeHet had weinig gescheeld of het haantje was kwijt geraakt. Toen de kerk danig in verval geraakt was, was de weerhaan van de toren gehaald en stond lange tijd onbeheerd tegen de gevel.  Het was journalist  en schrijver Fred Thomas uit Amsterdam die zich ontfermde over de koperen haan. Hij heeft het tot zijn door bewaard in zijn grachtenhuis in Amsterdam. Na zijn overlijden heeft zijn vrouw het geschonken aan Schokland. Als dank ontving zij een model van het Schokker haantje terug.

De eerste steen

van het Waterstaatskerkje werd gelegd door Dominee G.G. de la Couture op 22 mei 1834.

eerste-steen-kerkje

G.G. d.l. COUTURE
22 MEI J834

De naam van de dominee is vereeuwigd in de ingemetselde gevelsteen
Een deftige naam voor een deftige man. Een anekdote verteld dat hij op de preekstoel stond met onder zijn toga een geopend flesje reukwater.
Hij had een vreselijke hekel aan de vislucht van de dorpelingen. Toch was hij bijzonder betrokken.
Hij had het ambt van 1833 tot 1840.
Ds. G. G. de la Couture overleed in 1846 op 39-jarige leeftijd.

Gevelstenen

Er zijn twee soorten gevelstenen aan de buitenkant van de kerk te zien.

  1. Hoogwater steen.
    In de muur op het zuiden is een steen te zien die herinnerd aan de storm van 1916
  2. Pijlmerksteen :
    Aan de noordkant zijn twee stenen te vinden waarop geen datum is vermeld, maar een referentie (waterhoogte) aangeeft.

Pomp

Pomphuis.jpgPomphuis ten bate van Schoklands armen.

De eilandbewoners konden hier tegen een gering bedrag drinkwater oppompen.
De opbrengst kwam ten goede aan de armlastigen op het eiland.
Het dak van de kerk had leien als dakbedekking. Het regenwater, kostbaar voor een eiland omringt door zout water, werd opgevangen en via regenpijpen geleid naar een grote kelder onder de kerk.
De prijs voor twee emmertjes water halen bedroeg 2,5 cent.


pomphuis-pomp.jpgZoals zo veel, is ook dit pompje niet authentiek Schoklands. Het is een exemplaar uit de voormalige havezate Oosterhoff nabij Rijssen. Bij de sloop van Oosterhof heeft architech Th. Verlaan, die ook met de restauratie van de kerk op Schokland belast was, ervoor gezorgd dat de pomp na restauratie een nieuw leven kreeg op Schokland.


pompje

Restauratie

Nadat de Noordoostpolder droog kwam te liggen, zakte het grondwaterpijl. Dat had grote gevolgen, voor het eiland in het algemeen, maar voor de kerk in het bijzonder. De heipalen kwamen droog te staan. De kerk begon te scheuren en te verzakken.
In 1965 in begonnen de kerk te redden van een gewisse ondergang. De restauratie die ongeveer een kwart miljoen gulden ging kosten werd onder architectuur van Th. Verlaan uit Zwollerkespel uitgevoerd door NV Salverda te ’t Harde.

kaartje-schokland