Voorloper van het Muzisch Centrum

De muziekschool

Onderstaande tekst is via ‘OCR herkenning’ omgezet naar de computer.
Dit kan mogelijk wat fouten geven.

Ideeën omtrent een georganiseerde aanpak van muziekonderwijs ontstonden al in de tijd dat de Noordoostpolder nog geen gemeente maar een ‘Openbaar Lichaam’ genoemd werd.

• 1954 De Heer Kieviet, organist van de N.H. Kerk Nagelerstraat informeert bij de Landdrost Smeding naar de mogelijkheden om tot een door de overheid geleide aanpak van het muziekonderwijs te komen.
• 1960 De heer B. v.d. Zwaag en de heer F. Polter informeren in het voorjaar bij de toenmalige rijksinspecteur, dr. J. Daniskas, omtrent de mogelijkheden op dit terrein.
• 1961 In september stelt de Culturele Raad Noordoostpolder aan landdrost de heer P. Minderhoud voor tot oprichting van een muziekschool over te gaan.
• 1961 In december. daaraanvolgend wordt bij de huidige inspecteur muzikale vorming toentertijd nog werkzaam als directeur van het Zwols Muziek lyceum, de heer Dankmeyer, advies ingewonnen betreffende huisvesting, opleidingsmogelijkheden en de daaraan verbonden begrotingsfacetten van een muziekschool.
• 1962 Op 8 februari volgt dan een definitief voorstel aan de poldercommissie voor algemene belangen tot oprichting van een muziek- school te komen.
• 1962 Op 28 februari daaraanvolgend wordt dit voorstel door de betreffende poldercommissie aanvaard. In de zomer van 1962 is de Noordoostpolder inmiddels een zelfstandige gemeente geworden.
• 1962 In december daaraanvolgend start de heer J. M. Krouwels met de voorbereidende werkzaamheden, die moeten leiden tot een definitief tot stand komen van een muziekschool. Voorlopig krijgt hij een huisvesting toegewezen in het Prof. ter Veenlyceum. In dezelfde maand wordt door burgemeester F. M. Panthaleon baron van Eck het Curatorium van de muziekschool geïnstalleerd. De eerst curatoriumleden zijn de dames E. M. W. Borm-Luykx, N. Geerts-Dankert uit Emmeloord, mevr. F. C. Rijken-Kerst uit Mark- nesse, en mevr. B. J. de Vrieze-van Wingen uit Nagele, alsmede de heren F. A. van Vulpen, P. Buter en H. Held uit Emmeloord en de heer R. Prins uit Luttelgeest. Wethouder Polter fungeert aanvankelijk als voorzitter, doch wordt na korte tijd i.v.m. een nieuwe indeling van wethouders- zetels opgevolgd door wethouder B. J. Blikman, t.w. op 21 januari 1963. De heer A. N. Winkel, wordt belast met het secretariaatwerk.
  De voormalige Kon. Juliana-school wordt verbouwd om een goede start van het muziek- schoolwerk in de Noordoostpolder te krijgen. Een aantal lokalen worden gehalveerd, waardoor kan worden begonnen in 9 lokalen.In die voorbereidingsperiode worden gesprekken gevoerd met alle hoofden van het lager onderwijs in de polder.

  Gezocht wordt tevens naar geschikte lokaliteiten in de betreffende scholen voor het opzetten van dependances t.b.v. de algemene muzikale vorming aan de lagere schooljeugd, en t.b.v. eventuele korpsopleidingen.

  Kontakten worden opgenomen met de fanfarekorpsen. Gezocht wordt naar onderwijzers, die bereid en bevoegd zijn de eerste al- gemeen muzikale beginselen aan kinderen te leren.

  Juist in die periode doet zich de bijzondere gunstige situatie voor dat de interesse onder de onderwijzers voor een goede algemene muzikale vorming zeer groot is. De huidige directeur van het Gehrels-instituut, de heer Johan Rotman, toentertijd nog consulent voor de noordelijke provincies van dit instituut, geeft in die tijd een goed lopende cursus voor onderwijzers in Emmeloord.

  Menige hier nog werkzame onderwijzer zal zich met het enorme enthousiasme en de inventieve stijl van lesgeven van dhr. Rotman herinneren.

  Reeds zijn in die periode enkele musici op particuliere basis werkzaam in Emmeloord.

  Hiertoe behoorden o.a. de heren Frans Szabò en Piet Boekel. Franz Szabò had een uitgebreide piano- lespraktijk, Piet Boekel was de heer Kieviet opgevolgd als cantor- organist aan de N.H. Kerk en had daarnaast eveneens een grote lespraktijk. Beide musici gingen een verbintenis aan met de gemeentelijke muziekschool. Hun leerlingen zouden in den vervolgde aan de muziekschool hun lessen krijgen.

  De Emmeloordse kunstschilder Libbe Venema maakte een ontwerp voor de prospectus voor de muziekschool.

Friesche Koerier 1962

De landdrost van de Noordoostpolder heeft de Poldercommissie voorgesteld uitvoering te geven aan het voornemen om in Emmeloord een muziekschool te stichten. De school, die naar verwacht wordt door 300 leerlingen zal worden bezocht, welk aantal in de toekomst zal kunnen uitgroeien tot 500, wordt voorlopig ondergebracht in de noodschool aan de Moerasandijviestraat.

Daartoe zal het gebouw een restauratie moeten ondergaan, waarmee naar schatting ƒ 50.000 gemoeid is. Bovendien is voor de de eerste inrichting van de school ƒ 20.000 nodig. Het is nog niet bekend wanneer de school met de lessen zal beginnen.

Tot directeur van de in oprichting zijnde muziekschool in  de Noordoostpolder is per 1 januari 1963. benoemd de heer J. J. Krauwels, organist- Pianist en koordirigent te Haarlem.

De heer Krauwels is in het bezit van het diploma C 2 van het conservatorium in Amsterdam; het staatsdiploma piano B en het diploma cum laude in de vakken orgel- en koordirectie van de r.k. kerkmuziekschool in Utrecht. Hij is thans nog verbonden aan de Anthoniuskerk te Haarlem.

Hij treedt ook dikwijls op als orgelsolist en in pianorecitals in Haarlem en Amsterdam, verder voor de radio.

De nieuwe directeur (31 jaar) is ongehuwd. Dinsdagavond zal de burgemeester van de Noordoostpolder in de raadzaal het curatorium van de muziekschool installeren. De leden zullen bij die gelegenheid met de heer Krauwels kennis kunnen maken.