Onkruidbuurt

De oudste wijk van Emmeloord.
De naamgeving van de straten is vernoemd naar het onkruid dat voorheen zo welig tierde en welk met man en macht diende te worden uitgeroeid.
Zeeasterstraat, Rietstraat, Moerasandijviestraat, Duizendknoopstraat, Distelstraat, Zeebiesstraat, Meldestraat, Hoefbladstraat en Muurstraat.
Een echte onkruidbuurt.

De naam Moerasandijviestraat is wel erg uniek en origineel in Nederland.

En wist u dat er een Lisdoddestraat (laan) is geweest ? Lees het krantenknipsel

Toen de Rietstraat al klaar was is er aan het eind nog een blokje van 4 andere woningen gebouwd.
Drukkerij Hoekstra is daar in het schuurtje van de hoekwoning waarschijnlijk begonnen.
Daar was toen ook de ingang van de begraafplaats.

Zeeasterstraat-Espelerlaan-1947.jpg

Zeeasterstraat-Espelerlaan-1947

De-drukkerij-van-Feike-Duco-aan-de-Rietstraat-Foto-Henk-Hoekstra.jpg

De drukkerij van Feike Duco aan de Rietstraat – Foto Henk Hoekstra

De ZEEASTERSTRAAT, de RIETSTRAAT, de MOERASANDIJVIESTRAAT, de DUIZENDKNOOPSTRAAT, de DISTELSTRAAT en de ZEEBIESSTRAAT, met het Harmen Visserplein het oudste gedeelte van
Emmeloord, houden in hun naam de herinnering levend aan de wildernis van onkruid die ooit in de polder bestond.
Door de keuze van onkruidnamen, en dan vooral van zo’n wonderschone als ‘moerasandijvie’, onderscheidt Emmeloord zich in positief opzicht van menige Nederlandse nieuwbouwwijk; de namen zijn ook origineler dan de oorspronkelijke aanduidingen Middenstracit (voor Rietstraat), Zuidstraat (Zeeasterstraat) en Weststracit (Zeebiesstraat).
Aan de onkruidnamen zijn naderhand de MELDESTRAAT, de HOEFBLADSTRAAT en de MUURSTRAAT toegevoegd.
Daamaast zijn er nog de Kamillestraat en de Boterbloemstraat geweest.
Zowel deze straten als het deel van de Distelstraat tussen de voormalige Boterbloemstraat en Espelervaart hebben plaatsgemaakt voor het Stadskantoor en de herinrichting van het Harmen Visserplein.
Een andere verdwenen naam is Lischdoddelaan, ook nog enige tijd Lischdoddestracit en daarvoor weer Ooststraat geheten.
Dat was de straat die tegenwoordig ESPELERLAAN heet. In Emmeloord koos men destijds in principe ‘neutrale namen’ voor straten die een wijk afsluiten, namen dus die duidelijk afwijken van de rest van de wijk. De Lischdoddelaan, die de onkruidbuurt aan de oostelijke zijde begrenst, kreeg daarom in 1948 de naam Espelerlaan.

Aan de oudste zijde van de Espelerlaan heten de straten naar planten die men in de begintijd van de polder met man en macht trachtte uit te roeien; aan de andere zijde dragen de straten de namen van bomen en struiken die juist zijn aangeplant om de ontstane kaalslag weer wat op te fleuren. Cultuur naast natuur; de LIJ STERBES STR A AT, de JASMIJNSTRAAT, de MEIDOORNSTRAAT, de ABELENLAAN, de ACACIALAAN, de BERKENLAAN, de LINDENLAAN, de PEPPELLAAN, de WILGENLAAN en de GOUDENREGENSTRAAT zijn genoemd naar de bomen en heesters die overwegend voor de beplanting van deze straten zijn gebruikt. De Abelenlaan heeft, voor zij op 21 juli 1948 haar definitieve naam kreeg, een jaar lang Kastanjelaan geheten.
De naam Goudenregenstraat was oorspronkelijk bedoeld voor de KONINGIN JULIANASTRAAT. De straat sluit echter weer een wijk af en er moest dus een neutrale naam komen; in het kroningsjaar 1948 kreeg de straat de naam van het nieuwe staatshoofd. De naam Goudenregenstraat ging daama naar de straat achter het postkantoor. In 1990 zijn de wilgen in de Wilgenlaan vervangen door essen, en nog even is overwogen of dat niet zou moeten leiden tot een naamsverandering, maar daar is toch maar vanaf gezien.
De meest recente (1976) aanvulling op de bomennamen betreft Emmeloords noordelijkste straat, de EIKENLAAN. Eigenlijk ligt de Eikenlaan zeer excentrisch ten opzichte van de bomenbuurt. Een straat die daar wel weer binnen ligt maar weer geen bomennaam heeft, is STATEHOF, een zijstraat van de Peppellaan, die in 1990 haar naam ontleende aan het aangelegen appartementen- en villacomplex  Staetenhof.
De polder is een agrarisch gebied en de boerderij neemt hier dus een centrale plaats in. De ‘deel’ is het centrale gedeelte van het boerenhuis. Voor het plein in het midden van het poldercentrum heeft men daarom de naam DE DEEL gekozen.
Een ‘dreef’ is een brede (land)weg. Het woord zit in KORTE DREEF en LANGE DREEF. De namen ONDER DE TOREN, BOSLAAN en SPORTLAAN spreken voor zich.
‘Nering’ is handel, ‘een nering’ is een handel of een winkel. Veel van de nering doenden in Emmeloord zijn in de LANGE NERING gehuisvest. Aan de achterkant van de winkels ligt ten zuiden van de Lange Nering de KORTE ACHTERZIJDE en de LANGE ACHTERZIJDE en ten noorden het ACHTEROM.
Korte en Lange Achterzijde worden begrensd door de ZUIDZIJDE respectievelijk OOSTZIJDE. De NOORDZIJDE begrenst het winkelcentrum aan de noordelijke kant.
De brandgangen die de westelijke helft van de Lange Nering met de Korte Achterzijde en de Noordzijde verbinden, heten SMALLEGANG, KERKSTEEG (naar de R.K.-kerk), LUIFELSTEEG en SCHAKELPAD. Het
Schakelpad, de KETTINGSTRAAT en de bij de reconstructie van de Lange Nering in 1997 verdwenen De Schalm doen terugdenken aan de tijd dat hier schepen hun anker uitwierpen. De namen van de straatjes tussen de oostelijke gedeelten van de Noordzijde en de Lange Nering sluiten hierbij aan: DE BOEI, HET ANKER, DE TROS en DE MEERPAAL. De straatjes zijn genoemd naar de aanliggende flatgebouwen; in feite is het zo, dat steeds een naam geldt voor het hele complex van flatgebouw, gazon en voetpad.
Overigens zouden De Tros en De Meerpaal eerst De Ducdcilfen De Enterhaak heten. De wens om de vernoemde objecten bij de flatgebouwen te plaatsen heeft dit doorkruist: een ducdalf werd te groot en een enterhaak was nergens meer te krijgen.
Vanaf De Deel loopt in de richting van de Boslaan de BEURSSTRAAT, genoemd naar de beurs. De verbinding tussen Beursstraat en Boslaan, langs het postkantoor, heette oorspronkelijk Poststracit. In 1970 werd de naam gewijzigd in PASTOOR KOOPMANSPLEIN.