Plaquette ‘ ds. A.S. Talma’
- Talmahof Emmeloord
en Talma Haven op Urk - Materiaal:: Brons
- Kunstenaar: een afgeleide van het grafmonument van Ds. Talma (door Dirk Wolbers)
- Geplaatst: 1993
Ter ondersteuning aan de herinnering van de oorsprong van de instelling ontvingen alle Talma-instellingen in Veenwouden, Balk, Emmeloord, Urk en Apeldoorn in de jaren negentig een plaquette voor de eigen ontvangsthal met daarop het profiel van dominee Talma.
Ds. A.S. Talma
geboren te Angeren 17 februari 1864
overleden te Bennebroek 12 juli 1916
Predikant bij de N.H. Gemeente te Heinenoord, Vlissingen, Arnhem en Bennebroek.
Lid der Tweede Kamer en van 1908 tot 1913 Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Over de plaquette:
De plaquette is een afgeleide van het grafmonument van Ds. Talma.
Mede om de herinnering aan hem levendig te houden is in opdracht en op kosten van het christelijk Nationaal Vakverbond in 1918 een monumentaal grafmonument vervaardigd naar een ontwerp van de beeldhouwer Dirk Wolbers. De beeltenis van Talma prijkt op een plaquette in het midden. De modellen van twee geknielde arbeiders, een jongere en een oudere, aan linker- en rechterzijde die de beeldhouwer maakte voor de in brons gegoten beelden staan in steen op de gemetselde hekposten van het huis Bronsteeweg 3 in Heemstede. Het graf is tegenwoordig een rijksmonument en is in 1949 grondig gerestaureerd door de beeldhouwster mevrouw H.Meulman-Helmhold. bron: https://ilibrariana.wordpress.com
Wie was Talma
In de eerste helft van de twintigste eeuw begon heel langzaam het besef te ontwaken dat verzorging bij invaliditeit, ouderdom, ziekte of werkloosheid niet charitatief en diaconaal moest gebeuren. Op grond van de wettelijke regelingen moest iedereen rechten op een dergelijke verzorging van overheidswege kunnen laten gelden. Ook tot het protestants-christelijke volksdeel drong dit besef door.
Een centrale rol in deze materie speelde dominee A.S. Talma, die van 1908 tot 1913 minister was van Landbouw, Nijverheid en Handel en in deze functie de stoot gaf tot de sociale wetgeving.
Aritius Sybrandus Talma werd als zoon van een Friese predikant geboren in 1864 te Angeren. Zelf volgde hij eveneens een theologische opleiding aan de Universiteit van Utrecht en hij werd Nederlands Hervormd predikant in Heinenoord, Vlissingen en Arnhem. Mede door zijn schoonvader die in Dordrecht een rijstpelmolen bezat, was Talma onder de indruk gekomen van de sociale wantoestanden rond de eeuwwisseling, met name voor de arbeiders.
Hij sloot zich aan bij het Christelijk Sociaal Congres, met enige aarzeling. Het betekende namelijk dat hij moest instemmen met de koers van Abraham Kuyper, de politiek leider van de Anti Revolutionaire Partij, en deze koers was zo geheel anders dan zijn Nederlands Hervormde achtergrond.
Vanaf 1895 trad A.S. Talma politiek steeds meer in de openbaarheid als lid van de Anti Revolutionaire Partij. Hij maakte zich in deze jaren samen met Kuyper sterk voor het algemeen mannenkiesrecht.
In 1901 stond A.S. Talma tijdens de Tweede Kamerverkiezingen kandidaat in het kiesdistrict Tietjerksteradeel. Zijn opponent was de socialist mr. P.J. Troelstra. Volgens het districtenstelsel, het toenmalig kiessysteem, werd uit elk district één afgevaardigde gekozen in de Tweede Kamer. Na een felle verkiezingsstrijd won Talma.
A.S. Talma werd in 1908 minister en zijn productie was enorm: arbeidswetten, octrooiwetten, radenwetten en verzekeringswetten. Zijn sociale wetten brachten hem geregeld in conflict, vooral met zijn eigen achterban, die hem als ‘rode dominee’ betitelde. Voor de socialisten daarentegen gingen zijn wetten niet ver genoeg. De Talma-wetten bleven na het aftreden van het kabinet in 1913 eerst liggen. Ds. Talma speelde toen geen rol van betekenis meer. Hij werd predikant in Bennebroek en overleed in 1916 op 52-jarige leeftijd. In 1918 volgde een eerbetoon door de arbeiders van Patrimonium en het CNV in de vorm van een monumentaal grafmonument op het kerkhof naast de Hervormde Kerk te Bennebroek.
De betekenis van minister Talma is vooral voor latere generaties duidelijk geworden. Hij was zijn geestverwanten vooruit met zijn benadering van sociale gerechtigheid; het Evangelie schoof de waarde van de mens en niet in de laatste plaats van de arbeider naar voren. De uitwerking van deze opvatting verwoordde hij in zijn wetsontwerpen.
Minister Talma nam het initiatief tot een uitgebreide sociale wetgeving. In 1910 wijzigde hij de arbeidswet enigszins met betrekking tot arbeid van vrouwen en kinderen. In 1913 diende hij onder andere de Invaliditeitswet in. Een onderdeel hiervan was de ouderdomsregeling die voorzag in een rente vanaf het 70-ste jaar. Vanaf 1916 trad deze wet in werking. De ouderdomswet zoals Talma die beoogde trad pas in 1919 in werking, toen voor het eerst ouderdomsrente van 3 tot 6 gulden per week werd uitbetaald aan mensen van 65 jaar en ouder. In 1922 werd de wet nogmaals veranderd: iedere rijksingezetene kon zich naar keuze verzekeren voor een rente vanaf 65 jaar tot maximaal 20 gulden per week.
Door de ouderdomswet waren er financiële mogelijkheden aanwezig om de bejaarden gezamenlijk in één huis te laten wonen, waarbij de ouderdomsrente als basis kon dienen bij de exploitatie. In 1928 werd in Veenwouden de ‘Christelijke Vereniging tot verzorging van Ouden van Dagen, Talma Rustoorden’ opgericht met als doel huisvesting, voeding en verzorging van hulpbehoevende ouderen.
bron : www.astalmastichting.nl/wie-was-a-s-talma/
Plaats een reactie (naam E-mail en Site niet verplicht)
Meepraten?Draag gerust bij!