Gemeentelijke monumenten Noordoostpolder
bron : Gemeente Noordoostpolder en Wikipedia
RK Kerk Marknesse
G. Lokkenstraat 30, Marknesse
Postcode: 8316 BK
Complexnaam: Heilige Ireneüs
Complexnr: M13
Aantal onderd: 2
Nrs. Complexonderd:
- M13a;
- M13b
COMPLEXOMSCHRIJVING
Inleiding
Complexje bestaand uit een r.k KERK en een hier door middel van een tussenlid mee verbonden PASTORIE. De r.k. kerk van Marknesse en de pastorie zijn gebouwd in 1956 (eerste steen dd 11 juni 1956), in opdracht van het r.-k. Kerkbestuur van de Heilige Ireneüs Parochie te Marknesse. De ontwerper van het kerkelijk complex was de Deventer architect A. Vosman, die ook tekende voor de r.k. kerk te Bant. De kerk is van het basiliektype en is gebouwd in een traditionalistische stijl, die verwant is aan de architectuur van de Delftse School en aan de middeleeuwse kerkgebouw.
Verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden was de Bussumse firma G. Kasteleins. De kerk is een in stedenbouwkundig opzicht belangrijk element in het dorpsbeeld en is in vrijwel oorspronkelijke staat bewaard is gebleven.
Complexomschrijving
Klein, in schone baksteen uitgevoerd kerkelijk complex, bestaand uit een onder zadeldak staand kerkgebouw en een tegelijkertijd gebouwde, onder schilddak staande pastorie, die door middel van een tussenlid met zaaltje is verbonden met het kerkgebouw.
Redengevende omschrijving
Het kerkelijke complex is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.
- Het kerkelijk complex heeft cultuurhistorische waarde vanwege de oorspronkelijke functie en als bijzondere uitdrukking van het geestelijke en culturele leven in de Noordoostpolder.
- Het complex heeft architectuurhistorische waarde vanwege de sobere, maar afgewogen vormgeving van de complexonderdelen, die zeer karakteristiek is voor veel architectuur in de polder.
- Het complex heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de bijzondere situering, als beeldbepalend onderdeel van de stedenbouwkundige aanleg van Marknesse en vanwege de samenhang tussen de complexonderdelen.
- Het complex is tevens van waarde vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van exterieur en interieur van de complexonderdelen.
A
Nr. complexonderdeel: M13a
Inleiding
De KERK van de r.k te Marknesse kerk en de hiermee door middel van een tussenlid verbonden pastorie zijn gebouwd in 1956 (eerste steen d.d. 11 juni 1956) in opdracht van het r.k. Kerkbestuur van de Heilige Ireneüs Parochie. De ontwerper van het kerkelijk complex was de Deventer architect A. Vosman. De kerk is van het type basiliek met een door lage zijbeuken geflankeerd middenschip, waarin een orgel staat van de firma Valcks van Kouteren. De kerk is gebouwd in een historiserende, traditionalistische stijl, die verwant is aan de architectuur van de Delftse School en aan de middeleeuwse kerkgebouw. Verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden aan het complexje was de Bussumse firma G. Kasteleins. De kerk is een in stedenbouwkundig opzicht belangrijk element in het dorpsbeeld (als afsluiting van de Groene Zoom) en heeft een exterieur, dat evenals het interieur, in vrijwel oorspronkelijke staat bewaard is gebleven.
Omschrijving
Vanuit een vrijwel rechthoekige plattegrond, in schone baksteen opgetrokken kerkgebouw met een schip onder een met verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak. Dezelfde pannen bedekken ook de lessenaardaken van de zijbeuken en het zadeldak van de boven de hoofdentree staande klokkentoren. De vensters in het kerkgebouw zijn grotendeels rondboogvormig en voorzien van onderdorpels met afzaat en in stalen stijlen en regels gevat glas-in-lood.
Het symmetrische vooraanzicht van de kerk wordt gedomineerd door de toren, waarvan het zadeldak dwars op de kap van het schip staat. De boven een gemetselde stoep, in een rondboogvormig spaarveld staande entree bestaat uit een dubbele paneeldeur met een sluitsteen in de betonnen omlijsting.
Het onderste deel van de toren heeft een steunbeer aan weerszijden. In het midden van de gevel staat een gebeeldhouwd reliëf van een Madonna met kind. De bovenkant van de toren bevat drie rondbooggalmgaten met ijzeren sierhekjes. De kopse zijden van de toren zijn vlak boven de zijbeuken voorzien van twee smalle rondboogvensters en een eveneens smal galmgat ter hoogte van de andere galmgaten. De drie galmgaten aan de achterzijde van de toren zijn als die aan de voorzijde. De torenkap wordt bekroond door een vergulde bol met een kruis en een eveneens vergulde weerhaan.
De kopgevels van de zijbeuken aan weerszijden van de toren bevatten een klein venster en worden afgedekt door een rollaag. De langsgevel van de linker zijbeuk is door middel van vijf steunberen in vier traveeën verdeeld, die alle twee vensters bevatten. De afgeschuinde bovenkant van de steunberen wordt afgedekt door tegels. De boven het lessenaardak van de zijbeuk staande gevelpartij van het schip is door vier vergelijkbare steunberen verdeeld in drie traveeën die elk een rond venster bevatten. In de achterste kopgevel van zowel deze als de andere zijbeuk staan twee vensters als die in de langsgevels.
De achterzijde van het kerkgebouw wordt gedomineerd door de hoog opgaande halfronde absis van het koor onder een met koperen roeven gedekt, half kegeldak met een eveneens koperen dakgoot. Het koor bevat twee vensters. De vlakke kopgevel van schip hierboven is blind en draagt op de zuidoostelijke hoek een accent in de vorm van een smalle schoorsteen.
De zuidelijke langszijde is vergelijkbaar met de noordelijke. De linker travee bevat echter een deur met diagonale kraalschroten, die staat onder een rond oeil de boeuf. De rechter travee vormt de verbinding met het tussenlid.
Het inwendige van de kerk is in vrijwel oorspronkelijke staat bewaard gebleven en heeft grote overeenkomsten met dat van de r.k. kerk te Bant. De kerk wordt gekenmerkt door het veelvuldig gebruik van gemetselde gewelven, bogen en muren van schone baksteen en deuren met kraalprofiel. De kerkruimte wordt in de lengte en in de breedte in drieën gedeeld door grote rondbogen, waartussen de koepelgewelven liggen. De gewelfbogen rusten op betonnen zuilen. Deze ondersteunen ook de drie rondboogvormige scheibogen, die het schip van de zijbeuken scheiden. Ook de zijbeuken zijn voorzien van drie
koepelgewelfjes. De vloer van de kerk is betegeld. Het oorspronkelijk bankenplan bestaat uit twee rijen banken met een middenpad in het schip en een smallere rij in beide zijbeuken. De zijde van het priesterkoor is voorzien van op een groot podium met een kleiner tweede podium voor het hoofdaltaar in een absis met een half koepelgewelf. Op de podia staan altaartafels, die beide zijn samengesteld uit gepolijste zwarte tafelbladen op onderstellen van gefrijnde kunststeen. De treden van de gemetselde podia zijn eveneens van gepolijste zwarte steen.
Ook de dekplaten van de koorhekken zijn van dergelijk materiaal vervaardigd. Links van het koor bevindt zich een Maria-altaar, rechts ervan staat een Jozef-altaar, dat wordt vergezeld door een doopvont. Aan de andere kant van het schip bevindt zich de entree tot de kerkruimte. De deuren – een dubbele in het midden en een enkele aan weerszijden – staan in een tussenmuur, die het voorportaal van de gebedsruimte scheidt. Hiervóór staat een reeks van drie, op betonnen zuilen rustende scheibogen (arcade), die de balustrade en het balkon van de orgeltribune dragen.
De orgeltribune, die door een grote, halfronde scheiboog van het schip wordt gescheiden, bevindt zich grotendeels boven het ingangsportaal en heeft een vlak plafond, waarboven zich de klokkentoren verheft. De balustrade is van decoratief gebruikt smeedijzer met een houten leuning. Het orgel is samengesteld uit vijf klimmende pijpvelden boven een eenvoudige orgelkas.
De ruimte tussen de arcade en het portaal heeft links en rechts een rondboog-doorgang, die uitkomt op het uiteinde van de zijbeuken. Naar links voert de blik naar de dubbele deur van de zij ingang. Links van het middenportaal bevindt zich een zijportaal met de trapopgang naar de orgeltribune en de klokkentoren, die zijn te bereiken via een tweedelige steektrap met tussenbordes. De klokkentoren is vanaf hier te beklimmen door middel van steektrappen.
Rechts (noord-west) van het middenportaal bevindt zich de Mariakapel, die ook is voorzien van een koepelgewelfje. In de zuidwesthoek van de zuidelijke zijbeuk staat een houten biechtstoel. Het schip wordt onder meer verlicht door zes, in de bouwtijd aangebrachte ijzeren verlichtingsarmaturen, die zijn bevestigd aan de gewelven. De zijbeuken bestaan evenals het schip uit drie gewelven. Het geknikte tussenlid, dat de kerk met de pastorie verbindt, staat onder een met verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak. De lange westelijke gevelpartij van het tussenlid bevat links een reeks van drie kleine, met glas-in-lood ingevulde rondboogvensters. De drie grotere rechtgesloten vensters rechts in de gevel zijn voorzien van een roedenverdeling en staan onder een rollaag. De zuid-oostzijde bevat een klein venster en een deur met negenruits raam en smalle zijlichten. De vensters in de achterzijde van het tussenlid zijn als die in de voorzijde.
Redengevende omschrijving
De kerk is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.
- Het kerkgebouw is van cultuurhistorisch belang vanwege de oorspronkelijke functie en als bijzondere uitdrukking van het geestelijke en culturele leven in de Noordoostpolder.
- De kerk is van architectuurhistorisch belang vanwege de sobere, maar afgewogen vormgeving, die zeer karakteristiek is voor de uit die tijd stammende architectuur in de Noordoostpolder.
- De kerk heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de bijzondere situering, als beeldbepalend onderdeel van de stedenbouwkundige aanleg van Marknesse, vanwege de samenhang met de pastorie en vanwege de ruimtelijke relatie met de directe omgeving.
De kerk is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van
exterieur en interieur.
Plaats een reactie (naam E-mail en Site niet verplicht)
Meepraten?Draag gerust bij!