Oostenrijkse woningen

twee oostenrijkse woningen met dubbele garage

Aanleiding
Na de Tweede Wereldoorlog kwam Nederland in een periode van wederopbouw terecht, waarin een groot tekort aan bouwmaterialen ontstond. Er was een tekort aan ca. 250.000 woningen. Eigenlijk in aantal vergelijkbaar met het huidige woningtekort, al had de destructieve oorlogsvoering van destijds natuurlijk een groot aandeel in dit ontstane tekort.
Dat geldt niet voor De Noordoostpolder. Hier was geen oorlogsschade maar waren woningen nodig voor het Zuiderzeeproject.
Ook de internationale handel was ontregeld. Betalen met geld was lastig. Grote financiële deals doen met het buitenland was in Nederland zelfs verboden.

Gevolg:
Daarom werd gezocht naar ruil-mogelijkheden. Oostenrijk had hout,  Nederland had vis en aardappelen.
Op basis van zo’n ruilafspraak werden kort na de oorlog ongeveer 800 houten prefabwoningen besteld en per trein vanuit Oostenrijk naar Nederland vervoerd.
Gemeenten konden bij het Ministerie van Wederopbouw aangeven hoeveel van deze woningen zij wilden ontvangen.
In de jaren 1948 en 1949 zijn op die manier in veel gemeenten verspreid over vrijwel alle provincies Oostenrijkse houten huizen geplaatst en opgebouwd. Vanwege brandgevaar staan de woningen veelal ruim opgesteld.

Aantallen:
Nederland bestelde 800 woningen.
De Noordoostpolder tekende in voor 100 stuks. Daarvan gingen zes pakketten, opgeslagen in Ens,  in vlammen op.

Opzet woning
De bouwpakketten van deze huizen waren zo compact dat één woning in twee treinwagons kon worden meegenomen.
Als alle voorzieningen zoals fundering, riolering en onderdorpel (plint) voorbereid was, kon in twee á drie dagen een woning worden gemonteerd.

Broodje aap
Het verhaal dat de woningen door Oostenrijk geschonken zijn als ‘wiedergutmachung’ is onzin.

Typische kenmerken Oostenrijke woning:

  • Dak
    De  woningen vallen op door hun steile dak van 53 graden en hun rode dakpannen.
  • Knik
    Er zit een knik in het dakvlak. Drie pannen vanaf de onderrand is een ‘zeeg’ gemaakt, zodat het regenwater naar de dakgoot net buiten de spanten kon worden gedaan.
  • Plint
    De woning staat op een verhoogde plint die voor montage al gereed moest zijn.
    Zo’n gemetselde of betonnen plint voorkomt houtrot.
  • Kleur
    Kenmerkend zijn de verticale en donkerbruine planken.
  • Modulair
    De huizen zijn modulair opgebouwd uit houten panelen met een vaste maat van 125 cm breed.
    Daardoor is er variatie mogelijk. Toch zijn de meeste woningen gebouwd met 6 panelen breed en 7 panelen lang.
  • Kosten
    De bouwkosten waren  ƒ 7000,- á  ƒ 10.000,-
  • Opzet
    De woningen werden vanwege het brandgevaar ruim neergezet
  • Energiezuinig
    Voor die tijd waren de woningen bijzonder energiezuinig. Zelfs tegenwoordig valt er weinig te klagen.
    Ze hadden dubbele beglazing. In de standaard houten panelen waren meerdere lagen hout en aluminiumfolie verwerkt.
  • Noodwoning
    Hoewel ze ooit als tijdelijke oplossing werden gezien, is hun levensduur verrassend lang gebleken. Een groot deel staat nog steeds overeind en wordt tot op de dag van vandaag bewoond.

Symetrie:

  • Voorkant: De stijl rechts van de slaapkamerramen is in lijn met de rechterstijl van de deur
  • Achterkant: linkerstijl slaapkamerraam snijdt midden van de tuindeuren

26733703_1876799372362705_5445727783376865435_n

Slechte schoorsteen

De woningen hadden twee schoorstenen. Zowel qua trek als constructie was dit geen succes.
In de Noordoostpolder zie je dat de twee rookkanalen samengevoegd zijn en dat er één schoorsteen op het dak staat.
De zolderruimte werd  daardoor wel ontoegankelijker.


Slechte kwaliteit ?

Vrij snel na de levering en montage van de eerste woningen ging het gerucht dat de woningen slecht van kwaliteit waren. Gezegd werd dat

  • de woningen niet sterk genoeg zijn, zodat het dak doorbuigt als de pannen erop komen
  • ze zouden te weinig weerstand bieden tegen windkracht
  • het hout zou van slechte kwaliteit zijn
  • de woningen zouden duurden zijn dan stenen woningen van dezelfde grootte.

Het ministerie van wederopbouw heeft daarom op 15 dec. 1947een persbericht doen uitgaan:

De sterkte van de woning is gemeten en met een paar wijzigingen goed bevonden.
Bij de eerste serie woningen in Bennekom was inderdaad sprake van slecht hout. Bovendien heeft het bij de bouw ontbroken aan goed technisch inzicht.  Er is van geleerd.
De woningen zijn inderdaad iets duurder, maar ook royaler.
Het ministerie levert de woning aan particulieren en is dus niet verantwoordelijk voor de bouw. Zorg dus voor een goede aannemer. Het ministerie zal een lijst maken met goede aannemer.

Niet verwarren met geschenkwoningen

Verwar de Oostenrijkse woning niet met de Noorse- Zweedse of Scandinavische woningen !

Geschenkwoningen zijn woningen die na de Watersnoodramp van 1953 door diverse landen aan Nederland zijn geschonken om de woningnood in de door de watersnood getroffen gebieden te lenigen. Ze werden ook wel ‘watersnoodwoningen’ genoemd.

Na de Watersnoodramp van 1953 stuurden vooral Scandinavische landen ruim 800 zogenaamde geschenkwoningen naar Nederland. De geschenkwoningen kwamen uit Noorwegen (ruim 325), Denemarken, Zweden (ieder rond de 230), Finland (15) en Oostenrijk (circa 70).
De prefab-woningen werden verdeeld over de drie provincies: Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland

Meer info (pdf)

Pachterswoning

72 stuks als boerderijwoning aan de zuid-oostkant van de polder
De overige woningen staan oa in  Emmeloord (12), Marknesse (6), Ens (6)

De houten noodschuren , gemaakt van oude Belgische legerbarakken, die slechts een korte levensduur hadden, zijn in de jaren 50 vervangen door de montageschuren van schokbeton.

De eigenaar van deze woning heeft met weinig gevoel voor cultureel erfgoed een nieuwe schil om de woning getimmerd met horizontale planken.

Woningen staan in Zwollerkerspel (4), Emmeloord (12), Marknesse (6), Ens (6) en de rest (ca. 74) bij boerderijen aan de zuid-oostlkant van de polder.

Boerderijwoningen

Oorspronkelijk stonden er geen betonnen schuren bij de Oostenrijkse woningen, maar houten noodschuren, gemaakt van oude Belgische legerbarakken, die slechts een korte levensduur hadden.
De noodschuren zijn in het begin van de jaren ’50 vervangen door de nog steeds in gebruik zijnde montageschuren van schokbeton.

Sommige ‘Oostenrijkse woningen’ zijn niet meer als zodanig herkenbaar.

Gem. monument

Nabij Kraggenburg staat een Oostenrijkse woning die op de gemeentelijke monumentenlijst staat.

De omschrijving is als volgt:

Neushoornweg 11, Kraggenburg
Postcode: 8317 PT
Complexnr.: FLV-R-806
Nr. complexonderdeel FLV-R-806a

OBJECTOMSCHRIJVING

Inleiding
In opdracht van de Directie van de Wieringermeer op kavel S84 gebouwde boerderij met montageschuur voor akkerbouw. De vrijstaande houten PACHTERSWONING van het type OW is gebouwd in 1949. Dergelijke houten woningen zijn in Nederland na de Tweede Wereldoorlog door het Ministerie van Wederopbouw als bouwpakketten uit Oostenrijk geïmporteerd. Van deze als ‘Oostenrijkse woningen’ bekend staande montagewoningen
werden er 96 toegewezen aan de NOP. De Directie van de Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken plaatste ze in Emmeloord (12), Ens (6) , Marknesse (6) en bij een aantal boerderijen als tijdelijke woning, maar zijn nog steeds als zodanig in gebruik.
De betonnen montageschuur bij de woning is van het type PD3 en dateert van 1953.

Omschrijving

De Oostenrijkse woning is opgebouwd vanuit een rechthoekige plattegrond. De gevels zijn opgetrokken in bruin geteerde, staande planken boven een onderbouw van beton met een ijzeren bovenrand. De woning staat onder een met verbeterde Hollandse pannen (oranje) gedekt zadeldak met steile dakschilden met een flauwe zeeg en een gemetselde schoorsteen op de nok. Alle gevelopeningen zijn rechtgesloten en samengesteld uit wit geschilderd, met de gevels contrasterend houtwerk. Aan de oostelijke zijde van het zadeldak is in 1997 een dakkapel geplaatst die buiten de bescherming valt.

  • De zuidelijke kopgevel is voorzien van openslaande glasdeuren in de linker helft van de gevel en een brede zoldervensterpartij met een kruisraam aan weerszijden van een eveneens wit geschilderde middenstij 1.
  • In de evenwijdig aan de weg lopende westgevel staan twee relatief kleine vensters met openslaande kruisramen.
  • De kopgevel aan de noordkant bevat op de begane grond links van de voordeur twee kleine vensters met kruisraam en heeft op de zolderverdieping een venster als dat in de zuidgevel.
  • De oostgevel is door middel van een toegevoegd, buiten de bescherming vallend tussenlid verbonden met een houten schuurtje. Naast de (achter)deur naar het tussenlid is de oostgevel nog voorzien van het vrij kleine, originele keukenvenster.

Het huis heeft op de begane grond niet meer de oorspronkelijke ruimtendeling sinds de woonkamer en een kleinere nevenruimte samen zijn getrokken. Het inwendige van de woning is voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Redengevende omschrijving
De pachterwoning is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde.

  • De pachterwoning is van cultuurhistorische waarde vanwege de plaats die deze inneemt in de ontwikkeling van de boerderijenbouw in Nederland en vanwege de typologie van dit bij de agrarische bebouwing van de Noordoostpolder behorende woonhuis.
  • De woning is van architectuurhistorisch belang vanwege de innovatieve waarde op bouwtechnisch gebied en vanwege het daarmee samenhangende materiaalgebruik.
  • De woning is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur.
  • Het pand heeft bovendien ensemblewaarde als essentieel onderdeel van een agrarisch complex en als karakteristiek onderdeel van de bebouwing in de Noordoostpolder.

Gem. monument

Houten woonhuis van het type OW in Emmeloord

Woonhuis

Acacialaan 5, 7, 9, 11, 13

Berkenlaan 2, 4, 6, 8, 10, 11, 12

8302AK Emmeloord (gemeente Noordoostpolder)
Flevoland
Bouwjaar: 1948-1949

Beschrijving van Houten woonhuis van het type OW

Inleiding Houten WOONHUIS van het type OW, behorende bij het complex van vijf houten woonhuizen aan de Acacialaan, gebouwd in 1948. Deze als Oostenrijkse woningen bekende huizen zijn in 1948-1949 gebouwd in de Noordoostpolder voor de huisvesting van ambtenaren en als pachterswoning bij montageboerderijen. De door het Ministerie van Wederopbouw als bouwpakket uit Oostenrijk geïmporteerde woning is geplaatst door de Directie van de Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken. Deze woning maakt onderdeel uit van een complex van vijf, oorspronkelijk als tijdelijk onderkomen bedoelde woningen aan de Acacialaan, die een ensemble vormen met zeven identieke montagewoningen aan de Berkenlaan. In 1963 heeft het huis nieuwe ramen en openslaande deuren gekregen. Verder is het pand in vrijwel ongewijzigde staat bewaard gebleven. Omschrijving De evenwijdig aan de straat staande Oostenrijkse woning is opgebouwd vanuit een rechthoekige plattegrond. Het grotendeels groen geschilderde huis staat met de langsgevel op de straat gericht. De gevels zijn opgetrokken in staande planken boven een onderbouw van beton. Het verdiepingloze huis staat onder een met oranje, verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak met steile dakschilden, een flauwe zeeg en een gemetselde schoorsteen op de nok. Alle gevelopeningen zijn rechtgesloten en voorzien van wit en okergeel geschilderde, met de gevels contrasterende kozijnen en ramen. De oostelijke kopgevel is voorzien van openslaande glasdeuren en een zoldervenster met twee stel openslaande ramen. In de naar de straat gerichte zuidelijke langsgevel staan twee vensters met tweeruits ramen. De kopgevel aan de westkant bevat op de begane grond twee kleine vensters links van de deur. De zolderverdieping is voorzien van een vierruitsvenster met twee keer twee openslaande ramen als die in de andere kopgevel. De noordelijke langsgevel is voorzien van een vrij klein keukenvenster, rechts van een deur met kruisraam. De dakkapel in het noordelijke dakschild is toegevoegd in 1992, toen ook een interne verbouwing plaatsvond (o.a. badkamer). Het eveneens onder de bescherming vallende, dwars op en achter het huis staande rechthoekige schuurtje is opgetrokken in baksteen op een betonnen basis en staat onder een met oranje pannen gedekt zadeldak met flauwe zeeg. De langsgevels zijn voorzien van decoratief metselwerk aan de bovenrand. Waardering Het woonhuis behorende bij een complex van vijf houten huizen, is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde. – Het huis is van cultuurhistorische waarde vanwege het grote belang van dit type woonhuis voor de Wederopbouw van Nederland in het algemeen en voor de ontwikkeling van de Noordoostpolder in het bijzonder. – Het huis is van architectuurhistorisch belang vanwege de toegepaste bouwmethode en als vertegenwoordiger van een bijzonder type. – Er is tevens sprake van stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de sterke visuele en functionele samenhang tussen dit huis en de andere houten huizen aan de Acacialaan, die een eenheid vormen met de Oostenrijkse woningen aan de Berkenlaan. – Het pand is ook van belang vanwege de grote mate van gaafheid van het exterieur. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

(knipsel:01 febr.1949)

De aankoop van de 800 Oostenrijkse woningen zijn waarschijnlijk met vis betaald.
Bijgaand krantenknipsel zou dat wel eens kunnen bevestigen.

Uit de driemaandelijkse

BOUWKUNDIGE AFDELING 

De bouwactiviteit is gedurende de verslagperiode aanmerkelijk toegenomen. In het bijzonder in het zuidoostelijke deel van de polder (waar de pachters hun bedrijven krijgen) verrijzen vele woningen. Behalve de in het vorige verslag genoemde landarbeiderswoningen zijn hier in aanbouw 72 z.g.n. Oostenrijkse woningen dit zijn houten montagewoningen, welke van een zodanige constructie zijn dat zij als permanente woningen kunnen worden beschouwd. Zij worden voorzien van een paalfundering en de montage ervan tot en met de pannendak legging vraagt ongeveer een week. Hoewel hierna nog enkele maanden met het afwerken gemoeid zijn, mag toch worden verwacht dat deze woningen voor 1 april gereed zullen zijn. Ten gevolge van spelen met vuur door kinderen zijn zes woningen welke in een open loods te Ens waren opgeslagen, verloren gegaan. Gelukkig bleek het mogelijk dit verlies aan te vullen. De genoemde houten woningen zijn bestemd voor pachterswoningen, zodat het aanvankelijke voornemen om de pachters voorlopig in arbeiderswoningen te huisvesten geen doorgang hoeft te vinden. Hierdoor wordt het dus mogelijk dat de pachters hun vaste arbeiders een woning bij het bedrijf kunnen aanbieden., wat ook van landarbeiders, die anders in de kampen zouden moeten worden ondergebracht, het gemakkelijker zou maken en bovendien de pachters de kamp en reiskosten van de arbeiders zal besparen. Omdat de hoeveelheid werk sterk is toegenomen kan helaas niet worden verwacht dat het productie-tempo hiermede gelijke tred houdt. Wel is waar is het aantal der bouwvakarbeiders aanmerkelijk toegenomen, doch er valt nog steeds een gat om geschoolde arbeiders te contracteren. Bovendien blijft de gemiddelde vakbekwaamheid van de vaklieden ver achter bij die der vooroorlogse arbeiders, om nog niet te spreken van de arbeidsprestatie. Niet onvermeld mag echter blijven, dat er hier en daar verbetering valt te constateren, doch deze gevallen komen nog te weinig voor om van een verhoogde arbeidsproductiviteit te kunnen spreken. Er zijn onderhandelingen gaande om ook voor de N.O-Polder een tariefregeling samen te stellen in welk geval het loonplafond zou worden losgelaten.

Kavelnummers en Schuurtypen bij Oostenrijkse woningen.

KavelHaSchuurSoort:SpantBouwjaar
J 100

6,0

E

Proefbedr.

P 100
Q 26

22,5

PD1

Dicht

5

1953

Q 27

23,0

PD1

Dicht

5

1953

Q 28

22,0

PD1

Dicht

5

1953

Q 31

22,5

PD1

Dicht

5

1954

Q 83

35,0

PD3

Dicht

7

1953

“Dintelhof”
Q 84

35,5

PD3

Dicht

7

1953

Q 85

23,5

PD1

Dicht

5

1953

Q 86

23,5

PD1

Dicht

5

1953

Q 87

22,5

PD2

Dicht

6

1953

Q 90

23,0

PD1

Dicht

5

1953

Q 91

22,5

PD1

Dicht

5

1953

Q 92

22,0

PD1

Dicht

5

1953

Q 99

35,5

PD3

Dicht

7

1953

“De Baronie”
Q101

35,5

PD3

Dicht

7

1953

Q111

23,5

PD2

Dicht

6

1953

Q112

24,0

PD1

Dicht

5

1953

Q113

24,0

PD1

Dicht

5

1954

Q121

32,0

PE11

1/6 Gem.

5

1953

Q124

29,0

PE11

1/6 Gem.

5

1953

R 16

23,0

PC1

4

1954

R 23

23,5

PC1

4

1954

R 32

23,5

PC1

4

1954

R 33

24,0

PC1

4

1954

R 54

24,0

PC1

4

1954

R 55

24,0

PC1

4

1954

R 56

23,5

PC1

1/6 Gem.

4

1954

*
R 62

22,5

PC1

4

1954

“Mare Clausum”
R 69

24,0

PC1

4

1954

R 70

24,0

PC1

4

1954

R 71

24,0

PC1

4

1954

“Langendam”
R 72

24,0

PC1

4

1954

S13

24,0

PC1

4

1954

S 43

23,0

PC1

4

1954

S 52

26,5

PC1

4

1954

S 59

23,0

PC1

4

1954

S 60

23,0

PC1

4

1954

S 61

23,0

PC1

1/6 Gem.

4

1954

*“Nij Lan”
S 74

23,5

PC1

1/6 Gem.

4

1953

*
S 75

23,5

PC1

3/6 Gem.

4

1953

*
S 76

23,5

PD7

3/6 Gem.

5

1952

S 78

24,0

PD8

2/6 Gem.

6

1952

S 84

23,5

PC1

1/6 Gem.

4

1953

*
S 85

23,5

PC1

1/6 Gem.

4

1953

*
S 91

25,5

PC1

1/6 Gem.

4

1954

*
S 92

24,0

PF4

1/6 Gem.

5

1956

S 98

24,0

PD7

1/6 Gem.

5

1952

T 01

23,0

PD2

Dicht

6

1954

T 04

24,0

PD2

Dicht

6

1953

“De Hondsrug” ???
T 05

24,0

PD1

Dicht

5

1953

T 61

16,0

Hb

Dwarsstal

1952

2/6 Gem.
T 62

13,0

Ha

Dwarsstal

1952

3/6 Gem.
T 63

9,5

Hd

Dwarsstal

1952

4/6 Gem.
T 77

24,0

PD1

Dicht

5

1953

T 97

30,0

PD2

Dicht

6

1954

“De Devel”
T100

24,0

PD1

Dicht

5

1954

T104

29,5

PD2

Dicht

6

1954

T105

30,0

PD2

Dicht

6

1954

T108

32,0

PD2

Dicht

6

1954

T109

32,5

PD2

Dicht

6

1954

T110

33,0

PD3

Dicht

6

1954

T111

33,0

PD3

Dicht

6

1954

T114

33,5

PD4

Dicht

8

1954

T115

33,5

PD4

Dicht

8

1954

T116

32,5

PE13

1/6 Gem.

6

1952

T117

35,0

sel

1/6 Gem.

1952

“Zeeoogst” (Proef met losse stallen?)
T118

34,0

PE13

1/6 Gem.

6

1952

“Eensgezindheid”
T120

34,5

PE13

1/6 Gem.

6

1952

T121

24,0

PD9

3/6 Gem.

6

1952

T127z

30,0

PE11

1/6 Gem.

5

1952

T128

21,0

PD7

1/6 Gem.

5

1952

* Bedrijven gemerkt met een sterretje zijn in 1947 uitgegeven met een grasland verplichting en een Belgische barak maar begin 50er jaren toen er een Betonschuur moest komen had de minister van Landbouw Dhr. Mansholt het credo “Graan voor melk” en daardoor is er op enkele bedrijven de graslandverplichting vervallen.

Uitgebreide website Terry van Dijk.

Terry woont met veel genoegen in een ‘Oostenrijker’ in de Noordoostpolder.
Dat heeft hem ertoe gezet een grondige inventarisatie te maken van de Oostenrijkse woningen.
Het originele aantal was 800 stuks door heel Nederland. Hij heeft nog zeker ca. 600 van deze huizen weten te vinden.
Terry geeft ook met regelmaat lezingen over ‘De Oostenrijkers’. (oa. in Emmeloord en Kraggenburg). Ik heb zo’n lezing bijgewoond. Het heeft mij veel kennis gebracht.

Uit de driemaandelijksche:

1948 – Behalve over bedrijfsgebouwen dienen de pachters ook over een eigen woning te beschikken en, voor de bedrijven groter dan 21 ha, over een woning voor de vaste arbeider. Van het aanvankelijke voornemen de pachters in de in aanbouw zijnde stenen dubbele arbeiderswoningen te huisvesten, is men teruggkomen, toen de gelegenheid zich voordeed houten, z.g. Oostenrijkse, woningen te plaatsen. Op 73 bedrijven komt nu een dergelijk huis, zodat, wanneer dit bouwplan is voltooid, alle pachters over een eigen woning en zo nodig over een woning voor de vaste arbeider zuilen beschikken. Inmiddels is wel gebleken, dat het verpachten van bedrijven, waarop de noodzakelijke gebouwen nog niet staan, vele moeilijkheden medebrengt, zowel voor de Directie als voor de pachters.

1948 – Behalve de in het vorige verslag vermelde 118 landarbeiderswoningen zijn hier in aanbouw 72 z.g.n. Oostenrijkse
woningen. Dit zijn houten montagewoningen, welke van een zodanige constructie zijn, dat zij als permanente woningen kunnen worden beschouwd. Zij worden gebouwd op een paalfundering en de montage ervan tot en met de pannendakbedekking vraagt ongeveer een week. Hoewel hierna nog enige maanden met het afwerken gemoeid zijn, mag toch worden verwacht, dat deze woningen voor 1 December gereed zullen zijn.
Ten gevolge van spelen met vuur door kinderen gingen zes woningen, welke in een open loods te Ens waren opgeslagen, verloren.
Gelukkig bleek het mogelijk dit verlies aan te vullen. De genoemde houten woningen zijn bestemd voor pachterswoningen, zodat het aanvankelijke voornemen om de pachters voorlopig in arbeiderswoningen te huisvesten geen doorgang behoeft te vinden. Hierdoor wordt het dus mogelijk, dat de pachters hun vaste arbeiders een woning bij het bedrijf kunnen aanbieden, wat het aantrekken van landarbeiders, die anders in de kampen zouden moeten worden
gehuisvest, gemakkelijker zal maken en bovendien de pachters de kamp- en reiskosten van de arbeiders zal besparen.

1949 – Ingebruikgevingen. Contractueel werd geregeld de ingebruikgeving van een arrestantenlokaal, een zgn. Oostenrijkse woning en een kamer, in te richten als politiebureau (een en ander met het Ministerie van Justitie), van een kamer voor het Gewestelijk Arbeidsbureau (met het Ministerie van Sociale Zaken), van het voormalige arbeiderskamp Westvaart (met het Directoraat-Generaal ) voor de Bijzondere Rechtspleging) en van een cantinewoning (met een particulier)

Publicatie

Citaat uit het tijdschrift ‘Bouw’  van vlak na de oorlog (jaargang 46, blz. 802 en 803):

‘Bouw’ was een Nederlands architectuurtijdschrift. Het werd opgericht in 1946 als weekblad voor de bouwsector. Tot het eerste decennium van de 21e eeuw heeft het blad zich ontwikkeld van spreekbuis van de wederopbouw, met veel aandacht voor sociale, economische en technische vraagstukken, tot vakblad over hedendaagse architectuur in Nederland. In oktober 2006 is het blad hernoemd als ArchitectuurNL

De 800 Oostenrijkse houten midden­standswoningen, waarover den direct na de Tweede Wereldoorlog  korte berichten zijn verschenen, zullen als wij ons niet vergissen, haar weg in Nederland wel vinden. Daar staan in de eerste plaats de betrekkelijk geringe prijs van ongeveer ƒ 10.000,-, welke zij naar schatting exclusief den grond kant en klaar zullen kosten en vervolgens de gerieflijke, vrij ruime indeling borg voor.
Nederland zal deze huizen betalen met levensmiddelen, zoals gedroogde groenten en vis, waaraan Oostenrijk grote behoefte heeft en wel zodanig, dat alleen het houten omhulsel inclusief vrachtkosten naar ons land, opslag enz. naar voorlopige raming voor ƒ 5000,- aan den particulieren koper kan worden verkocht. De toekomstige eigenaar zal dus zelf een aannemer opdracht moeten geven voor het leggen van de funderingen en de vloeren, het bouwen van den schoorsteen, het aanbrengen van de dakbedekking, het aanleggen van gas- en elektrische geleidingen, benevens het inbouwen van installaties van bad en sanitair. Deze laatste werkzaamheden worden thans op ongeveer ƒ 500,- begroot. De koper kan het huis van het Rijk betrekken en zal den prijs daarvan, alsmede den bouw geheel uit eigen middelen moeten financieren, ofwel gebruik moeten maken van de financieringsregeling welke geldt voor particulieren bouw. Is hij oorlogsslachtoffer, dan zal hij ook gebruik kunnen maken van de Regeling voor de financiering van het herstel van oorlogsschade aan woningen.
Aan bouwers in de geteisterde gebieden zal voorrang worden verleend. Teneinde een billijke verdeling te waarborgen zijn de Provinciale Directies van de Volkshuisvesting met de verdeling over de gemeenten belast.
Het huis telt twee verdiepingen, resp. van 2.40m en 2.30m hoogte. Het bevat gelijkvloers een hal met garderobe, een WC., een keuken, een woonkamer met eethoek, welke door het aanbrengen van een gordijn van elkander kunnen worden gescheiden en een studeerkamer. De bovenverdieping bevat 3 kamers en een badcel. De dubbele wanden zijn 17cm van elkaar verwijderd. De buitenste wand is aan de binnenzijde met een vochtwerend middel bestreken, terwijl aan de binnenzijde van den binnenwand vezelplaten zijn aangebracht. Tussen deze beide wanden bevindt zich een dunne aluminiumplaat.
Bestekken voor den bouw zullen van Rijkswege worden beschikbaar gesteld. Waarschijnlijk zullen in deze bestekken met verschillende wensen rekening worden gehouden. Zoo zullen sommigen boven een kelderkast een ruimeren kelder prefereren.
De woningen kunnen, wanneer zij goed worden onderhouden, vele jaren mee en zijn dus als permanente woningen te beschouwen. De eerste zending kan medio December 1946 worden tegemoet gezien.