Rijksmonumenten Urk

bron : www.rijksmonumenten en Wikipedia

Bakkerij en bakkerswinkel, later schoenmakerij en schoenenwinkel in Urk

Wijk 3 28
8321EX Urk
Flevoland
Bouwjaar: circa 1880

Inleiding Twee bij elkaar behorende panden, waarvan het rechter waarschijnlijk omstreeks 1880 werd gebouwd. Het in meer traditionele Urker stijl gebouwde linker pand is mogelijk iets ouder. Samen vormen ze al heel lang een functionele eenheid. Ze dienden tot 1930 als bakkerij met bakkerswinkel en woning voor Lucas Brouwer. In 1930 werd Wijk 3 nr.28 voornamelijk inwendig verbouwd, toen Dubbele de Boer er een SCHOENENWINKEL met SCHOENMAKERIJ in vestigde. Het interieur van de schoenenwinkel is nog voor een belangrijk deel in oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Ook de ruimte-indeling is nog grotendeels ongewijzigd. De panden zijn momenteel in gebruik als woonhuis. De bescherming betreft zowel het in de omschrijving vermelde exterieur als het interieur van beide bouwdelen, die na 1930 niet meer zijn gewijzigd. De woning aan de achterkant (Wijk 3 nr. 28a) maakt ook deel uit van het geheel. Met name op de begane grond zijn de panden helemaal in elkaar gebouwd en vormen ze een onlosmakelijke eenheid. Op de verdieping worden de panden met elkaar verbonden door een zolderdeur. Het is mogelijk dat het destijds een ensemble rug-aan-rug woningen betrof. Omschrijving Het monument is opgebouwd uit een vanuit rechthoekige plattegrond opgetrokken pand bestaat uit een verdiepingloos linker deel onder een met rode Hollandse pannen gedekt zadeldak en een eveneens verdiepingloos rechter deel onder een met gegolfde friese pannen gedekt schilddak met een schoorsteen op de rechter nokhoek. De woning aan de achterzijde heeft eveneens een rechthoekige plattegrond, is voorzien van een verdieping en wordt overkapt door zadeldak (rode verbeterde Hollandse pannen). Tussen de beide kappen aan de voorzijde bevindt zich een houten verbindingsstuk met zadeldak, waarmee de zolders van beide volumes met elkaar zijn verbonden. De puntgevel van het linker bouwdeel is voorzien van een gepleisterde plint en drie rechtgesloten vensters met T-ramen. Het linker venster is de vervanger van een deur. De geveltop is beschoten en bevat een eveneens rechtgesloten, vernieuwd zoldervenster, een ijzeren beugel en een bekroning in de vorm van een houten makelaar. Het rechter volume met gepleisterde plint had aanvankelijk een andere gevelindeling en heeft links in de gevel een oude paneeldeur met kruisraam en zware drempel onder een geprofileerd kalf en bovenlicht onder strek. Hier rechts van ligt een keldervenster met daarboven twee voormalige etalagevensters, die oorspronkelijk identiek waren aan de twee rechter, iets minder hoge vensters. Deze staan onder een anderhalf steen hoge strek en zijn behangen met persiennes. Het rechter van de twee hogere vensters staat in een middenrisaliet en verving waarschijnlijk in 1930 een deur. De gevelbeëindiging is een houten lijst met op houten klampen rustende dakgoot. Het voorste dakschild is voorzien van een negentiende eeuwse houten dakkapel met zadeldak, openslaand dubbel raam, beschoten top, makelaartje en vleugelstukken. De rechter dakkapel is toegevoegd en voorzien van een lessenaardak en brede vensterpartij. De noordelijke kopgevel is wit geschilderd en voorzien van een grijze, geschilderde plint en een rechtgesloten venster onder strek. De dakrand van het dakschild boven deze gevel ligt iets lager dan het voorste dakschild. De achtergevel en de zuidelijke gevel zijn aan het oog onttrokken door de buurpanden. Beide huisjes zijn voorzien van stoepjes met erfscheiding in de vorm van ijzeren, identieke hekken. De gevels van het huis aan de achterzijde zijn wit geschilderd en hebben een onregelmatige indeling die van recente datum is. Het interieur van het linker bouwdeel bevatte tot 1930 de bakkersoven en is nu nog voorzien van de uit datzelfde jaar daterende houten schappen voor de schoenen en een toonbank. Het rechter bouwdeel bevat de originele, in 1930 gebouwde etalagekasten en de bijbehorende toonbank. De vensters van een in deze winkelruimte gebouwde binnenkamer kijken hierop uit. De ruimte-indeling op de zolder is nog geheel negentiende eeuws. Aanwezig zijn ook nog de bedsteden en een houten schouw in één van de zolderkamertjes. Het interieur van het huis aan de achterzijde heeft geen monumentale waarde. Waardering Het samengestelde pand is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedenbouwkundige waarde. – Het karakteristieke pand heeft cultuurhistorische waarde vanwege de bijzondere functies die het heeft gehad. – Het pand architectuurhistorische waarde vanwege de karakteristieke, traditionele vormgeving en het daarmee verbonden materiaalgebruik, en vanwege de aanwezigheid van een bijzonder interieur met inventaris. – Het pand heeft stedenbouwkundige waarde als belangrijk, afsluitend onderdeel van een gesloten straatwand en vanwege de functionele en visuele samenhang tussen de bouwkundige onderdelen. – Het ensemble is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van ex- en interieur. – Het samengestelde pand heeft bovendien zeldzaamheidswaarde vanwege de hiervóór genoemde bijzonderheden en kwaliteiten. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Bakkerij en bakkerswinkel, later schoenmakerij en schoenenwinkel in Urk | Door: China Crisis (wiki) | Licentie: CC-BY-SA-3.0

Wat is een makelaar

Het zijn geen makelaars in levende lijfe. De meestal wit geschilderde versieringen op de daklijst van een huis, worden makelaars genoemd.
Ze staan op zowel boerderijen en bijgebouwen als op gewone huizen met puntdak. Maar hebben ze een doel of is het louter versiering?

Zo’n 500 jaar geleden had de makelaar een functie. Een gemiddeld woonhuis was gebouwd van natuurlijke materialen die voorhanden waren. Vaak houten gevels en riet als dakbedekking. Op de nokuiteinden van de woning bij de topgevels, zaten makelaars.
Gewoon een houten stok op het dak met een houten knop die het riet vastklemt of waar het riet tegenaan is gebonden.
Op deze manier kreeg je een waterdichte afsluiting tussen de top van de gevel en de rietendakbedekking. De makelaar werd door onze voorvaderen ook gebruikt om magische tekens of versieringen in aan te brengen. Om de geesten te verdrijven of de woning te beschermen tegen onweer. Bij gebruik van dakpannen op het dak is een makelaar niet meer noodzakelijk. Maar toch blijft de makelaar vaak gehandhaafd als draagbalk van de kap.

0 antwoorden

Plaats een reactie (naam E-mail en Site niet verplicht)

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *