Samengevat
Blokzijl was vroeger een havenstadje aan de Zuiderzee. De aanleg van de Noordoostpolder heeft hen dat ontnomen. Omdat die haven vaak dicht slipte, heeft men in 1907 een 3 kilometer lange strekdam de zee ingelegd waarlangs de schepen naar de haven werden geleid. Op het eindpunt van die strekdam werd een ‘vuurtorentje’ gebouwd.
Toen in 1942 de Noordoostpolder droog viel, lag deze strekdam en vuurtoren midden in de polder en was volstrekt overbodig. De vuurtoren werd afgebroken, de dijk opgeblazen en de basaltstenen hergebruikt.
Opa
Landbouwer Jan Aarnink kreeg als pionier in 1942 het stuk Noordoostpolder-land waarop de oude vuurtoren had gestaan. Hij heeft de oude lichtopstand gesloopt.
Vader
De zoon van (opa) Jan Aarnink, ook Jan genaamd, zette het bedrijf voort en kreeg weet van de vroegere lichtopstand. Het historisch besef van Jan Aarnink en zijn vrouw Anneke was groot. Omdat de originele lichtopstand inmiddels volledig was verroest heeft hij in 2008 een exacte replica gemaakt en deze op de exacte plek, dus midden op zijn eigen land geplaatst. ‘Ik ploeg er wel omheen’. Groots !
De laatste vuurtorenwachter van Blokzijl, Cees Klinkert, inmiddels 94 jaar oud, mocht het licht ontsteken. Net als vroeger.
Jan Aarnink is in 2016 op slechts 61-jarige leeftijd veel te jong overleden.
Zoon
De derde generatie Aarnink is zoon Stefan. Stefan Aarnink zag met lede ogen hoe de conditie van de replica achteruit ging. Hij heeft daarom in 2024 de lichtopstand van zijn sokkel gehaald en grondig laten restaureren.
Uit eerbetoon aan zijn opa, die het origineel in de veertiger jaren heeft gesloopt en zijn vader die in 2008 deze replica heeft gemaakt.
De Noordoostpolder mag trots zijn op zijn bewoners die zich zo inzetten voor de eer en glorie van ons verleden. Het verleden van Blokzijl en Noordoostpolder.
Drie generaties, Jan, Jan en Stefan Aarnink.
Wat is het ?
Een vergelijkbare strekdam als die van Oud Kraggenburg liep vanaf Blokzijl de Zuiderzee in.
De haven van het stadje Blokzijl dreigde nog weleens te verzanden. Dat zand was/is volgens Stichting Vuurtoren Blokzijl “het fijnste zand ter wereld”. Om de verzanding tegen te gaan, is er destijds een strekdam aangelegd, richting ZW.
Aan het eind van de bijna drie kilometer lange strekdam is in 1907 een vuurtorentje, ook wel ‘lichtbaken’ en ‘lichtopstand’ gebouwd.
De lamp die op benzine brandde werd iedere avond aangestoken en ’s ochtends weer gedoofd.
Omdat de benzinelamp regelmatig problemen gaf, is deze in 1936 vervangen door een gaslamp.
Toen de Noordoostpolder droog viel verloor deze aanvaar-route voor Blokzijl natuurlijk zijn functie en is de hele boel opgeblazen.
De lange strekdam is weer afgegraven en de basaltblokken zijn hergebruikt.
Spijt natuurlijk.
De hang naar geschiedenis komt altijd achteraf. (!)
Daarom is in 2008 een fraaie replica gebouwd, op exact dezelfde locatie die op 5 juni 2008 feestelijk is geopend. (geocaching).
De materialen zijn 99 procent die van destijds. Alleen de lamp brandt nu met behulp van zonnecellen. Dat is wel zo praktisch, dan hoeft er geen stroom naartoe te worden aangelegd. Op 24 mei 2008 is het torentje feestelijk in gebruik genomen.
De laatste persoon die vroeger het havenlicht bediende, de 94-jarige Cees Klinkert uit Blokzijl, verrichtte de feestelijke opening.
’s Avonds brandt er weer als vanouds een licht.
Initiatiefnemers Jan en Anneke Aarnink zien met de lichtopstand die tien meter boven het maaiveld uittorent, een droom gerealiseerd.
Maar liefst vijf jaar waren ze er mee bezig. Daarbij konden zij steunen op hulp van velen.
De vuurtoren is een replica van de voormalige vuurtoren die in 1907 op het einde stond van een strekdam van bijna drie kilometer lang, die het vaarverkeer het toenmalige handelsstadje Blokzijl in loodste.
Door de aanleg van de Noordoostpolder is de strekdam droog gevallen en verloor de vuurtoren haar functie.
In 1942 werd het lichtbaken daarom opgeblazen en de strekdam afgegraven.
Gelukkig wordt de historie van dit gebied weer zichtbaar met de herbouw van de oude lichtglorie.
Pracht werk
Jan Aarnink: De toren staat exact op dezelfde plek als de vuurtoren van 1907. Dat bewijst een kaart van Domeinen, waarop de kavels van de omgeving met de grondsoort en bijzonderheden zijn beschreven. Evert de Boer, voormalig voorzitter van de Vrienden van Schokland, heeft die gevonden. We zijn bij de graafwerkzaamheden nog gestuit op de basaltblokken uit die tijd. Ook nu liggen er weer basaltblokken om de toren heen. En 24 palen om de golfslag bij storm te breken.
De toren is volgens Aarnink voor 99 procent authentiek aan die van vroeger. Zelfs de klinknagels zijn nagemaakt. Op een schilderij van Harm Klinkert, die in het begin van de vorige eeuw voor het licht in het lichtbaken zorgde en die ook een goede kunstschilder was, staat de oorspronkelijke vuurtoren. Het ziet er echt precies hetzelfde uit.
Mede-bestuurslid Gerrit Boonstra heeft de oude bestektekeningen gevonden in het Nationaal Archief in Den Haag. We hadden daardoor een complete beschrijving. Hij heeft ook het schilderwerk gedaan. De toren is marine-grijs, zoals in het bestek stond opgenomen. Vriend, collega en mede-bestuurslid Jelle Uijt de boogaardt heeft alle tekeningen omgezet in een digitaal programma en heeft de constructie in elkaar gezet. De onderdelen waren door constructiebedrijf Dekker uit Emmeloord met laser gesneden. Onvoorstelbaar, alles paste precies; een pracht stukje werk. De vuurtoren kon ook worden gerealiseerd dankzij hulp van vele vrijwilligers uit de Noordoostpolder en Overijssel en met subsidie van Leader Flevoland, Leader Overijssel, de gemeente Steenwijkerland en een donatie van het Prins Bernhard Fonds.
Opeens was-ie weg.
De conditie van de replica werd te slecht. Reden voor Stefan Aarnink, zoon van de maker Jan Aarnink, om de vuurtoren van zijn sokkel te halen om deze een grote opknapbeurt te geven.
Medio mei is de vuurtoren keurig gepoedercoat.
Algemeen | |
Plaats | Blokzijl |
Positie | 52°42’44.9″N 5°55’44.6″E |
Naam | – |
Monument | Nee |
Radar | Nee |
Bemand | Nee |
Toren/Bouw | |
Bouwjaar | 2008 |
Materiaal | Staal |
Ontwerper | Ubo |
Bouwer | Stichting vuurtoren Blokzijl |
Hoogte | 3,375 meter (alleen witte deel) |
Kleur | Wit |
Vorm | Achtkantig |
Verdiepingen | 2 |
Traptreden | 9 (36 inclusief houten trap) |
Licht | |
Lichtkarakter | Vast licht (dagelijks van 19:00 uur tot 23:59 uur) |
Lichtsterkte | 75 Watt / 12 Volt |
Zichtbaarheid | 1 km |
Lichtkleur | Wit |
Lichthoogte | +- 10 meter |
Ontstoken | 2008 |
Geëlektrificeerd | Zonnepaneel van 100 Watt |
bron: Canon van Nederland
Blokzijl had in het midden van de 17de eeuw een gerieflijke havenkom waar schepen veilig en beschut hun ladingen konden laden en lossen. Maar al vanaf de eerste aanleg bleek dat de toegankelijkheid van de haven werd belemmerd door het zand dat door de zee aangevoerd werd. De werking van het getij en de veelal westelijke wind zorgden samen bovendien voor aanslibbing van buitendijks land. De schepen bereikten de havenkolk via een vaargeul. Het op diepte houden van die vaargeul was erg belangrijk, zowel voor de bereikbaarheid van de haven als voor de afvoer van het water uit het Drentse en Overijsselse achterland. Als zich teveel zand ophoopte in de vaargeul, kon het water uit het achterland onvoldoende richting de zee geloosd worden.
Het Diep uitgediept
In 1663 en 1664 werd daarom de toegang tot de haven, het Diep of het Scheepsdiep genoemd, voor het eerst verlengd, uitgediept en voorzien van strekdammen. Dit was een enorm kostbaar karwei. Het kostte, volgens een mededeling op de handgetekende plattegrond van Hendrik Pauw, bijna 100.000 gulden! Aan het eind van de noordelijke strekdam kwam een lichtopstand, ook wel havenlicht genoemd. Ondanks de investeringen liep het aantal schepen in de tweede helft van de 17de eeuw sterk terug. De turfwinning rond Giethoorn was over zijn hoogtepunt; de turf werd nu vooral in Drenthe gewonnen en niet meer via Blokzijl, maar via Zwartsluis afgevoerd.
Tolheffing om de kosten te bestrijden
De schepen die gebruik maakten van het Scheepsdiep betaalden een soort vaarbelasting; er werd tol geheven op schip en lading. Ook de inwoners van Blokzijl moesten bijdragen in de kosten van het Scheepsdiep, dat in 1755 nogmaals met zestig roeden, dat is meer dan 200 m, werd verlengd. In 1836 werd het Scheepsdiep opnieuw verbeterd en in 1906 werden de strekdammen nog eens met 500 meter verlengd. Het havenlicht, een kleine vuurtoren, werd bij die gelegenheden ook verplaatst naar het uiteinde van de verlengde noordelijke strekdam. Het licht in de vuurtoren werd elke avond aangestoken en elke ochtend weer gedoofd.
Havenlicht afgedankt, maar herrezen
De strekdam en het havenlicht waren niet meer nodig toen in 1942 de Noordoostpolder droogviel. Het werden overbodige obstakels bij de ontginning van het nieuwe land en ze werden afgebroken. In 2007 werd op initiatief van Jan Aarnink en Jelle Uijt de Boogaardt het plan gelanceerd om de “vuurtoren” weer op zijn oude plek, op zo’n 2300 meter afstand van Blokzijl, te herbouwen. Er bestonden nog foto’s en bouwtekeningen. In 2008 was het nieuwe havenlicht op de oude plaats een feit: nu niet meer omgeven door woelige baren, maar op een verheven positie, tien meter boven het maaiveld, middenin het akkerland van de Noordoostpolder. De laatste persoon die vroeger het havenlicht bediende, de 94-jarige C. Klinkert uit Blokzijl, verrichtte de feestelijke opening. De “vuurtoren” is via een wandelpad te bereiken. ’s Avonds brandt er weer als vanouds een licht.
Verdronken Dorpen!
De fietscast over verdwenen dorpen in de Noordoostpolder. Te beluisteren met de gratis
IZI travel app! Onderweg vertelt Maritiem Archeoloog Yftinus van Popta je alles over de verdronken dorpen die ooit in de Noordoostpolder lagen. En je komt de zonderlinge Dirk tegen, die je met zijn verhalendetector laat luisteren naar de legendes die hij opdiept uit de polderklei.
De fietscast maakt gebruik van de fietsknooppunten in Noordoostpolder. Er zijn vier routes met verschillende startpunten:
Prachtig stukje historie die we toevallig op fiets te zien kregen en wandeld gemakkelijk bereikbaar was. Een weids uitzicht over de akkers van de polder en zicht op Blokzijl.
Een heel klein beetje onderhoud aan hardhouten platform en leuning op trap is wel nodig.
Voor de veiligheid.
Nogmaals een prettige verrassing onderweg die meer aandacht mag hebben.
Gr.