Oorsprong woord ‘carillon’
In de jaren dat nog niet iedereen een klok of uurwerk bezat, was het op zekere tijd toch wenselijk dat burgers en buitenlui wisten hoe laat het was.
Zo kon je op tijd op het werk of je afspraak verschijnen.
Daarom verschenen er uurwerken in torens en hoge gebouwen.
Omdat die wijzers niet voor iedereen goed zichtbaar waren, werd met een bronzen luidklok op het hele uur het aantal uurslagen gegeven. Zo kon je ook hóren hoe laat het was.
Er was echter vaak verwarring. ‘Sloeg de klok net negen keer? Of toch tien keer? Heb ik de eerste slag misschien gemist?’
Om dat probleem te voorkomen werd met vier kleinere klokjes een kort melodietje gegeven zodat men wist: ‘opletten, hierna komen de uurslagen’.
Een soort voorslag, een aankondiging.
De beroemdste voorslag is de melodie van de Big Ben.
Het woord carillon is een verbastering van quadrillon. In dat woord is het getal vier te herkennen. Want het begon met vier klokken.
En zoals dat gaat….. als Amsterdam vier klokjes heeft, komt Den Haag opeens met zes klokjes. En dan Deventer met 12 klokjes, en dan …..
De Poldertoren heeft een carillon van 48 klokken.
Werking carillon
Alle klokken van het carillon, behalve de grote luidklok bovenin, zijn vast opgehangen. Ze gaan dus niet heen en weer. Aan de binnenkant van de klok zit een klepel die met een staalkabel verbonden is met het stokkenklavier van de beiaard.
Vroeger
Vroeger zaten er hamers aan de buitenkant van de klokken.
Die hamers werkten elektrisch en waren aangesloten op een speelautomaat.
(De automaat die ieder kwartier een muziekje maakt.)
Elektro-mechanisch dus.
In 2020 heeft het carillon een grote renovatie ondergaan.
De hamers zijn verwijderd en de speelautomaat trekt nu aan dezelfde kabels die van de speeltafel naar de klepels gaan.
De speeltijden
Anne Kroeze speelt op donderdag van 11.00 tot 12.00 en vrijdag van 19.00 tot 20.00 uur.
In de zomermaanden worden regelmatig concerten gegeven
Luidklok
Alleen de grote bovenste klok, de Juliana Regina kan heen en weer worden bewogen. Zo’n luidklok met slingerende klepel geeft het traditionele klokkengelui.
Omdat de luidklok 2382 kilo weegt, is daar met de berekening van de toren rekening mee gehouden. De doorsnede van de klok is 1,56 meter.
De klok heeft aan de binnenkant overigens ook nog twee hamers verbonden met de speeltafel en de automaat. Op het hele uur slaat de klok het aantal uren.
Het luiden van de klok gebeurt op zaterdagavond 19:00 uur en op donderdagmorgen 12:00 uur.
Omdat er iets mis is met de apparatuur, is dit al eventjes geleden.
Automatisch speelwerk
Vroeger
De klokken werden vroeger aangestuurd door een bandspeelwerk. Dat kan je vergelijken met het ‘boek’ in een draaiorgel. Een soort ponsband waar de beiaardier gaatjes in heeft geprikt.
Tegenwoordig
Tegenwoordig worden de melodietjes opgeslagen in een computer.
De aansturing gaat middels een compressor. Met hydraulische (of pneumatische) klepjes en ventielen wordt aan dezelfde staalkabels getrokken die aan de toetsen (stokken) van de beiaard verbonden zijn.
Beiaard
A.D. van Eck, hoofd van de bouwkundige afdeling van de toenmalige Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken), heeft zich sterk gemaakt voor de totstandkoming van een beiaard.
Een actie onder de bevolking, waartoe A.D. van Eck de aanzet had gegeven, leverde in totaal 48 klokken op.
Zo schonk ieder dorp in de Noordoostpolder een klok. (zie Marknesse onderaan)
De Beiaard
De Beiaard heeft 48 in de jaren 1958/59 door klokkengieterij Eijsbouts gegoten klokken, volgens de reeks c1 (2382 kg)-d1-chromatisch-c5.
De zwaarste klok met de naam ‘Juliana Regina’ weegt 2382 kg en doet tevens dienst als luidklok.
De kleinste klok weegt 13 kg
Kosten
In de Noordoostpolder is een carrillon-commissie ingesteld, die zal moeten trachten ƒ 45.000,–bijeen te brengen van de bevolking als aandeel in de aanschaffingskosten voor een carillon, dat in de Poldertoren, die nu alhier in aanbouw is, zal worden opgehangen. Dit carillon moet ƒ 115.000,–kosten. Daarvan draagt de waterleidingmaatschappij Overijssel ƒ 35.000,–bij, de gezamenlijke aannemers in de NOP ƒ 25.000,- de N.V. IJsselcentrale ƒ10.000,-. De heer H. Held te Emmeloord is in opleiding voor beiaardier in Amersfoort.
Friese koerier 04-04-1958
Opening
Zaterdagmiddag heeft de minister van Verkeer en Waterstaat, drs. H. A. Korthals, te Emmeloord een carillon van 48 klokken aanvaard, dat hem bij monde van de heer W’. G. de Feyter werd aangeboden namens de stichting „Carillon Poldertoren”. Met een druk op de knop, stelde de minister het carillon, dat is ondergebracht in de poldertoren, in werking.
Overijsselsch dagblad 22-06-1959
Luiden
Bij luiden zwaait men de klok heen en weer zodat de klepel afwisselend tegen de beide zijden van de klok slaat; dit in tegenstelling tot speelklokken in een beiaard die stil hangen en bespeeld worden.
Kleppen
Bij kleppen hangt de klok stil waarbij alleen de klepel wordt bewogen of men zwaait de klok heen en weer waarbij de klepel van de klok slechts aan één zijde slaat.
Beieren
Bij het beieren hangt de klok stil en beweegt men de klepel naar de klokwand toe totdat de klepel de klok raakt. Deze manier wordt gebruikt bij het bespelen van een beiaard (vandaar ook wellicht de herkomst van de naam beiaard), maar ook bij uitzonderlijke klokken.
Bron : wikipedia
Inscripties klokken
ook wel ‘klokkespreuk’ genoemd.
- Juliana Regina (Koningin Juliana) Grootste klok – luidklok 2382 kg – Toon c ‘
- Lely ; Fait ce que dois, advienne que pourra (doe wat moet, wat er ook gebeure moge) – Toon d ‘
- A.D. van Eck, bouwmeester NOP ; Facta non verba (daden, geen woorden) – Toon e ‘
- De arbeid; Ora et Labora (Bid en werk)
- De vrede; Post Secundum Anno Tertium Decimo (In het dertiende jaar na de Tweede Wereldoorlog) toon – fis ‘
- Concordia Res Parvae Crescunt (eendracht maakt macht) – toon g ‘
- Ratio Omnia Vincit (Overleg overwint alles)
- Emmeloord – Toon gis ‘
- Marknesse – Toon a ‘
- Ens – Toon bes ‘
- Kraggenburg – Toon b ‘
- Creil – Toon c ”
- Tollebeek – Toon cis ”
- Espel – Toon d ”
- Nagele – Toon dis ”
- Rutten – Toon e ”
- Bant – Toon f ”
- Luttelgeest – Toon fis ”
Versieringen klokken
Het merkteken (gieterssignatuur) van de klokkengieter is “EIJSBOUTS ASTENSIS ME FECIT ANNO MCMLVIII en MCMLIX
Het betekend : Eijsbouts Asten maakte mij in 1958 en 1959.
De luidklok en alle andere klokken zijn ook voorzien van afbeeldingen, ontworpen door de kunstenaar en beeldhouwer Ybe van der Wielen.
De speeltijden
Anne Kroeze speelt op donderdag van 11.00 tot 12.00 en vrijdag van 19.00 tot 20.00 uur.
In de zomermaanden worden regelmatig concerten gegeven
Beiaardier
De eerste tonen
Na oplevering van het carillon (1959) is het instrument voor het eerst bespeeld door de stadsbeiaardier van Delft, Leen ’t Hart. (Delft, 1920 – 1992)
“Door een druk op de knop zette de minister de grote luidklok, die de naam van koningin Juliana draagt in beweging, waarna de Delftse beiaardier Leen ’t Hart een carillonconcert gaf. Daarmee was de officiële overdracht afgelopen, maar de feestelijkheden zullen nog tot en met aanstaande zaterdag voortduren
Henk Held
De eerste beiaardier van de Poldertoren (1959 – 1997)
Henk Held ook is ook bekend als ‘de spelende kapper’.
Hij had zijn kapsalon aan de Zeeasterstraat.
In okt 1963 werd hij door B&W Noordoostpolder in vaste dienst benoemd.
Hij woonde vanaf 1943 in de polder.
Geboren in 1916 in Kampen.
Dirk S. Donker
Vanaf 1997: Dirk S. Donker
Organist van de Grote Kerk in Sneek, Stadsbeiaardier in Groningen, Leeuwarden, Sneek en Dokkum en beiaardier van Emmeloord en Joure.
Anne Kroeze
De huidige beiaardier
(facebook link)
Tchaikovsky schreef voor piano de “12 jaargetijden”. Niet de seizoenen worden hier bedoeld, maar elke maand wordt uitgebeeld.
Januari en Februari schreef hij eind 1875, de overige werken in 1876.
Ik ben van plan ze alle 12 te arrangeren voor beiaard, en elke maand het betreffende werk hier te plaatsen.
Bij deze: Januari.
De huidige speeltafel (2020)
Marknesse doet niet mee.
Het anti-Emmeloord-gevoel in Marknesse is in die jaren enorm.
Dat blijkt wanneer in 1958 de Stichting Carillon Noordoostpolder in het leven wordt geroepen.
In de te bouwen Poldertoren zal een carillon komen met 48 klokken.
Het zal ‘uit dankbaarheid’ worden aangeboden aan het Nederlandse volk.
Elk dorp krijgt een ‘eigen’ klok.
De bedoeling is dat de dorpen naar draagkracht zullen bijdragen aan de financiering van het carillon.
Marknesse wordt aangeslagen voor 4000 gulden.
De bevolking zal dat bedrag moeten opbrengen.
Het dorpsbestuur van Marknesse waarschuwt nog dat het carillon niet leeft onder de dorpsbewoners
en dat er waarlijk wel wat anders te doen valt op het gebied van voorzieningen.
De collecte voor het carillon gaat niettemin door.
De arme Wagenaar, de Zeeuwse koster van de Hervormde Kerk, wordt langs de deuren gestuurd om het geld op te halen.
De collecte brengt welgeteld één rijksdaalder op.
Volgens de verhalen denkt de gever van die ene rijksdaalder ook nog dat het voor het Rode Kruis is.
Wanneer in de jaren vijftig de discussie losbrandt of de Noordoostpolder in de toekomst uit één dan wel vier gemeenten moet gaan bestaan, kiest menig dorpsgenoot van Marknesse dan ook voor het laatste.
Marknesse zal dan immers één van de vier gemeenten worden.
Het dorp zou dan baas worden in eigen huis.
De achteraf gelukkige keuze voor één gemeente betekent voor Marknesse dat de knokpartij voor voorzieningen met het centrale polderbestuur voortduurt, tot op de huidige dag.
Deze tekst komt uit het boek: Marknesse 50 jaar ‘De geschiedenis van een dorp.’