HET KERKGEBOUW
De bouw van De Hoeksteen is begonnen op 19 maart 1951. De officiële opening als gebouw van de Nederlands Hervormde Kerk vond plaats op 21 februari 1952. De architect was S. van Ravestyn (1889 – 1983) die in Utrecht woonde. De Hoeksteen kent een aantal karakteristieke elementen, die we hier graag toelichten.
Boven de toegangsdeur aan de voorzijde is een cirkel van twaalf stenen rond twee gekruiste bakstenen te zien. Het staat symbool voor Christus en de twaalf discipelen. Hetzelfde symbool is ook aan de andere kant van de buitengevel te zien. Twaalf staat in de Bijbel ook voor volheid, het was niet toevallig dat Jezus dat aantal discipelen had.
De Hoeksteen is tegenwoordig een monument. De architectuur is een uniek kenmerk van de jaren waarin Emmeloord ontstond. Niet met ogen te zien is de akoestiek van de kerkzaal. Die leent zich uitermate goed voor het geven van concerten.
De kerkzaal is veertien meter hoog. Deze wordt gekenmerkt door zeven spanten die het dak dragen. Aan elke zijde bevinden zich zes ramen, dus twaalf in totaal. Het getal zeven staat in de Bijbel voor God. Zo stelde God de zevende dag tot rustdag.
Aan de buitenzijde en ook in de kerk zijn eenvoudige, verrassende details aangebracht. Kijk maar eens naar het dak, de muren (buiten), de galerij, de spanten, de baken aan de zijkant, de deuren in de kerkzaal, het plafond in de hal bij de hoofdingang en de preekstoel. Vaak komt ook het ‘wiebertje’ terug: het vierkantje dat een kwartslag is gedraaid, waarmee de hoek in het woord ‘Hoeksteen’ wordt versterkt.
Toren
Prominent in de architectuur van De Hoeksteen is natuurlijk de kerktoren. Die is ongeveer even hoog als de torens van de Rooms Katholieke en Protestante Kerk. Het verhaal gaat dat, toen Emmeloord in de jaren ’50 werd opgebouwd, geen van de torens van de kerkgebouwen de hoogste van de polder mocht zijn. In plaats daarvan werd de poldertoren (een watertoren) de hoogste en de centrale toren.
Bron : www.hoeksteenemmeloord.nl
Het orgel
- Kerk: De Hoeksteen
- Adres: Nagelerstraat 2, 8301 XE, Emmeloord
- Gebouwd: 1957
- Orgelbouwer: Willem van Leeuwen
- Onderhoud : 1983 – 1997 Kaat & Tijhuis
In 1957 leverde Willem van Leeuwen een orgel voor de Hervormde Kerk te Emmeloord, gebouwd in 1952 naar ontwerp van Van Ravensteyn.
Op 10 juli 1957 is het in gebruik genomen. Het instrument is in 1983 gedeeltelijk gerestaureerd door Kaat & Tijhuis.
Van de windlade van het pedaal is het VEKA-systeem verwijderd en het orgel is geheel opnieuw geïntoneerd.
Op 2 december 1983 nam men het weer in gebruik.
Vier jaar later reviseerde Kaat & Tijhuis eveneens de beide manuaalladen.
Het kerkgebouw werd door de Hervormde Kerk afgestoten na een laatste dienst op 11 juni 2006.
De nieuwgevormde PKN-gemeente ging gebruik maken van de voormalige Gereformeerde Nieuw-Jeruzalemkerk.
Daarna is het gebouw gekocht door de Christelijke Gereformeerde Kerk “Het Baken”, omdat hun kerkgebouw te klein was geworden.
De kerk kreeg nu de naam ‘De Hoeksteen’.
Het orgel is bij de revisie van het kerkinterieur opnieuw geschilderd.
- Hoofdwerk: Quintadeen 16′, Prestant 8′, Roerfluit 8′, Octaaf 4′, Gedekte Fluit 4′, Octaaf 2′, Mixtuur, Cymbel, Trompet 8′
- Rugwerk: Holpijp 8′, Prestant 4′, Roerfluit 4′, Vlakfluit 2′, Nasard 1 1/3′, Sesquialtera, Scherp, Kromhoorn 8′
- Pedaal: Prestant 16′, Octaaf 8′, Octaaf 4′, Mixtuur, Bazuin 16′, Schalmei 4′
- Koppelingen: Hoofdwerk – Rugwerk, Pedaal – Hoofdwerk, Pedaal – Rugwerk
- Manuaalomvang: C-f3
- Pedaalomvang: C-f1
- Systeem: Mechanische sleepladen
- Stemming: a=440Hz, evenredig zwevend,
- winddruk: 63 mm/Wk
bron: Stichting Orgelcultuur Flevoland
Beschrijving volgens Gemeentelijke monumentenlijst
De Hoeksteen
Kampwal 1/Smeden 2a/b, Emmeloord
Postcode: 8301 XE en 8301 AA
Complexnaam: De Hoeksteen
4 onderdelen
- Kerk
- Pastorie
- Kerk Doopsgezinde Gemeente
- Verenigingslokaal en Kosterswoning
COMPLEXOMSCHRIJVING
Inleiding
De Nederlands Hervormde KERK ‘de Hoeksteen’ te Emmeloord met aangebouwde KLOKKETOREN en eveneens met het kerkgebouw verbonden PASTORIE, VERENIGINGSLOKAAL annex CATECHESATIELOKAAL en KOSTERSWONING op de verdieping is gebouwd in 1950-1951 in opdracht van het Bestuur van het Zuiderzeefonds van de Nederlands Hervormde Kerk. Een kleine, aangebouwde Doopsgezinde VERMANING maakt eveneens deel uit van het kerkelijk complex.
Ontwerper was de Utrechtse ingenieur S. (Sybold) van Ravesteijn. Uitvoerder was de firma Oordt uit Vriezenveen. De “traditionalistische” vormgeving van de kerk is neoromaans te noemen, maar er is ook een verwantschap met de architectuur van de Delftse School. In 1954 vond een interne verbouwing van de kerk plaats. In 1975 zijn de bijgebouwen intern gewijzigd en hier en daar vergroot. Wijzigingen aan onder meer een aantal vensters van de pastorie dateren van 1976. Het verenigingslokaal is gewijzigd in 1985 en in 1988 volgde er aan de westkant van het complex een uitbreiding met de functie van toiletgebouw. Door de diverse verbouwingen is met name de ruimteindeling van de diverse bijgebouwen veranderd. Het interieur van de kerk is in oorspronkelijke staat bewaard gebleven.
Onder de bescherming valt het exterieur van alle voornoemde, uit de jaren vijftig daterende complexonderdelen, alsmede de links van de toren staande hekpijler en het interieur van de kerk.
Omschrijving
De diverse onderdelen van het complex zijn opgetrokken in schone baksteen met accenten en decoraties van sierbeton en staan onder met verbeterde Hollandse pannen gedekte zadeldaken. De klokkentoren is door middel van een tussenlid met de kerk verbonden. Ook de andere bijgebouwen staan in verbinding met elkaar.
Redengevende omschrijving
Het kerkelijke complex is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.
- Het kerkelijke complex heeft cultuurhistorische waarde vanwege de belangrijke plaats van de kerk in het geestelijke leven van de bewoners van de Noordoostpolder.
- Het complex heeft architectuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van naoorlogse kerkarchitectuur en vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de detaillering. Het complex is tevens van belang als een karakteristiek werk in het oeuvre van een vooraanstaand bouwmeester.
- Het complex is van stedenbouwkundig belang vanwege de plaats in het oorspronkelijke stadsplan van Emmeloord en het heeft ensemblewaarde vanwege de sterke visuele en functionele relatie tussen de complexonderdelen.
- Het complex is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en gaafheid van het exterieur van de complexonderdelen en het interieur van de kerk.
Kerk
OBJECTOMSCHRIJVING
Inleiding
De met de voorgevel op de Nagelerstraat georiënteerde Nederlands Hervormde KERK ‘de Hoeksteen’ te Emmeloord met klokkentoren, verenigingslokaal annex catechisatielokaal met kosterswoning en aangebouwde pastorie is gebouwd in 1950-1951 in opdracht van het Bestuur van het Zuiderzeefonds van de Nederlands Hervormde Kerk. De kerk is van het type zaalkerk en is ontworpen door de Utrechtse ingenieur S. van Ravesteijn.
Uitvoerder was de firma Oordt uit Vriezenveen. De “traditionalistische” vormgeving van de kerk is evenals de aangebouwde klokkentoren Neo-Romaans te noemen, maar er is ook een verwantschap met de architectuur van de Delftse School. In 1954 vond een interne verbouwing van de kerk plaats. In 1957 verving een door Willem van Leeuwen gebouwd orgel het oorspronkelijke orgel, dat naar de N.H. kerk te Creil verhuisde.
Omschrijving
Vanuit een rechthoekige plattegrond in schone baksteen opgetrokken kerkgebouw onder een met gesmoorde, verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldaken, met loodrecht op de straat staande noklijnen. Gevels verlevendigd door accenten en decoraties van sierbeton en baksteen. Links van de kerk een door middel van een tussenlid met de kerk verbonden, vierkante klokkentoren. Toren, tussenlid en kerkportaal liggen achter één ononderbroken muurvlak. Torenschacht met kleine, door sierbeton omlijste vensters en wijzerplaten van uurwerk aan alle gevelzijden. Oostgevel met klein venster en een balkon met geprofileerde betonnen voetplaat en ijzeren hek voor een rondboog galmgat.
Achterzijde (westzijde) identiek qua detaillering. Noord- en zuidgevel eveneens identiek aan elkaar met liggend drielichtsvenster en deelzuiltje met teerlingkapiteel tussen twee gekoppelde rondboog galmgaten (bifora) boven een cassettenfries van sierbeton.
Uitkragende rand van zadeldak met kwarthol profiel en fries van klimmende keperbogen van sierbeton aan de gevelranden. Tussen toren en kerkportaal een tussenlid met plat dak en een ruitvormig venster aan weerszijden van een vierkant venster met diepliggende ramen en omlijsting van sierbeton. Uitkragende, op vijf met bloemen versierde klossen rustende, houten kroonlijst met fries van keperbogen en een gootlijst met ojiefprofiel.
Kerkgebouw met omlijste dubbele paneeldeur in door middel van het tussenlid met de toren verbonden portaal onder zadeldak. De voorgevel van het portaal is een puntgevel met in het midden een boven een gemetselde stoep staande dubbele paneeldeur binnen een omlijsting van kunststeen met zigzag decoraties. Boven de deur een ijzeren lantaarn en een wijzerplaat met deels ingemetselde wijzerplaat. De gevelranden en de kap zijn vergelijkbaar met die van de klokkentoren. Aan de rechter gevel een uitbouw onder lessenaardak met overstek. Aan weerszijden van de uitbouw een hoekliseen met een
betonnen hoekblok en een eveneens betonnen kraagsteen, die de aanzet is van de welving aan het deels houten overstek. Tussen de entree van het portaal en de hoekliseen een ruitvormig venster als het venster links van de entree. Een identiek venster staat in de zijgevels van het portaal boven het lessenaardak en het platte dak van het tussenlid. Achter het portaal de blinde puntgevel van het schip. Gevel- en dakranden als die van het portaal. Op de nok een kruis. Noordelijke langsgevel met vier kruisvormige decoratiemotieven en zes, binnen een kunsstenen omlijsting staande vensters met zes zesruits stalen ramen en aanzetstenen aan weerszijden van de gemetselde rondingen van de gespiegelde schouderbogen. Blinde achtergevel (westzijde)
met wijzerplaat, gevel-en dakranden als die in de oostgevel. Als bekroning een tuit in de vorm van een gemetselde, onder zadeldakje staande “aedicula” met aan voor- en achterzijde een rondboognis met ruitvormige uitmetselingen. Tegen deze kopgevel van het kerkgebouw, tussen de pastorie en het verenigingsgebouw, bevindt zich een onder een uitkragend lessenaardak staande uitbouw (consistoriekamer), waarin een venster met kruisraam en een groot, samengesteld venster. Tegen deze uitbouw staat een eveneens met het verenigingsgebouw en een bouwdeel met plat dak verbonden, niet onder de bescherming vallende aanbouw met plat dak.
De zuidelijke langsgevel van het kerkgebouw is vergelijkbaar met de noordgevel.
Grotendeels nog in oorspronkelijke staat verkerend kerkinterieur en inventaris.
Ingangsportaal met een groot tegeltableau tegels ter herinnering aan de stichting van de kerk. Links en rechts een rechtgesloten dubbele paneeldeur tussen portaal en kerkruimte. Eénbeukig schip met houten vloer en gepleisterde muren tussen volwandige, gelamineerde kniespanten (NEMAHO spanten) met rondboogvormige onderrand en kraagstukjes aan de boogaanzetten.
Onder de vensters kleine ruitvormige decoraties van schone baksteen met kleine verlichtingselementen. Aan de kap hangen drie verlichtingsarmaturen. Symmetrische,
oostelijke kopgevel met op ronde, ijzeren kolommen rustend orgelbalkon met een uit tien
segmenten samengestelde balkonbalustrade, waarvan de twee middelste segmenten
hoger opgaan en zijn voorzien van een cirkelvormige opening en een uit drie bollen
bestaande bekroning. Orgel en orgelbalkon dateren van 1957 en zijn afkomstig uit het
atelier van Willem van Leeuwen. Zeven-ledig, tegen de muur aanstaand orgel met drieledig rugwerk. Risalerende buitenste geledingen met gedraaide pilasters en bollen op de geprofileerde kapranden. Middelste orgelveld bekroond door een variant van het gebroken fronton. Rugwerk eveneens door bollen bekroond. De wand rondom het orgel is betegeld met later aangebracht, geluidsabsorberend materiaal. Aan de eveneens symmetrisch ingedeelde westelijke kopgevel een op een houten podium staande avondmaalstafel met bijpassend houten doopfont en dito lessenaar. Tegen de muur een eveneens houten kansel met aan getordeerde ijzeren stangen hangend baldakijn. De lagere muurdelen aan weerszijden van het kansel zijn van schone baksteen en bevatten houten borden en rondboog-lattendeuren met ruitvormige raampjes. In het midden van de ruimte een brede, enkele rij brede kerkbanken. Tegen de spantvakken, tussen de spantbenen zijn eveneens kerkbanken geplaatst.
De erfafscheiding aan de voorzijde van de kerk (Nagelerstraat) bestaat uit een tiental, kleine pylonen van beton. Een bakstenen pijler links van de toren markeert de entree tot het terrein.
Redengevende omschrijving
Het kerkgebouw complex is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de
stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.
- Het kerkgebouw heeft cultuurhistorische waarde vanwege de belangrijke plaats die de kerk inneemt in het geestelijke leven van de bewoners van de Noordoostpolder.
- De kerk heeft architectuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van naoorlogse kerkarchitectuur, vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vanwege de detaillering.
- De kerk is tevens van belang als een karakteristiek werk in het oeuvre van een vooraanstaand architect.
- Het gebouw is van stedenbouwkundig belang vanwege de bijzondere situering in het oorspronkelijke stadsplan van Emmeloord. De kerk heeft bovendien ensemblewaarde vanwege de sterke visuele samenhang en de functionele relatie met de overige onderdelen van het complex.
- De kerk is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van zowel het exterieur als het interieur.
Pastorie
OBJECTOMSCHRIJVING
Inleiding
De aan de Nederlands Hervormde kerk ‘de Hoeksteen’ aangebouwde PASTORIE met bijbehorende GARAGE is gebouwd in 1950-1951 in opdracht van het Bestuur van het Zuiderzeefonds van de Nederlands Hervormde Kerk (in de Noordoostpolder). De ontwerper was de Utrechtse ingenieur S. van Ravesteijn, de bouw is uitgevoerd door de firma Oordt uit Vriezenveen. De “traditionalistische” vormgeving van de pastorie is verwant aan de architectuur van de Delftse School. In 1976 heeft de pastorie een verbouwing ondergaan, waarbij onder meer een aantal vensters en de ruimteïndeling op de parterre is gewijzigd. In 1983 volgde een uitbreiding in de vorm van een erker. In de tuin van de pastorie staat een garage die deel uitmaakt van de oorspronkelijke opzet van het kerkelijke complex en eveneens onder de bescherming valt.
Omschrijving
Met de oostelijke langsgevel aan de rechter achterzijde van het kerkgebouw verbonden pastorie. Het onderkelderde huis is opgetrokken in schone baksteen en heeft een verdieping onder een met verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak, dat niet de gehele breedte van het pand bedekt. De platte dakdelen aan weerszijden van de dakschilden zijn voorzien van een betonnen rand met zes decoratieve elementen. De kopgevels zijn tuitgevels met uitgemetselde schouders en als schoorstenen functionerende tuiten. Tegen de oostelijke langsgevel staat een onder lessenaardak staande uitbouw, waarin een glasdeur met zesruits raam en een venster links ervan.
Rechts van de deur een in 1983 toegevoegde erker onder lessenaardak. De twee vensters hierin zijn voorzien van openslaande ramen. Boven het lessenaardak een symmetrisch ingedeelde verdieping, waarin drie rechthoekige vensters met kruisramen en twee kleine vensters, die alle onder een rollaag staan. De rechter bovenhoek van de gevel is uitgemetseld.
De op de Kampwal gerichte noordelijke kopgevel bevat een onder een bovenlicht staande lattendeur, die staat tussen een eenvoudige, op betonnen neuten staande omlijsting van uitgemetselde baksteen. Aan weerszijden van de deur een vierkant venster. Op de verdieping een rechthoekig venster met kruisraam onder een segmentboogvormige ontlastingsboog met een invulling van tegeltjes in de boogtrommel. Noordelijke langsgevel met op de begane grond twee paar gewijzigde, onder rollagen staande aluminium schuifdeuren. Op de verdieping een reeks van vijf, eveneens onder rollaag staande vensters met kruisramen. De zuidelijke kopgevel bevat op de verdieping een venster met kruisraam onder segmentboogvormige ontlastingsboog. De pastorie wordt met de garage verbonden door een tuinmuur met ezelsruggen en een deur tussen de hoger opgaande muurdelen met kunststenen frontonbekroning. De gevel van de pastorie, de tuinmuur en de noordelijke kopgevel van de garage liggen in één doorgetrokken muurvlak. In deze kopgevel van de garage staat een getoogde, dubbele garagedeur. De top van de gevel is vernieuwd en voorzien van kunsstenen kraagstenen bij de dakaanzet.
In de rechter hoek zijn eveneens van kunssteen vervaardigde schampstenen verwerkt. De beide langsgevels zijn blind. In de zuidelijke kopgevel staat een rechtgesloten deur onder rollaag.
Het inwendige van de pastorie is gewijzigd op de begane grond. De oorspronkelijke ruimteindeling op de verdieping is gehandhaafd. Het inwendige valt buiten de bescherming.
Redengevende omschrijving
De pastorie en de bijbehorende garage zijn van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.
- De pastorie en de bijbehorende garage hebben cultuurhistorische waarde als onderdelen van een kerkelijk complex dat een belangrijke plaats inneemt in het geestelijke leven van de bewoners van de Noordoostpolder.
- Pastorie en garage hebben architectuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukkingen van naoorlogse architectuur. Ze zijn tevens van belang als onderdeel van een karakteristiek werk in het oeuvre van een vooraanstaand architect.
- Ze zijn van stedenbouwkundig belang vanwege de bijzondere situering in het oorspronkelijke stadsplan. Ze hebben bovendien ensemblewaarde vanwege de sterke visuele samenhang en functionele relatie met de overige onderdelen van het kerkelijk complex.
- Pastorie en garage zijn tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de hoge mate van gaafheid van het exterieur.
De Vermaning
OBJECTOMSCHRIJVING
Inleiding
De bij de Nederlands Hervormde kerk ‘de Hoeksteen’ staande VERMANING van de Doopsgezinde Gemeente is gebouwd in 1950-1951 in opdracht van het Bestuur van het Zuiderzeefonds van de Nederlands Hervormde Kerk (in de Noordoostpolder). De ontwerper was de Utrechtse ingenieur S. van Ravesteijn, de bouw is uitgevoerd door de firma Oordt uit Vriezenveen. De “traditionalistische” vormgeving van de door middel van een toegevoegd tussenlid met het verenigingsgebouw verbonden vermaning is verwant aan de architectuur van de Delftse School.
Omschrijving
Met het platte bouwdeel en door middel van een (later toegevoegd) plat, terugliggend tussenlid met het verenigingsgebouw verbonden vermaning. Deze staat onder een met verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak met smalle platte dakdelen aan weerszijden. Het gebouwtje heeft boven beide langsgevels een smallere houten bovenbouw met vensters (drie per gevel) tussen de platte daken en de dakschilden.
Hierdoor konden vensters in de derhalve blinde langsgevels achterwege blijven. In de top van de noordelijke kopgevel staat een klein, rond oeuil de boeuf. De andere kopgevel is blind. Beide kopgevels worden bekroond door een zich verbredende tuit met dekplaat.
Tegen de zuidelijke kopgevel staat een ingangsportaal onder een met verbeterde pannen gedekt zadeldak met aan weerszijden een plat dakdeel, zoals bij een aantal andere complexonderdelen. De zuidelijke kopgevel van het portaal bevat een rond venster met uitgemetselde omlijsting. In de oostgevel van het portaal staat een rechtgesloten deur onder rollaag.
Het inwendige van de vermaning bevat geen bijzondere onderdelen en valt buiten de bescherming.
Redengevende omschrijving
De vermaning is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.
- De vermaning heeft cultuurhistorische waarde als onderdeel van een complex dat een belangrijke plaats inneemt in het geestelijke leven van de bewoners van de Noordoostpolder.
- De vermaning heeft architectuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van naoorlogse architectuur. De vermaning is tevens van belang als onderdeel van een karakteristiek werk in het oeuvre van een vooraanstaand architect.
- Het gebouwtje is van stedenbouwkundig belang vanwege de bijzondere situering in het oorspronkelijke stadsplan. Het heeft bovendien ensemblewaarde vanwege de sterke visuele samenhang en functionele relatie met de overige onderdelen van het kerkelijk complex.
- De vermaning is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van het exterieur.
Verenigingsgebouw Kosterswoning
OBJECTOMSCHRIJVING
Inleiding
Het bij de Nederlands Hervormde kerk ‘de Hoeksteen’ behorende VERENIGINGSLOKAAL en het er mee verbonden CATECHESATIELOKAAL met
KOSTERSWONING zijn gebouwd in 1950-1951 in opdracht van het Bestuur van het Zuiderzeefonds van de Nederlands Hervormde Kerk (in de Noordoostpolder). De ontwerper was de Utrechtse ingenieur S. van Ravesteijn, de bouw is uitgevoerd door de firma Oordt uit Vriezenveen. De “traditionalistische” vormgeving van de beide onderdelen van het complex is verwant aan de architectuur van de Delftse School. Het verenigingsgebouw annex catechisatielokaal is door middel van een later toegevoegd tussenlid verbonden met de vermaning. De verdieping was oorspronkelijk in gebruik als
kosterswoning. Tegenwoordig is er een kerkelijk bureau in gevestigd.
Omschrijving
Hoger opgaand, met de pastorie te vergelijken, als catechisatiegebouw met woonverdieping (kosterswoning) gebouwd rechter bouwdeel met verdieping onder met verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak. Aan weerszijden van de dakschilden een smal, plat dakdeel met zes decoratieve elementen aan de betonnen dakranden. De nok wordt bekroond door een houten dakruitertje met een concaaf gewelfd zadeldakje. De kopgevels zijn tuitgevels gelijk aan die van de pastorie en bevatten elk een klein venster.
De noordelijke langsgevel is op de begane grond verbonden met een verdiepingloze aanbouw onder plat dak. De verdieping bevat vijf vensters met nog enkele oorspronkelijke kruisramen en enkele gewijzigde ramen. De begane grond van de zuidelijke langsgevel heeft een symmetrische indeling met in het midden een binnen een omlijsting van geprofileerde kunststeen staande, dubbele paneeldeur met glasramen onder een bovenlicht met eenvoudige ijzeren decoratie.
Aan weerszijden van de deur een venster met kruisraam onder rollaag en uitgemetselde decoratie. De verdieping bevat een groter venster en rechts daarvan drie vensters met kruisramen als die op de begane grond.
Verdiepingloos linker bouwdeel (verenigingsgebouw) onder een met verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak met een plat dakdeel aan weerszijden. De symmetrische gevel bevat twee getoogde glasvleugeldeuren met aanzetstenen aan de segmentboogvormige ontlastingsbogen. Ze staan aan weerszijden van een groot, eveneens getoogd venster met twaalf-ruits ijzeren raam, een hardstenen onderdorpel en een ontlastingsboog als die boven de deuren. Kopgevel met in het midden een ruitvormige gevelversiering met uitgemetselde randen en een naar boven toe breder wordende tuit met dekplaat. Het gebouwtje is met de linker (westelijke) gevel door middel van een tussenlid met de vermanig verbonden.
Het inwendige van zowel het verenigingsgebouw als van het catechisatielokaal met bovenwoning bevat geen bijzondere onderdelen en valt buiten de bescherming.
Redengevende omschrijving
Het verenigingsgebouw en het hiermee verbonden catechisatielokaal met kosterswoning zijn van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.
- Het verenigingsgebouw en het catechisatielokaal hebben cultuurhistorische waarde als onderdeel van een complex dat een belangrijke plaats inneemt in het geestelijke leven van de bewoners van de Noordoostpolder.
- De bouwdelen hebben architectuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukkingen van naoorlogse architectuur. De pastorie is tevens van belang als onderdeel van een karakteristiek werk in het oeuvre van een vooraanstaand architect.
- Ze zijn van stedenbouwkundig belang vanwege de bijzondere situering in het oorspronkelijke stadsplan. Ze hebben bovendien ensemblewaarde vanwege de sterke samenhang en functionele relatie met de overige onderdelen van het kerkelijk complex.
- De bouwdelen zijn tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van het exterieur.
NAP hoogtebout.
Eigenlijk helemaal niet bijzonder.
Het zou pas bijzonder zijn als er in deze toren geen NAP peilbout geplaatst zou zijn.
Rijkswaterstaat kiest altijd goed fundeerde bouwwerken uit en dat zijn torens.
In heel Nederland zijn zo’n 35.000 peilmerken geplaatst.
Noem ze geen kernnetbout. Dat zijn die spijkers die je hier en daar tussen de stoeptegels ziet.