Artikel “Het Rotterdams parool” 6 juni 1959
100 jaar na de ontruiming van Schokland
SCHOKLAND eiland op het droge Honderd jaar geleden verdreef de wet 600 SCHOKKERS UIT DE ZUIDERZEE
automatische tekstherkenning uit krant
SCHOKLAND eiland op het droge Honderd jaar geleden verdreef de wet 600 SCHOKKERS UIT DE ZUIDERZEE
OP twee plaatsen in het vlakke land van de Noordoostpolder steken forse iepenbomen hun robuuste kruinen metershoog de lucht in. Zij markeren twee van de drie woonterpen van het voormalige eiland Schokland; Emmeloord en Middelbuurt. De iepen zijn ongeveer tachtig jaar oud. Zij zijn na de ontruiming van het eiland geplant. Op het bewoonde eiland was geen plaats voor bomen. Zoals er ook geen plaatswas voor bloemen. Er was ternauwernood ruimte voor de ongeveer 600 bewoners, die op de drie terpen bijeen hokten en die zich noch door de zee, noch door de onvoorstelbare armoede lieten verdrijven. Er moest een wet aan te pas komen om definitief een puntte zetten achter de lange lijdensweg van die paar honderd Nederlanders. Voor de kosten van ontruiming werd op de Rijksbegroting 1859 een bedrag van ƒ 140.000. uitgetrokken. De kosten van het doodvonnis over de gemeente Schokland. Het eiland Schokland bleef eenzaam achter inde woelige baren van de Zuiderzee. Als een stuk grondgebied van de gemeente Kampen. Een brok historie was ten einde. historie van Schokland gaaf terug tot in het zeer verre verleden. Archeologen van de oudheidkundige afdeling van de Wieringermeerdirectie zijn eens in het nieuwe land van de IJsselmeerpolders gaan snuffelen en zij hebben aangetoond, dat deze streek reeds inde jonge steentijd en de bronstijd werd bewoond. In het oude kerkje van Middelbuurt liggen de bewijzen. Daar liggen de primitieve gebruiksvoorwerpen van de bewoners naast een schedel vaneen steppenwisent, een stuk slagtand van een mammoeth, een stuk scheenbeen vaneen wolharige neushoorn en een stuk gewei vaneen reuzenhert. Maarde zee drong op en dreef de bevolking steeds verder terug. Br bleven tenslotte slechts twee eilanden over; de keileembult Urk en de veenklomp Schokland. Burgemeester Gerrit Jan Gillot, afstammend van de Hugenoten, heeft ’t als laatste eerste burger van Schokland niet gemakkelijk gehad. Bij storm stond vrijwel heel Schokland onder water. Alleen de drie woonbuurten staken dan als kleine eilandjes boven de golven uit, en dikwijls moesten de bewoners naar de nettenzolders van hun armoedige huizen vluchten om aan hef dreigende water te ontkomen. In 1825 „golfde” Schokland, toen de februaristorm het eiland als een brullend monster besprong.
Ruim 500 van de toen nog 700 bewoners konden niet meer in hun levensonderhoud voorzien. Toch bleven de Schokkers hun eiland trouw. Zij bouwden in 1834 nog een nieuwe hervormde kerk in Middelbuurt. De haven van Emmeloord werd verbeterd. Burgemeester Gillot slaagde er zelfs ineen paar calicotweverijen op het eiland te vestigen. Maarde bitterste armoede bleef de vaste metgezel van de Schokkers en de zee bleef aanvallen. IN het voorjaar van 1859 begon de uittocht. De huizen op het eiland werden afgebroken. Alles wat nog bruikbaar was werd inde vissersboten geladen. Stapels pud hout werden ter plaatse verbrand. De rook van de vuren kringelde omhoog naar de hemel als vaneen offer, dat een stil gebed van de Schokkers meer inhoud moest geven. Een gebed, dat het onheil van Schoklands ontruiming alsnog mocht worden afgewend. Maar Klaas Koridon trok met zijn gezin naar Kampen. Willem Zalm vertrok met zijn vrouw naar Vollenhove, Cees Kwakman kreeg ƒ 100.— om af te breken en in Volendam te bouwen. ledere week bracht burgemeester Gillot rapport uit aan, de ~Heer Commissaris des Konings” in Overijssel. Steeds kaler werd het eiland. Steeds dunner de bevolking. In Kampen bouwden de Schokkers met de meegebrachte materialen de Schokkerbuurt en op 10 juli wandelde burgemeester Gillot, met ambtsketen, in gezelschap van de veldwachter, voor de laatste maal over zijn verlaten eiland. De volgende dag droeg hij de bescheiden en roerende goederen van zijn voormalige gemeente over aan Kampen. Het was niet veel, dat hij af te geven had: een vlag, een vlaggestok, een stembus, twee handbrandspulten met 13 emmers, brandhaken en brandladders, zijn ambtsketen, een bedrag van ƒ 272.51%, zijnde het batig saldo der rekening van de gemeente Schokland over het tijdvak 1 januari tot en met 9 juli 1859, plus ~ene sabel, die op dit ogenblik nog door de veldwachter wordt gebruikt.” DE gemeente Schokland was niet meer. Slechts een paar woningen en de kerk bleven op het eiland staan. Drie gezinnen keerden naar het eiland terug. Een havenmeester, een lichtwachter en een kantonnier, allen in dienst van Waterstaat. De schippers en vissers maakten namelijk ernstig bezwaar tegen het voornemen om het eiland maar aan de golven prijs te geven. Bij storm bood het een goede beschutting. Een nieuwe episode brak aan. De bewoners kregen veel „aanloop” van vissers en l schippers. Er werden zelfs winkel-Omgeven door opgroeiend geboomte liggen op de reeds in 1855 ontruimde woonterp Zuidert de gerestaureerde fundamenten van de voormalige parochiekerk, van Ens, het zuidelijke deel van het eiland, met de bouw waarvan rond MOO werd begonnen. Het is alles wat van de bebouwing op deze terp is overgebleven. Tot 1922 stond er nog één huisje, waarin de lichtwachter woonde. In dat jaar verhuisde hij met zijn gezin, wegens overstromingsgevaar, naar Middelbuurt. De stilte viel over Zuidert. Een stilte, die nog steeds niet is verbroken.
(Vaneen onzer verslaggevers) TTONDERD jaar geleden was de droeve uittocht 1J- van het volk van Schokland in volle gang. Wat de zee ineen eeuwenlange strijd niet klaar had kunnen krijgen werd door de wet van 16 december 1858 „houdende maatregelen tot ontruiming van het eiland Schokland” een realiteit. De Schokkers werden uit hun vermeend domein verdreven. Zij scheepten zich met hun schamele bezittingen in en vertrokken naar Kampen, Vollenhove, Blokzijl en Volendam. Op 10 juli 1859 hield de gemeente Schokland op te bestaan en burgemeester Gerrit Jan Gillot kreeg eervol ontslag. Dat was honderd jaar geleden. Er is in dè afgelopen eeuw heel wat gebeurd. Burgemeester Gerrit Jan Gillot en al die andere bannelingen van het eiland zijn niet meer. De Zuiderzee werd IJsselmeer en het IJsselmeer rond Schokland is ook niet meer. Schokland is thans een eiland op het droge. Een lange veenrug met drie bulten middenin de vruchtbare Noordoostpolder. Een van onze verslaggevers is dezer dagen eens naar Schokland toegereden. Inde in 1834 gebouwde hervormde kerk op de Middel- of Molenbuurt, waarin het oudheidkundig museum voor de Zuiderzeepolders Is gevestigd, heeft hij de geschiedenis van Schokland voor u opgetekend.
In het oude hervormde kerkje van Middelhuurt liggen de talrijke bewijzen, dat het gebied van de Noordoostpolder rond Schokland reeds in de Jonge Steentijd werd bewoond. Veel gevonden materiaal herinnert ten dele aan de diep ingestoken versiering van de trechterbekers hunebeddencultuur), ten dele ook aan de klokbekercultuur. Een brok historie van bijna vijfduizend jaar ligt hier tentoongesteld. tjes geopend voor het fourageren van het schippersvolk. Havenmeester Harm Smit van Schokland werd de populairste man van de Zuiderzee. In 1932 kwam de Afsluitdijk en de drie gezinnen, die de stormvloed van 14 januari 1918 hadden overleefd, haalden verlicht adem. Bijna tien jaar later werd de dijk van de Noordoostpolder gesloten en toen er nog 80 cm water stond rond het eiland voerende laatste bewoners weg. Schokland was leeg. DE kerk van Middelbuurt staat er nog. Inde pastorie woont de archeoloog en oudheidkundige G. Ek van der Heide. Een man, die alles van Schokland weet wat er van bekend is. Hij woont er niet eenzaam. Ruim 35.000 mensen komen ieder jaar het museum bezoeken en kijken over de nog aanwezige houten zeewering uit over de vruchtbare akkers van de Noordoostpolder. De lichtwachterswoning en het misthoornhuisje van Emmeloord staan er ook nog. De rest van da oude bebouwing is gesloopt. Vier nieuwe boerderijen zijn er voor in de plaats gekomen. Op het oude» eiland, inde beschutting van het struikgewas, dat rijkswaterstaat op de voormalige zeewering heeft ge-* plant, groeien aardappels, erwten en graan. Op 19 april 1944 stierf in Kampen, 91 jaar oud, Hermanus de Boer, de laatste echte Schokker. De zee is niet meer. De Schokkerbuurt in Kampen is opgeruimd. Schokland is een eiland op het droge. Een oase voor historici. Een nieuwe toeristische trekpleister van Nederland.
Leverde de Wierinsermeer achttien scheepswrakken op, inde Noordoostpolder werden reeds 56 scheepswrakken vastgesteld. De route naar de bloeiende Hanzestad in vroeger jaren, Kampen is daaraan niet vreemd. Vele wrakken zijn reeds uitgegraven. Een deel van dit resultaat ziet u in het oudheidkundig museum op Schokland, waar „deze vloot komt aanvaren”.
Vlierstruiken groeien tegen de houten zeewering op, die Middelbuurt in vroeger jaren bescherming moest bieden tegen het aanstormende weld van de zee. Onder de tachtig jaar oude iepen het hervormde kerkje met de pastorie. Rechts op de foto een oud-hoogwater kanon, de loop thans gericht op aardappelen en een zee van ruisend graan.
Dit is de voormalige haven van Emmeloord. Twintig jaar geleden zochten hier schepen een veilige toevlucht bij de naderende storm. De havendammen zijn gesloopt. Een struikbeplanting op de fundering geeft de vorm van dc haven aan. Inde haven staat een moderne melkmachine, stamboekkoeien grazen er tevreden in rond en schuren zich zo af en toe aan de enige meerpaal, die wat verloren tussen de boterbloemen staat. Op de achtergrond, op de oude woonterp het voormalige misthoornhuisje van Emmeloord, dat met de lichtwachterswoning de tijd heeft overleefd.
Binnenkort …
