Rijksmonumenten Noordoostpolder
bron : rijksmonumenten.nl
Ontginningsboerderij in Emmeloord
BoerderijEspelerweg 4
8303HX Emmeloord (gemeente Noordoostpolder)
Flevoland
Bouwjaar: 1947
Beschrijving van Ontginningsboerderij
Inleiding Traditionele, in opdracht van de Directie van de Wieringermeer op kavel G82 gebouwde ontginningsboerderij. De in 1947 gebouwde BOERDERIJ voor akkerbouw van het Wieringermeertype heeft een schuur van het type Q7(TS) en een aangebouwde woning van het type H. De langsdeelboerderij is gebouwd naar een van 1944 daterend ontwerp van de Bouwkundige Afdeling (boerderijenbouw) van de Directie van de Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken. De linker (westelijke) langsgevel van de schuur met langsdeel is verbouwd in 1953, waarbij één van de oorspronkelijke deuren is vervangen door een bredere schuifdeur. Tegelijkertijd is in de oorspronkelijke paardenstal een trekkerbox ingebouwd. Vanaf 1953 is de hoeve in gebruik als pachtboerderij. Omschrijving Met de voorgevel van het woongedeelte naar de weg gerichte boerderij met een onder een met verbeterde Hollandse pannen gedekt, licht uitkragend zadeldak staande woongedeelte en een breder bedrijfsgedeelte met een grotendeels met riet gedekt zadeldak met wolfseinden. De onderste rand van beide dakschilden van de schuur zijn gedekt met verbeterde Hollandse pannen. De iets uitkragende dakranden rusten op houten klampen. De in schone baksteen opgetrokken gevels bevatten voornamelijk rechtgesloten gevelopeningen, die in het woongedeelte onderdorpels van grèstegels hebben. Het excentrisch ten opzichte van de schuur staande woongedeelte heeft een symmetrische voorgevel van het type tuitgevel. De twee vensters op de begane grond zijn voorzien van openslaande ramen met roedenverdeling en hebben uit grèstegels vervaardigde onderdorpels. Achter deze vensters liggen de zit- en de woonkamer (kamer en suite). De twee bij de voorste slaapkamers behorende vensters op de zolderverdieping zijn vergelijkbaar. De gevel verbreedt zich enigszins onder de dakaanzet. De rechter gevel bevat de entree. Deze bestaat uit een boven een gemetseld stoepje staande deur met bovenlicht onder een geprofileerde, uitkragende kroonlijst. Het staande venster links van de deur heeft een zesruits raam. Het liggende venster er rechts van behoort bij de opkamer en heeft een achtruits raam. Hieronder bevindt zich een keldervenster. De dwars op de vorige gevel staande en op de weg georiënteerde kopgevel van de schuur bevat een grote, tussen lisenen staande schuif-inrijdeur onder een trapeziumvormig bovenlicht met radiale roedenverdeling. Het venster links van de inrijdeur heeft een kruisraam. Onder het wolfseind staan twee licht getoogde zoldervensters met kruisramen. De rechter langsgevel bevat geheel links een luik onder rollaag, waar oorspronkelijk een electriciteitskast stond. Van de zes dubbele vensters met tussenstijl in de betonnen ramen zijn de zes middelste afgedekt door luiken. Een getoogde, laag in de gevel staande gevelopening met luik had oorspronkelijk de functie van kafluik. Geheel rechts in de gevel bevinden zich een deur en het smalle venster van een toilet. De zinken dakgoot rust op dubbele houten klampen. De kopgevel van de schuur aan de achterzijde bevat links een tussen lisenen staande schuif-inrijdeur, onder een bovenlicht als dat in de voorgevel. De oorspronkelijke gevelopeningen hier rechts van – vier vensters en een deur – zijn dichtgemetseld. De dubbele inrijdeur van de trekkerbox bevat per deurdeel een ruitvormig raampje. De dubbele deur er rechts van is per deurdeel voorzien van een bovenlicht met drieruits klapraam. Het venster rechts in de gevel heeft een betonnen zesruits raam met ventilatiedorpel. Boven de deuren van de trekkerbox bevindt zich een openslaand luik. Een groter dubbel luik bevindt zich in het midden van de gevel. De twee kleine vensters onder het wolfseind zijn als die in de kopgevel aan voorzijde. De linker langsgevel bevat van links naar rechts twee zesruits vensters als die in de achtergevel, een deur met onder- en bovendeur onder vierruits bovenlicht, een eveneens betonnen venster met kruisraam, een tussen lisenen en een houten staande brede schuifdeur, vier vierruits vensters, een schuifdeur (die in 1953 een dubbele deur verving), wederom een vierruits venster, een deur onder een tweeruits bovenlicht en een zesruits venster (beide van de bijkeuken) en een smal licht voor een toilet. Het woongedeelte aan deze zijde is iets terugliggend en is van links naar rechts voorzien van een kleiner raam (keuken) en een groter venster met samengesteld raam waarin inmiddels in de oorspronkelijke muuropening een houten schuifpui is geplaatst (woonkamer). De dakkapel in het dakschild hierboven heeft een plat dak en zinken wangen. Uit dit dakschild steekt tevens een gemetselde schoorsteen. Het inwendige van het woonhuisgedeelte is nog voor een deel in oorspronkelijke staat. De woning heeft nog een kamer en suite met vernieuwde schuifdeuren in de oorspronkelijke kozijnen. De ruimtendeling op de begane grond is onveranderd. Op de zolderverdieping zijn wel wijzigingen doorgevoerd, waarbij onder meer de knechtenkamer is verdwenen. In de keuken bevindt zich nog de oorspronkelijke houten wasemkap met profielranden. Ook het inwendige van het bedrijfsgedeelte is in hoofdzaak ongewijzigd. Wel zijn er enkele plafonds verlaagd, heeft de paardenstal een andere functie gekregen en is in de oorspronkelijke wagenberging een tussenmuur geplaatst, die de ruimte in tweeën deelt. De schuur wordt gedragen door uit gelamineerd hout vervaardigde, ongelijkbenige, volwandige kniespanten, die bekend zijn als NEMAHO spanten. De meeste spanten overspannen de schuur tot de scheimuur van de wagenberging. Alleen het achterste spant overspant de gehele breedte van de schuur. Waardering De boerderij is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde. – De boerderij heeft cultuurhistorische waarde omdat deze behoort tot het oudste type dat is gebouwd in de Noordoostpolder en tevens een bijzondere uitdrukking is van een geografische en landschappelijke ontwikkeling. – De boerderij is tevens van architectuurhistorische waarde als een goede representant van een type met een vrij traditioneel uiterlijk, maar waarin al wel gebruik is gemaakt van een moderne spantconstructie. – De boerderij heeft ensemblewaarde vanwege de situering, vanwege de nauwe relatie met de ontwikkeling van het polderlandschap waarmee het onverbrekelijk is verbonden, alsmede vanwege de functionele en visuele samenhang tussen de samenstellende onderdelen van het complex. – De boerderij is bovendien van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van het exterieur en delen van het interieur. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)