Rijksmonumenten Noordoostpolder

bron : rijksmonumenten.nl

Waterloopbos

Monumentnummer: 532192

Waterloopbos

Waterloopkundig laboratorium, bestaande uit waterlopen en schaalmodellen van waterwerken in een bos, met inlaat aan het Vollenhovense kanaal. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Voorsterweg 36
8316 PT
Marknesse

Uniek Rijksmonument uit de periode wederopbouw
In het zuidoosten van de Noordoostpolder tussen de polderdorpen Marknesse en Kraggenburg ligt een uniek bos. Dit bos is het oudste van de polder en de aanleg is begonnen vlak na de drooglegging, midden jaren ’40 van de vorige eeuw. Zo’n bos is best uniek in deze polder want het overgrote deel wordt immers gebruikt als landbouwgrond. Wie kent ze bijvoorbeeld niet, die prachtige tulpenvelden, ik passeerde ze op weg naar het bos. Het bos is een bos omdat de grond te vochtig was voor landbouw, maar het bos is uiteindelijk op een tamelijk unieke wijze ‘bebouwd’. Deze ‘bebouwing’, of wat er van over is, was de reden van mijn aantrekkingskracht op het bos en ik verheugde me als erfgoedliefhebbende fotograaf en schrijver enorm op het bijzondere Rijksmonument uit de wederopbouwperiode wat ik te zien zou krijgen.

Even terug in de tijd
Toen in de jaren ’50 het Waterloopkundig Laboratorium in Delft op zoek was naar een groot terrein waarop schaalmodellen konden worden gebouwd viel de keuze op het Voorsterbos, dat is de officiële naam van het bos. In het bos werden verschillende percelen grond aangekocht waarna werd begonnen met de bouw van schaalmodellen. Met deze schaalmodellen werd de invloed van waterbouwkundige werken op waterlopen getest, vandaar de naam Waterloopbos. Ingenieurs uit Delft verhuisden mee en gingen in de dorpen Kraggenburg en Marknesse wonen. Polderdorpen die tot dan toe voornamelijk bestonden uit inwoners die hun geld verdienden in de Landbouw of aan zaken gelieerd hieraan.
In het bos werd het meest beroemde waterbouwkundige project getest: de Deltawerken. Er verschenen ook schaalmodellen van de havens van Vlissingen, IJmuiden en Scheveningen en men ging internationaal met de havens van bijvoorbeeld Lagos (Nigeria), Bangkok en Beyrouth (Syrïe). De Willemstunnel verscheen op schaal en het model van de Maascentrale is het laatste openluchtproject geweest, hierna werden schaalmodellen in grote hallen gemaakt en getest. In de jaren ’90, toen computers de fysieke schaalmodellen overbodig maakten, was het einde verhaal. In 1996 verhuisde Waterloopkundig Laboratorium ‘De Voorst’, zoals het intussen heette terug naar Delft en de schaalmodellen werden achtergelaten in het bos.

Nieuwe natuur op het nieuwe land
De natuur nam het heft al vrij snel weer in handen, de schaalmodellen werden ruïnes en het bos transformeerde tot een sprookjesbos. Zo beleefde ik het bos ook meteen na het binnentreden ervan. Het felle groen van het jonge blad contrasteerde prachtig met de overblijfselen van weleer. Prachtig licht bescheen de ruïnes waarlangs Natuurmonumenten, de huidige beheerder van het terrein, een wandelroute heeft uitgezet. Bij verschillende ruïnes zijn informatieborden met uitleg geplaatst. Erg gaaf om meer te weten te komen over de achtergrond en op elk informatiebord zijn historische foto’s te zien van de oorspronkelijke situatie. Aan het einde van de wandelroute aan de rand van het bos is één schaalmodel gerestaureerd. Het betreft de ‘Romijnstuw’, een installatie waarmee het water werd gestuwd naar de andere modellen in het bos. Er zijn plannen om op termijn meerdere schaalmodellen te restaureren.
Op het terrein is een bezoekerscentrum waar je vanalles te weten kunt komen over zowel het historische erfgoed in het bos als de unieke natuur die er is ontstaan rondom de ruïnes.