S C H O O L R E G L E M E N T 

van de eerste school met de Bijbel aan de Nagelerstraat te Emmeloord.

In gebruik tot begin zeventiger jaren.

 

 

RAPPORTEN

  1. De rapporten dienen met een VULPEN te worden ingevuld.
  2. In klas 1 wordt alleen het paasrapport en het eindrapport gegeven;
    in de overige klassen het kerst-, paas- en eindrapport.
  3. In een ringmap wordt voor iedere leerling een blad aangelegd, waarop de rapportcijfers worden vermeld en tevens een beschrijving omtrent het karakter, afwijkingen, bijzonderheden e.d. van het kind.
    Bij bevordering worden deze gegevens overgedragen aan de nieuwe onderwijzer(es).
  4. Woordrapport: In klas I worden ingevuld de rubrieken 3, 5 en 6.
    In klas II de rubrieken 1, 3, 5 en 6.
    In klas III de rubrieken 1, 3, 5 en 6.
    In klas IV de rubrieken 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
    In klas V de rubrieken 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
    In klas VI de rubrieken 1, 2, 3, 4 5 en 6.
  5. Voor het woordrapport kunnen de volgende termen worden gebruikt:
    Belangstelling: Uitstekend, heel goed, goed, voldoende, onvoldoende, vrij zwak, gering, matig, beperkt, constant, algemeen, wisselvallig.
    Werklust: heel goed, goed, voldoende, onvoldoende, gering, matig, zwak.
    Werktempo: regelmatig, onregelmatig, voldoende, onvoldoende, goed, matig, traag, vlot, hoog, laag.
    Schriftelijk werk: netjes, verzorgd, goed, voldoende, onvoldoende, slecht, slordig, vrij slordig, prima.
    Nethouden leermiddelen: netjes, verzorgd, goed, voldoende, onvoldoende,slecht, slordig, vrij slordig, prima.
    Nakomen ordevoorschriften: best, voldoende, onvoldoende, gaat wel, goed,slecht, heel goed, prima, miniem.
  6. Cijferrapport: Versjes: 4 t/m 10.
    Bijb. Geschiedenis: 6 t/m 9.
    Overige vakken: 4 t/m 81/2 (81/2 uitsluitend voor de vakken, waarvoor de leerling gemiddeld 9 of hoger heeft).
    Er wordt uitsluitend met helen en halven gewerkt; dus geen + of -.

 

BROODSCHOOL EN TOEZICHT BIJ DE ZEBRA

Voor het aanwezig zijn bij het eten van de kinderen van de buitenwegen wordt een rooster opgesteld.
De onderwijzer(es) bidt en dankt met de kinderen en leest een gedeelte uit de Bijbel. Het gelezen gedeelte moet worden vermeld in een daartoe bestemd schrift, dat ná gebruik in de personeelskamer moet worden gelegd.
Bij gunstig weer spelen de kinderen buiten en mogen 1 grote bal gebruiken tot 13.00 uur. Bij ongunstig weer blijven de overblijvers in het lokaal, waar gegeten is.
De onderwijzer(es) is die dag tevens belast met het toezichthouden bij de zebra op de Nagelerstraat, ‘s morgens van 8.30 – 8.45 uur en ‘s middags van 13.00 – 13.15 uur. Tijdens het speelkwartier houdt deze leerkracht tevens toezicht op de speelplaats.
De leerkracht, die in een bepaalde week geen broodschool heeft, is de gehele week belast met het toezicht bij de zebra ‘s morgens om 11.45 uur en ‘s middags om 15.30 uur.
Deze onderwijzer(es) laat na de EERSTE BEL zijn (haar) klas naar buiten gaan; de overige klassen mogen pas na de TWEEDE BEL de klas verlaten.
Bij het oversteken dient erop te worden gelet, dat de kinderen OP HET TROTTOIR blijven wachten; dus niet op de rijweg gaan staan !
In verband met de broodschool en het gezamenlijk oversteken over de zebra mogen om 11 45 uur geen kinderen worden nagehouden!
De onderwijzer(es) van de 1e of de 2e klas zorgt ervoor, dat om 11.45 uur dadelijk na het vertrek der kinderen de VOORDEUR op slot wordt gedaan.
De leerkracht, die de broodwacht heeft, sluit om 13 00 uur de zijdeur. De andere leerkrachten moeten bij het binnenkomen deze deur (en ook de voordeur) weer achter zich op slot doen.

 

BINNENKOMEN EN VERLATEN DER SCHOOL.

Als de bel gegaan is, gaan alle leerlingen zo snel mogelijk 2 aan 2 in de rij van hun klas staan. Goed aansluiten!
Door de VOORDEUR gaat eerst de tweede klas, daarna de eerste klas.
Door de ZIJDEUR gaan achtereenvolgens: klas 3, 6, 5 en 4.
Bij net binnenkomen moeten de kinderen ZWIJGEND zich in de gang opstellen bij hun klas, tot de onderwijzer(es) hen in het lokaal laat gaan.
Ook bij het betreden van het lokaal moet worden gezwegen.
Er mogen geen kledingstukken op de verwarming in de gang of in de klas worden gelegd of gehangen.
Wanneer er sneeuw ligt, mogen er, nadat de bel is gegaan, geen sneeuwballen meer worden gegooid.

Alle leerlingen, die aan de overzijde van de Nagelerstraat wonen, mogen niet vóór half negen of vóór 13.00 uur bij de zebra zijn.
Alle overige kinderen mogen niet vóór half negen of vóór 13.00 uur op of in de omgeving van het speelplein zijn.
Alleen de kinderen van de buitenwegen, alsmede de kinderen, die daarvoor toestemming hebben, mogen op de fiets naar school komen. Overigens mag de fiets alleen meegenomen worden, wanneer de klas naar gymnastiek gaat.
De fietsen mogen uitsluitend in de rijwielstallingen worden geplaatst. Het eerste vak achter het schuurtje moet vrij blijven voor de fietsen van de leerkrachten.

 

GYMKLEDING

Voor gym moeten de kinderen luchtig gekleed zijn. Dus geen truien, vesten en lange broeken aan!

 

ALGEMENE REGELS

De deuren, ook die van de w.c.’s moeten achter zich gesloten worden.
De personeele-w.c. bij de voordeur mag NIET door de kinderen worden gebruikt.
Er mogen geen kinderen in het magazijn worden toegelaten, behalve wanneer hun onderwijzer(es) erbij is.
Er mag geen papier op de grond in het lokaal, in de gang, in het fonteintje of op het speelplein worden geworpen, evenmin als afval van fruit.
Huiswerk moet altijd in een plasticzak worden meegenomen.

 

REGELS VOOR HET PERSONEEL

‘s Maandagsmorgens wordt geld ingenomen voor ‘t goede doel, schoolsparen en schoolreisje. (Voor het schoolreisje nà 1 januari.)
De gelden moeten in het speelkwartier worden ingeleverd.
Tenminste eenmaal per jaar huisbezoek bij de ouders der leerlingen. Beurtelings begint een der personeelsleden ‘s maandagsmorgens met gebed en eindigt een ander ‘s vrijdagsmiddags.
Bij de verjaardag van een leerkracht zorgt de leerkracht van het naastgelegen lokaal voor versiering, inzameling van geld en aankoop van cadeau van leerlingen en van personeel. (klas I en II; klas III en VI; klas IV en V).
De kinderen van klas I, II en III ontvangen op hun verjaardag een kleurboekje, die van klas IV, V en VI een potlood.
Het trakteren door de jarige kinderen in andere klassen geschiedt om HALF TWAALF.
Alle boeken, die uit de personeelsbibliotheek worden genomen, moeten

in een erbij liggend schrift worden vermeld, met tevens de naam van de gebruiker(ster) erbij.
Wanneer een leerkracht een leermiddel uit personeelskamer of magazijn gebruikt, dient dit na gebruik op de daarvoor bestemde plaats teruggelegd (-gezet) te worden.
Kopy voor de schoolkrant moet regelmatig door de leerkrachten worden verzameld; dus niet wachten tot de schoolkrant uitkomt!
Volle werkschriften (en desgewenst ook de netschriften) blijven op school.
Al het werk, dat mee naar huis gaat (tekeningen e.d.) moet er verzorgd uitzien.