Seaewald en Urch, hier komen onze plaatsnamen vandaan en dit betekenen ze.
een Leestip van Omroep Flevoland.
Flevoland
We beginnen in de Romeinse tijd. Want Julius Ceasar was bezig met een opmars vanuit Rome om Europa te veroveren. De Romeinen kwamen niet verder dan de Oude Rijn. De leider van de Romeinen wilde ook Germanië, het huidige Duitsland, aan zijn rijk toevoegen. Boven de Oude Rijn lag echter een uitgestrekt moerasgebied. Daar was ook een groot meer. Romeinen noemden dit meer Flevo Lacus, letterlijk Flevomeer.
In een boek genaamd ‘De Chorographia’ uit 44 na Christus, spreekt de Romeinse geograaf Pomponius over een Lacus Flevo. Hij schreef: “De noordelijke tak van de Rijn verbreedt zich tot het meer Flevo, dat een eiland met dezelfde naam omsluit en daarna als een normale rivier naar zee vloeit”. Andere deskundigen spreken over Flevum. Dat betekent vlietstroom. Mogelijk heeft Pomponius van Flevum zelf Flevo gemaakt als plaatsaanduiding.
Een afbeelding uit de 18e eeuw met hoe Flevo Lacus er in de tijd van de Romeinen bij heeft moeten liggen. Bron: Groeten van Elders, Rob Rentenaar.
Almere
De naam van de grootste stad van Flevoland is afgeleid van het woord Aelmere. Ala lijkt in de Germaanse taal erg op het woord ‘geheel’ of ‘groot’ en sommige deskundigen zeggen dat het de palingsoort Aal is. Mere is oud-Nederlands voor het moderne ‘meer’ of ‘waterplas’, oftewel ‘groot meer’.
Het woord Aelmere is voor het eerst genoemd in het levensverhaal van bisschop Bonifatius. In het boek staat dat de bisschop in 754 vanaf de Rijn over een water genaamd Aelmere richting Friesland reist. Aelmere was de voorloper van de Zuiderzee. Bonifatius werd in 755 vermoord met stokslagen. De gemeente Almere reikt nog jaarlijks de Bonifatiusspeld uit.
De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders gebruikte voor de stad Almere eerst de werknaam Zuidweststad. Eventuele andere mogelijkheden die destijds in de race waren zijn: IJmeerstad, IJdrecht, Nieuw Amsterdam, Eemmeerstad en Flevostad. In 1970 werd toch voor Almere gekozen.
In de Middeleeuwen is het Flevo Lacus uitgegroeid tot het Aelmere.
Hoe Nederland en het Flevogebied er rond 500 voor Christus ongeveer uit heeft gezien.
Bant
Het dorpje Bant in de Noordoostpolder dankt zijn naam aan het dorp Bantega. Dat dorp ligt zo’n 8 kilometer verderop in Friesland. Bantega of Bante was rond 1700 een dorp aan het water van de Zuiderzee. In de geschiedenisboeken staat dat het dorp Bantega verdronken is in de zee. De uitgestrekte velden van het verdwenen dorp strekten zich mogelijk al uit tot in het gebied waar het dorp nu ligt. De Rijksdienst had weinig moeite met de naamgeving van dit dorp.
De naam Bant betekent in het Oud-nederlands, ‘streek’ of ‘woongebied’.
Biddinghuizen
De naam van dit dorp in de gemeente Dronten komt van de verdwenen plaats Bidningahusum. Deze plaats zou in de omgeving van Doornspijk en Hattem in Gelderland hebben gelegen. De eerste keer dat deze naam opduikt in boeken is in 793. Latere namen voor deze plaats zijn Bidningahem en Biddincheim en Biddinchem.
Bidding komt van het oude woord Bidin wat vrij vertaald ‘van de lieden’ betekent. Huizen betekent nederzetting. Oftewel Biddinghuizen betekent ‘nederzetting van de lieden’.
Biddinghuizen in aanbouw in 1964. Bron: KLM Aerocarto, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders.
Creil
Het dorp Creil is vernoemd naar een moerasbos, dat bij het ontstaan van de Zuiderzee is verdwenen. De naam ging van het moeras over naar een zandplaat. In 1398 komt de naam voor in de zin: Buten die Kreil omme zeilen. Kreil betekent zoiets als ‘rijshout’ of ‘wild struikgewas’.
Dronten
De gemeente Dronten dankt haar naam aan het plaatsje Dronten dat vroeger in de buurt bij Kampen lag. In 1387 duikt de naam op en wordt de plaats Dronterdijk genoemd. In 1470 wordt er gesproken over de Drontenaers. Het woord dronten of drenten betekent ‘opzwellen’. Deskundigen denken dat dit gaat om aangeslibd land. Dit maakte rondom 1600 een polder bij Kampen en die polder werd Dronthen genoemd.
Emmeloord
Het piepkleine Emmeloord was vroeger een plaats op het voormalige eiland Schokland. In 1795 woonde daar 315 mensen. Het was destijds een terpdorp en had regelmatig te maken met overstromingen. In 1859 werd het dorp ontruimd door Willem III. Slechts een paar mensen kwamen daarna terug naar het dorp, onder meer om de vuurtoren te bedienen. Omdat de bewoners bij vertrek hun huis moesten afbreken, is er vrij weinig over van het dorp Emmeloord wat het ooit was.
Een schilderij van het verlaten van Schokland van Hermannus Koekkoek uit 1860. Bron: Canon van Nederland
Emmeloord dankt zijn naam aan het terpdorp dat het was. Een ander woord voor terp is werd. Eerdere benamingen voor Emmeloord waren Emelwerth, Emelwerd en Emelwaerde. Dat werd later vervangen door oord, wat ‘land omringd door water’ betekent. Emel heeft volgens deskundigen verschillende betekenissen. Een naam van een persoon Amilo, of Ama en dat betekent ‘natuurlijke waterloop’.
Ens
Het dorp Ens dankt haar naam ook aan Schokland. Naast het dorp Emmeloord lag daar ook het plaatsje Ens. De plaats zou mogelijk vernoemd zijn naar Gerrit Entszoon, een inwoner van Enkhuizen. Hij was in 1470 eigenaar van de ambachtsheerlijkheid waar Schokland onder viel. Een heerlijkheid is een oude bestuursvorm. Entszoon was landheer. Een andere verklaring is dat het woord Ens afgeleid is van Enedseae wat in 793 in de boeken voorkomt. Dat betekent vrij vertaald ‘eendenmeer’. Dat was een stukje Zuiderzee tussen Schokland en Kamoen.
Het huidige dorpswapen van Ens heeft ook drie eenden. Deze verwijzen naar de eendenzee.
Uitsnede van de kaart van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, gemaakt door Johannes Janssonius in 1658.
Espel
De dorpsnaam van Espel duikt in de geschiedenisboeken voor het eerst op in 1317, maar dan als Espelo. De naam valt samen met Urk en Emmeloord, waar uit valt af te leiden dat Espelo in de buurt van het eiland Urk en Schokland zou hebben gelegen. Volgens hetzelfde boek uit 1317 lag Urk toentertijd ‘in parochia dicta Espelo’. Espelo betekent ‘licht open bos’ en er is ook een boomsoort genaamd esp. Ook wordt er in de geschiedenisboeken gesproken over het Espenbos.
Maar er is ook nog een andere verklaring. Het Middelnederlandse woord eetspel (of espel) betekent ‘rechtsgebied’ of ‘district’. In de latere Nederlandse taal betekent het ook ‘stadswijk’.
Harderhaven
Het buurtschap Harderhaven, nabij het aquaduct met Harderwijk, dankt haar naam aan die stad. Bij het buurtschap staan voormalige arbeiderswoningen en er ligt een aantal woonarken.
Om het woord Harderhaven te verklaren moeten we kijken naar wat Harderwijk betekent. De naam Harderewich ook wel Herderewich komt voor in de geschiedenisboeken. Herder betekent ‘hoeder van een kudde’ en wich staat voor ‘hoeve’ of ‘nederzetting’.
Een andere betekenis is ‘harde, stevige grond’, waarmee Harderwijk een ‘nederzetting is op stevige grond’. Hier zijn ook de plaatsnamen ’t Harde en Heerde weer van afgeleid.
Harderhaven kun je vrij vertalen naar ‘haven van de houder van een kudde’ of ‘haven met stevige grond’.
Ketelhaven
Het buurtschap Ketelhaven aan het Ketelmeer dankt haar naam aan De Ketel of Ketels-gat. Zo werd een van de aftakingen van de rivierdelta van de IJssel genoemd. De IJssel mondt uit in het Ketelmeer tussen Ketelhaven en Kampen. Vroeger mondde de IJssel uit in een delta, met verschillende aftakkingen het Aelmere in. Een van die aftakkingen en uitmondingen werd het Coepsgat of het Ketelgat genoemd.
Kraggenburg
Kraggenburg in het oosten van de Noordoostpolder was vroeger een noodhaven in de monding van de rivier Zwarte Water. Deze loopt van Zwolle naar het Zwarte Meer tussen Genemuiden en het huidige Kraggenburg. De haven was aangelegd om twee strekdammen van 6 kilometer lang te bouwen voor de kust van Genemuiden, om zo Zwolle bevaarbaar te houden voor schepen. Aan het einde van de strekdam stonden een paar gebouwen een een vuurtoren. De haven van Kraggenburg verdween bij de aanleg van de Noordoostpolder, alleen de vuurtoren bleef staan.
Kragge betekent ‘drijvend laagveenrand’ of ‘rietzode’. Dit is drijvend organisch materiaal wat gebruikt werd voor de aanleg van dammen en dijken. Burg staat voor ‘stad’ of ‘bolwerk’.
Lelystad
De provinciehoofdstad dankt haar naam aan de grondlegger van de Zuiderzeewerken Cornelis Lely. Lely (1854-1929) was onder andere minister van Waterstaat en door zijn ontwerp is Flevoland vandaag de dag wat het is. Oorspronkelijk zou de stad Flevostad genoemd worden. Maar in 1952 is als eerbetoon aan Lely toch besloten de stad Lelystad te noemen. De bouw van de provinciehoofdstad begon in 1967.
Luttelgeest
Luttelgeest dankt haar naam aan een verdwenen plaatsje dat niet ver weg bij het Overijsselse drop Kuinre lag. De naam verschijnt in boeken voor het eerst in 1379, wanneer toestemming gevraagd wordt aan Dirk van Swieten, destijds de baas van van Urk, om een versterking te bouwen. Dit was nodig om Friese piraten te bestrijden op de Zuiderzee.
Luttel betekent ‘klein’ en geest betekent ‘hoger gelegen zandgrond’. Luttelgeest was waarschijnlijk een klein dorpje dat dus op hoger gelegen zandgrond lag, vlakbij Kuinre tegen de Zuiderzee.
Meer leestips? Bekijk hier het verhaal over het dorp Larsen of hoe opa boer werd in de Noordoostpolder.
Marknesse
Ook Marknesse dankt haar naam aan een verdronken dorp, genaamd Marchnesse. De naam duikt voor het eerst op in een boek uit 1132. Het staat op een lijst van bezittingen van het klooster St. Odulf uit Stavoren. De exacte locatie van het dorp is niet bekend, maar het lag in de buurt van Urk en Schokland. In de geschiedenisboeken valt ook het woord Marcnesse.
Mark betekent ‘grens’, ‘grensland’ of ‘afgebakend gebied’. Nes is het oud-Nederlandse woord voor ‘landtong’ of ‘in water uitstekend punt land’. Dat gaat terug naar het Germaanse woord Nasja. Waarmee er vanuit gegaan kan worden dat Marknesse mogelijk een dorpje is geweest op een schiereiland rondom de Zuiderzee en op een gegeven moment is verdronken.
Nagele
De voorgaande namen van Nagele duiken al in 966 op in geschiedenisboeken, maar dan als Nakala. Een voormalige rivier in de omgeving van Urk. Rond 1300 komt de naam Nagelo en Nagele in de boeken voor. Dit was ooit een eiland tussen Urk en Schokland.
Taalkundige Moritz Schönfeld denkt dat Nagele als Nakala voorkomt in een oorkonde van de Duitse keizer Otto I uit 966. Nakala wordt daar Nabalia genoemd. Nabalia is maar één keer voorgekomen in de geschiedenisboeken als een rivier, die gebruikt is door Bataafse opstandelingen om oorlog te voeren tegen het Romeinse rijk in het jaar 70. Als de visie van Schönfeld klopt, dan is Nagele de oudst-overgeleverde naam van Flevoland. Helaas is dit niet met zekerheid te zeggen.
Nagele vandaag de dag. Bron: Sjors Evers Fotografie.
Roggebotsluis
Het gehucht Roggebotsluis dankt haar naam aan een voormalige zandbank, genaamd Roggebot. Eeuwenlang zorgde de naam Roggebotzand voor een huivering bij zeelieden en vissers. Het was een verraderlijke zandbank voor de IJsselmonding waar veel schepen aan hun eind kwamen. De zandbank werd na de drooglegging in 1958 bebost. Dit is nu het Roggebotzand, het oudste bos van Flevoland.
Rutten
Het dorp Rutten dankt haar naam aan een oud kerkdorp op het eiland Nagele. Dat staat op een kaart in een boek uit 1132, onder de naam Ruthne. Dit komt van het Germaans ruhitha, dat ‘ruigte’ of ‘struikgewas’ betekent. Het valt niet uit te sluiten dat de ruigte van ruhitha ‘onkruid’ is, dat op natte grond groeit.
Schokland
Schokland is een naam die pas in 1806 werd gebruikt. Voor die tijd werd gesproken over de eilanden Emmeloord dat bij Holland hoorde, en Ens dat bij Overijssel hoorde. Opmerkelijk, want beide plaatsen lagen op hetzelfde eiland.
Schokland komt van schokke, een ‘rietplag’ of ‘gedroogd stuk koemest’ dat als brandstof diende. Schokken werden beschouwd als turf voor de armen. Daarom denken deskundigen dat de naam Schokland spottend bedoeld was in die tijd.
Schokkerhaven
De haven naast Schokland dankt haar naam aan het eiland. Omdat de haven zo dicht bij Schokland ligt, is het een logische gedachte dat de haven naar het dichtstbijzijnde herkenningspunt is genoemd.
Swifterbant
De eerste keer dat Swifterbant voorkomt in de geschiedenisboeken, is in 793 als Suifterbant en als Suiftarbant. Het was vermoedelijk ooit een bos ergens op de Veluwe.
Bant betekent ‘streek’ of ‘woongebied’. Swifter geeft een locatie aan en betekent ‘linker’ of ‘noordelijk’.
In een aantal boeken staat dat Swifterbant een ‘gouw’ was in de Romeinse tijd. Een gouw (of graafschap) was destijds een bestuursvorm. De tegenhanger van Swifterbant is Teisterbant. Dat was een gouw in het rivierengebied nabij Tiel in Gelderland en betekent de ‘rechter’ of ‘zuidelijk gelegen streek’.
Tollebeek
In 1364 viel de naam Tollebeke voor het eerst in een boek. Daar werd het samen met Urk en Emmeloord genoemd. Het werd aangeduid als een bezit van de Heren van Kuinre, de toenmalige eigenaren van de streek. Mogelijk dat dit dus een plek was in de buurt van de twee eilanden. De exacte locatie van deze plaats is niet bekend.
De verklaring van beek in de naam is redelijk duidelijk. Tol of Tolle is lastiger te bepalen. Tol betekent ’tak’, of ‘punt van een tak’. Uit een boek uit 1148 komt het woord Tholobecca naar voren. Dit betekent in oud-Germaans ‘houthakbeek’.
Deskundigen zijn het niet eens over de herkomst van de naam. Sommigen denken dat de naam te maken heeft met tollen. ‘Het ronddraaien van een meanderende rivier’. Ook zijn er deskundigen die zeggen dat het van een naam van een persoon komt: Tolo.
Een andere optie is een plaats waar tol geheven werd. Zo kwam de Zeeuwse plaats Tholen ook aan haar naam. Men weet het dus niet zeker.
Urk
Het voormalige eiland wordt voor het eerst genoemd in 966 als Urch in een schenkingsakte van Otto I aan het Sint-Pantaleonsklooster. De tekst luidt:
Cuiusdam insulae medietatem in Almere, que Urch vocatur
“De helft van een zeker eiland in het Almere, dat Urch genoemd wordt.”
Dit is ook de eerste vermelding dat Urk een eiland was. Daarna komt de naam in verschillende boeken anders voor. Urch, Urck, Orc en Orio. Over de herkomst van de naam lopen de meningen nogal uiteen. De namen Orc en Orio herleiden mogelijk terug naar een eilandengroep in Schotland, de Orkney Eilanden. Orkn betekent ‘rob’, een veelvoorkomend zoogdier. Orkn komt weer van het Oud-Ierse woord orc wat ‘monsterachtig’ of ‘gewelddadig’ betekent. Een eenduidig antwoord waar de naam Urk vandaan komt is er niet.
Een oude kaart van Urk toen het nog een eiland was. De contouren van deze plattegrond zitten nu nog in het gemeentelogo.
Zeewolde
Deze plaatsnaam duikt in 793 voor het eerst op als Seaeuuald en Seuuuald. Uuald staat voor wold en betekent ‘moerasbos’. Met Sew wordt ‘zee’ of ‘meer’ bedoeld.
De naam komt mogelijk van een kloosterbos. In geschiedenisboeken staat dat de Friese missionaris Liudger (742-809) in 793 een stuk grond wilde hebben om een klooster te stichten. In de akte staat dat “in een bos, dat Seaeuuwald of Suifterbant heet, uitgezonderd de akkers die daar door mijn ouders en eigen mensen ontgonnen zijn”.
Mogelijk werd dit gebouwd in de nabijheid van een dorp dat Seaewald heette. Dit lag westelijk van Harderwijk in veenachtig gebied. Dit is dichtbij de plek waar Zeewolde nu ligt. In de middeleeuwen is ook dit dorp verdronken in de Zuiderzee.
Een aantal bronnen zeggen dat in de Seaewaldse maatschappij, de hekserij grote invloed had op het leven daar.
Verantwoording
Dit artikel is samengesteld door het raadplegen van bronnen van De Canon van Flevoland en Nederland, De Etymologiebank, Omgevingsvisie Flevoland, Provincie Flevoland en Werelderfgoed Schokland.
Dit artikel geeft een korte feitelijke opsomming van het verhaal hoe Flevoland aan haar plaatsnamen komt. Meer informatie is te vinden op de bovengenoemde websites.