Zijn de buren blij met ons ?
Daarmee bedoel ik niet ‘blij met www.emmeloord.info’ , dat zit ‘over het algemeen‘ wel snor.
Lemmer Blankenham Blokzijl Kuinre Vollenhove Urk
Er zijn boeken vol geschreven over alle negatieve en desastreuze gevolgen van het Zuiderzeeproject.
Voor Urk is het nog steeds een open zenuw.
Da’s duidelijk. Doe ik niets aan af.
Maar met de wereldwijde stijging van het zeewater zou het toch wel spannend worden
Even out of the box, wat zijn de winstpuntjes.
Kuinre en Blankenham zijn de directe toegang tot het IJsselmeer (Zuiderzee) kwijt. Drama, de inkomsten van de Zuiderzee droogden meteen op. Maar het maakte ook een einde aan de talloze overstromingen.
De keuze om geen randmeer te laten bestaan tussen Noordoostpolder en oude land wordt tot op de dag van vandaag betreurt. Die dorpen aan de rand van het oude land hebben flink last van de lage grondwaterstand van hun nieuwe buren.
Het leidde daar tot “indrogende gronden” en dus tot verzakkingen. De Directie van de Wieringermeer stelde een commissie in om de gevolgen aan te pakken. Er waren tientallen boerderijen die door de indrogende gronden waren aangetast. Er waren stallen bij die helemaal verzakt waren, de ramen sprongen er uit, stallen waren onbruikbaar geworden. Dat kwam door de aanzuigende werking van het nieuwe land op het oude land. De Directie gaf opdracht om al die boerderijen die schade en last hadden, op te knappen. Draineren en infiltreren, buizen leggen, schepen vol!
Maar aan de andere kant, je rijdt er nu zo naar toe. Van Amsterdam naar Kuinre was vroeger een stuk verder.
Nieuw hoofdstukje. Moet nog groeien. U mag reageren.
Lemmer
Voor Lemmer bleef de toegang tot het IJsselmeer overeind.
Maar de stad uitbreiden in zuidelijke richting was niet meer mogelijk.
De Noordoostpolder trok zijn nieuwe grens meteen onderaan de oude zeedijk.
En dat werd later ook de grens tussen de provincie Flevoland en Friesland.
Lemmer had de smoor in.
Gemeente Lemsterland, waartoe Lemmer behoort heeft daarom in 1960 een wijziging van de gemeentegrens aangevraagd bij de kroon.
In 1963 besloot de regering om 70 hectare van de Noordoostpolder af te snoepen en toe te voegen aan Lemmer.
De woonwijk Lemstervaart is hier nu gerealiseerd. Een moderne en strakke wijk.
Voor basisschool De Meerpaal staat een kunstwerk van de Emmeloordse kunstenaar Arend Ypma.
Het plastiek beeldt drie vissen uit; de kleine vis tussen twee grotere symboliseert de geborgenheid van een kind.
Blankenham
Blankenham heeft ook geprofiteerd van de Noordoostpolder.
Het maakte een einde aan al hun dijkdoorbraken en overstromingen en het gaf hun eindelijk de mogelijkheid om (veilig) buitendijks te kunnen bouwen.
Blankenham heeft veel te lijden gehad van de voormalige Zuiderzee. De watervloed van februari 1825 richtte grote schade aan. De zeedijk werd op zes plaatsen doorbroken. Daardoor spoelden 16 van de 35 huizen geheel weg. De mensen beschikten over te weinig vaartuigen om te vluchten. Sommigen konden een hooischelf bereiken en daarop gezeten de vloed overleven. Maar 28 ‘menschen’ verloren het leven. En 1060 stuks rundvee , 52 paarden , 122 schapen en 16 varkens.
De komst van de Noordoostpolder beschermt hen nu voor overstroming.
Omdat de gemeentegrens van Noordoostpolder niet strak onder langs de dijk loopt, hielden ze ruimte genoeg over en konden zij na de drooglegging een nieuwe wijk ‘buitendijks’ aan te leggen. Op eigen grond. Dijk en talud horen bij het oude land.
Blokzijl
Blokzijl trekt zich niet veel aan van die polder.
Door de inpoldering verloor Blokzijl z’n functie als havenplaats. Enkele vissersfamilies zochten een andere plek voor hun broodwinning. Anderen vonden, evenals in Vollenhove en Lemmer, een nieuwe bestaansbron in de recreatie.
De toerist heeft Blokzijl echter ontdekt als toonbeeld van een oud-Hollandse plaats, waar het zowel ’s zomers als ’s winters goed toeven is.
Kortom, Blokzijl redt het prima, met of zonder polder.
Korte verandering
Toen de Noordoostpolder eenmaal een feit was, bleek dat er een betere wegverbinding nodig was tussen het oude en nieuwe land. Het is dan ook hieraan te danken dat in 1950 de weg van Blokzijl naar Steenwijk werd geopend.
De inpoldering zorgde voor een opleving. Er vestigden zich arbeiders en ingenieurs in het stadje. De middenstand deed ook goede zaken met de eerste bewoners van het nieuwe land. Ook de smid voer er wel bij. Hij had volop werk met het beslaan van paarden, die in de zware klei nogal eens hoefijzers verloren.
Maar de poldergemeenschap kwam algauw op eigen benen te staan. Zakenlieden uit de randgemeenten Lemmer, Blokzijl en Vollenhove, die hoopten op ontplooiingsmogelijkheden in de nieuwe polder, merkten dat men daar zelf z’n zaakjes ging regelen.
Het werd duidelijk dat de polder op den duur niet met het oude land, maar met de nieuwe Flevopolders een provinciale eenheid zou gaan vormen.
In die korte bloeitijd voor Blokzijl was het niet nodig geweest drastische ingrepen in de oorspronkelijke aanleg te doen.
Het stratenpatroon bleef hetzelfde, een modern bedrijventerrein buiten Blokzijl bleef kleinschalig en vormde geen aantasting van het stedelijk schoon. Het “stadje” kreeg in 1973 de status “Beschermd Stadsgezicht” en telt meer dan vijftig panden die aangewezen zijn als Rijksmonument.
Wat hebben we nog van Blokzijl ?
Een vuurtorentje. Midden in onze polder
Een vergelijkbare strekdam als die van Oud Kraggenburg liep vanaf Blokzijl de Zuiderzee in. De haven van het stadje Blokzijl dreigde nog weleens te verzanden. Om de verzanding tegen te gaan, is er destijds een strekdam aangelegd, richting ZW. Toen de Noordoostpolder droog viel verloor deze aanvaar-route voor Blokzijl natuurlijk zijn functie en is de hele boel opgeblazen.
De lange strekdam is weer afgegraven en de basaltblokken zijn hergebruikt.
De hang naar geschiedenis komt altijd achteraf. (!)
Daarom is in 2008 een fraaie replica gebouwd, op exact dezelfde locatie die op 5 juni 2008 feestelijk is geopend
Kuinre
Het oude Kuinre strekte zich uit tot op het grondgebied van de huidige polder.
Toen de polder in 1942 droog viel lag de haven van Kuinre in de Noordoostpolder.
De basalten keien van het havenhoofd zijn hergebruikt bij de aanleg van de Noordoostpolderdijken.
Aan het eind van de 11 eeuw ontstond de heerlijkheid Kuinre, op de plek waar de rivieren de IJssel en de Kuinder in de Zuiderzee stroomden. Ze bouwden tussen 1165 en 1197 een burcht aan de rand van de Zuiderzee. Een reconstructie daarvan is nog te zien in het Kuinderbos.
De roofridders van Kuinre waren geen best volkje. Toch is Kuinre goed vertegenwoordigd in het wapen en de vlag van Noordoostpolder.
In het wapen van Noordoostpolder is Kuinre goed vertegenwoordigd.
Er zijn inderdaad diverse linken met Kuinre.
- De naam Emmeloord is ontleend van het buurtje op Schokland. Schokland viel in de tijd onder het gezag van de Heren van Kuinre.
- De oude havenhoofden van Kuinre lagen op het grondgebied van de huidige Noordoostpolder
- In de Noordoostpolder zijn restanten gevonden van twee burchten van de Heren van Kuinre
Die Heren van Kuinre waren geen lieverdjes. Roofridders. Piraten.
Toch zijn ze goed bedacht in ons wapen en gemeentevlag: drie van de vier vlakken hebben een link met Kuinre :
- Linksboven:
Achtergrondkleur azuur (blauw) met een zilveren Lely
De Lely is natuurlijk voor minister van Waterstaat dr.ir. C. Lely, de “grand old man” van de Zuiderzee. - Rechtsboven:
Achtergrond in goud met een burcht, kleur sabel.
Het graafschap Kuinre omvatte de gehele tegenwoordige Noordoostpolder plus een gebied tussen Weststellingwerf en Vollenhove. - Linksonder:
Achtergrond kleur goud met Vijf strepen in kleur ‘ keel’
Afgeleid van het oude wapenschild van Kuinre - Rechtsonder :
Achtergrond kleur azuur met een penning van zilver
Kuinre had het muntrecht. Het muntatelier heeft in Emmeloord (Schokland) gestaan.
Ook de gemeentevlag toont trots de burcht van Kuinre.
De kleuren van de vlag zijn ontleend aan het wapen. Alleen het geel en zwart is weggelaten.
Voor de burcht is rood gekozen omdat rood een beter kleuraccent geeft.
De lely is natuurlijk ontleend aan minister van Waterstaat dr.ir. C. Lely, de “grand old man” van de Zuiderzee.
De gemeenteraad stelde op 28 augustus 1963 de gemeentevlag vast.
KUINRE
Voor sommigen een beetje verwarrend…
De plaats heet Kuinre, maar het bos heet Kuinderbos, niet Kuirebos.
Havenhoofd Kuinre
De Oude Haven en het havenhoofd aan de Hopweg liggen in het Kuinderbos.
Ze herinneren aan de tijd dat Kuinre nog een Zuiderzeeplaats was en er een levende handel was met Amsterdam.
De haven van Kuinre was in de Middeleeuwen belangrijk voor de visserij en scheepvaart.
De toegang tot de haven werd in de loop der tijden door verzanding steeds slechter.
Met een paar lange havenhoofden (een in zee uitlopende pier) probeerde men de toegang van Kuinre naar de Zuiderzee open te houden.
Op de rechterdam stonden twee havenlichten.
Zag men die op één lijn dan voer men recht de haven binnen.
Toen de polder in 1942 droog viel lag de haven in de Noordoostpolder.
De basalten keien van het havenhoofd zijn hergebruikt bij de aanleg van de Noordoostpolderdijken.
In 2016 is het erfgoed gerestaureerd.
Het ‘Buitenfonds’ en boswachter Harco Bergman hebben zich flink ingespannen om het vervallen havenhoofd weer in ere te herstellen.
Burcht van Kuinre
In de 11-12e eeuw viel het toenmalige Nederland onder gezag van Duitsland. Omdat de Duitse keizer onmogelijk alles zelf in de gaten kon houden, gaf hij delen van zijn gebied aan vertrouwelingen. Ook de rechten werden daarmee uitgeleend. Zo ontstonden er in Nederland veel zogenaamde vorstendommen.
Maar ver weg van het toezicht van de baas en omdat er ook onderling soms van gebieden geruild werd ging zo’n ‘Heerlijkheid’ nog wel eens zijn eigen gang.
De heerlijkheid Kuinre was aan het eind van de 11e eeuw ontstaan op de plek waar de rivieren de IJssel en de Kuinder in de Zuiderzee stroomden. De heren van Kuinre waren belangenbehartigers van de bisschop van Utrecht. Het liefst gingen ze echter hun eigen gang. Het was hier een onherbergzame, moerassige streek. De heren leefden van de jacht en de visserij.”
Ze bouwden tussen 1165 en 1197 een burcht aan de rand van de Zuiderzee. Een reconstructie daarvan is nog te zien in het Kuinderbos. De spaarboog waardoor bezoekers de burcht betreden, valt het meest op. Vanwege de vorm denken de mensen dat dit een poort is, maar de naam spaarboog zegt het eigenlijk al: deze boog is gemaakt om stenen uit te sparen, want die waren in deze streek van veen en water erg duur.
Op de heuvel staan naast de spaarboog dertien stiepen in een cirkel. Een stiep is een fundering waarop een stenen pilaar of een houten paal heeft gerust. „Net zoals de spaarboog zijn ze nagemaakt.”
In de tweede helft van de 14e eeuw beginnen de heren van Kuinre de zwaarbeladen schepen van de Hanzesteden op de Zuiderzee te overvallen. Waarschijnlijk vroegen ze om veel tolgeld, want wat moet je met een schip vol graan of huiden in een streek waar toch bijna geen mensen wonen?
Rond 1300 moesten ze hun burcht prijsgeven aan de golven. Een paar honderd meter verderop bouwden ze een tweede versterking.
Na klachten van Hanzesteden zoals Hasselt, Kampen en Zwolle werd de macht van de heren van Kuinre steeds verder ingeperkt. Onder bisschop Boudewijn van Holland werden de heren van Kuinre zelfs alle rechten op hun gebied ontnomen.
Bron: Bert de Boer Reformatorisch Dagblad
Meetstoel Kuinderbos
Bij de inpolderring van de Noordoostpolder moesten onder andere kanalen, dijken en wegen worden aangelegd.
Hiervoor was het van belang dat het gebied in kaart werd gebracht.
Om de Noordoostpolder droog te kunnen leggen, werden eerst dijken en kanalen in het IJsselmeer aangelegd.
Een exacte plaatsbepaling was hiervoor noodzakelijk.
Vanaf meetstoelen, of meetstellingen in het water konden andere punten in de nieuwe polder nauwkeurig worden bepaald.
De vijf meetstoelen in de Noordoostpolder waren allemaal verschillend van vorm.
Om wegrotten te vertragen werden de houten palen behandeld met boliden zout.
Na de drooglegging waren de meetstoelen niet meer functioneel en zijn verwijderd of aan hun lot overgelaten.
De lijnen van deze driehoekige meetstoel staan gericht op de toren van de rooms-katholieke kerk van Kuinre en de Nederlands Hervormde kerk in Blankenham.
Meten is weten.
De exacte coördinaten van de meetstoel waren de basis voor verdere metingen.
Het baggeren van watergangen gebeurde al voordat het water door gemalen uit de polder werd weggepompt
Toen de drassige grond boven kwam, werden tractoren met brede rupsbanden gebruikt.
Met behulp van een sextant en een boven het riet uitstekende stoel op de tractor kon men de plaats ten opzichte van de verschillende meetstoelen bepalen.
Onderduikershut
In het Kuinderbos in Noordoostpolder is een replica van een onderduikershut gebouwd.
Het Kuinderbos was in de Tweede Wereldoorlog een toevluchtsoord voor onderduikers, verzetsmensen en gecrashte piloten. De nagebouwde hut zou vorig jaar worden geopend in het kader van het 75e jubileumjaar van de bevrijding, maar corona maakte dat onmogelijk.
Bij de onderduikershut staat een informatiezuil waar bezoekers kunnen luisteren naar onderduikersverhalen uit de oorlog. Staatsbosbeheer en de Oranjevereniging Noordoostpolder hebben voor het project geld gekregen van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Lionsclub Noordoostpolder.
Op zondag 6-6-2021 is de onderduikershut officieel geopend. De opening werd verricht door wethouder Wiemer Haagsma van Noordoostpolder en wethouder Tiny Bijl van buurgemeente Steenwijkerland.
Waar anderen meeschrijven was www.Emmeloord.info erbij.
DE NAAM EMMELOORD
Emmeloord ontleend zijn naam aan het oude buurtje op de noordpunt van Schokland.
Schokland was een eiland in de Zuiderzee.
Het brokkelde steeds verder af en de armoede was groot.
In 1859 hebben de laatste bewoners het eiland moeten verlaten.
Door de komst van de Noordoostpolder kwam dit voormalig eiland, als een bult in het vlakke polderland weer boven water.
Schokland viel in de tijd onder het gezag van de Heren van Kuinre. Deze zeerovers gebruikten Schokland uit uitvalsbasis om schepen die voeren op de Almere, de latere Zuiderzee, te beroven.
Kuinderschans
De Kuinderschans was een schans in Kuinre langs de Kuinder in de provincie Overijssel.
Wat is een schans ?
Een schans of verschansing is een oud verdedigingswerk, meestal gemaakt van afgegraven aarde. Schansen kunnen gebouwd zijn als kleine vestingswerken door en voor militairen of door de lokale bevolking voor hun bescherming zoals de boerenschansen in de 16de en 17de eeuw.
Was was de Kuinder ?
De Tjonger of Kuinder (ook genoemd de Kuunder)) is een riviertje dat van zuidoost naar het zuiden van de Nederlandse provincie Friesland loopt.
De schans van Kuinre (1581) is een van de schansen van de Friese waterlinie. Enkele andere schansen zijn de Blessebrugschans en de Zwartendijksterschans. Ze werden aangelegd tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). De functie van de Kuinderschans was om passage over de Zuiderzeedijk en een aanval vanaf water te blokkeren. Tijdens de Tweede Münsterse Oorlog (1672-1674) werd de schans door het leger van Bernhard von Galen, bisschop van Münster, veroverd.