- Titel: Muurschildering
- Kunstenaar: Stefan Alberts
- Plaats: Het Midden – Bant
- Materiaal: verf
- Geplaatst : juni 2017
Bant heeft juni 2017 met veel tam tam ‘Het Midden’ en de Loswal heropend.
Onder aanvoering van een groep jeugdige trommelaars werd als eerste een kunstwerk onthuld op de muur van de gymzaal.
Het werk gemaakt door Stefan Alberts uit Zwolle symboliseert de ruimte van de polder, de natuur en de sportiviteit van het dorp.
Over Stefan Alberts
Als jochie van dertien had hij voor het eerst een spuitbus in zijn handen.
Nu is Zwollenaar Stefan Alberts (40) een graffitispecialist die tot ver buiten de landsgrenzen bekendheid geniet.
Wie wel eens met de trein reist, heeft zijn werk ongetwijfeld gezien. Vanaf het spoor heb je perfect zicht op zijn kunstwerk op het gebouw van orthodontiepraktijk Veldhuyzen van Zanten.
Ook op veel andere plekken in Zwolle is het werk van Stefan Alberts te bewonderen. Denk aan de kringloopwinkel in Zwolle-Zuid en het voetbalstadion. “Het leuke aan het stadion is dat de muren met mijn werk vaak terugkeren op foto’s en videobeelden.”
DE EERSTE KEER
Zijn liefde voor graffiti werd in 1985 aangewakkerd na het zien van een documentaire over breakdance en graffiti in New York. Alberts wilde leren breakdancen, maar toen hij de graffiti-artiesten aan het werk zag was dat van de baan. “Ik was zo onder de indruk van wat ik zag, dat ik het breakdancen ter plekke vergat.” Een paar maanden later spoot hij in Assendorp voor het eerst zijn zelfbedachte naam op een muur. Een vriend had hem verteld dat hij zijn naam op zoveel mogelijk plekken moest achterlaten. “Hij had alleen niet gezegd dat het illegaal is”, vertelt Alberts lachend. En dus koos hij een mooie zomeravond uit voor zijn eerste graffiti-ervaring. “Mijn naam stond nog niet op de muur of ik werd al gepakt.” Twee dagen later werd de muur schoongemaakt, op zijn kosten.
RECHTSZAAK
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Alberts gaat door. “Hier leer je van, zo moest het dus niet. Ik bedacht een nieuwe naam en verruilde het daglicht voor de avond.” Hij leerde dat hij niet te lang op één plek moest blijven. Lange tijd maakte hij er een sport van om overal zijn naam achter te laten. Later waagde hij zich ook aan pieces, grotere tekeningen met veel kleuren. Spuitbussen kocht hij van zijn zakgeld. Daarvoor had hij een goede deal gesloten met een autolakhandelaar. Lange tijd ging het goed, tot hij in 1988 weer gepakt wordt. Deze keer was het serieus. De opsporingsdienst hield een heuse razzia tegen graffiti-artiesten. “Wij waren gegroeid en serieuzer geworden, maar zij ook. Ze hielden ons een fotoboek onder de neus met daarin al ons werk.” Er volgde een rechtszaak en een voorwaardelijke straf.
KLAVER 5
Alberts besluit dat het roer om moet. Hij verruimt zijn blikveld en gaat de stad uit. Naar Amsterdam, waar gedoogplekken zijn voor graffiti-artiesten. Hij is daar ieder weekend te vinden, tot hij in 1999 de kans krijgt om met vier vrienden een bedrijf op te zetten: Klaver 5. De oud-eigenaar van hun stamkroeg gelooft in de jongens en in opdracht doen ze wat ze het liefste doen: kunstwerken maken. Na drie maanden stopt hun investeerder ermee en staan de jongens er GEBOREN VERFKUNSTENAAR VECHT VOOR GEDOOGPLEK 16 INTERVIEW alleen voor. “Dat was even slikken. Wij waren de creatievelingen, we wisten niet hoe we ons werk moesten verkopen.” De één na de ander haakt af, tot Alberts alleen overblijft. “Dat was mijn redding. Toen begon het echt goed te lopen.” Hij neemt vele rolluiken, schuttingen en slaapkamers onder handen. En hij geeft workshops. Een gouden vondst: bedrijven, scholen en ook vrijgezellengroepen tonen interesse. Klanten kunnen met hem de straat op naar legale plekken, maar ook graffiti op een canvasdoek is mogelijk. “Iedereen is enthousiast. Er zijn zelfs opa’s en oma’s die iets voor hun kleinkinderen maken.”
VANDALISME
Nog steeds floreert Alberts met zijn workshops. Op straat is hij minder te vinden. Als hij de straat op gaat is dat in andere steden, waar legale graf- fitimuren zijn. Niet alleen in Nederland, ook in New York en Berlijn heeft Alberts zijn handtekening al achtergelaten. In 2007 werd hij samen met veertien andere internationale graffitikunstenaars uitgenodigd voor een tour langs de westkust van Amerika. “Dat was een fantastische ervaring, we werden als helden onthaald.” Een groter contrast met Zwolle bestaat bijna niet. Hier worden Alberts en zijn maten gezien als vandalen die de stad vernielen. Legale muren zijn er niet meer en graffiti wordt gezien als geklieder. Ergens begrijpt Alberts dat wel. “Niet elke kriebel is even mooi. Zeker niet op een mooi klassiek pand.” Toch veroordeelt hij de huidige generatie kunstenaars niet. “Dat zou krom zijn, want ik heb er zelf net zo hard aan meegedaan.” Samen met andere kunstenaars maakt hij zich al jaren hard voor de terugkeer van legale graffitiplekken. Tot nog toe zonder resultaat. Onbegrijpelijk, vindt Alberts. “De jongeren die nu de stad vol schrijven, kunnen de kunstenaars en grafisch vormgevers van morgen zijn. Een gedoogplek kan dit talent stimuleren, maar dat ziet de gemeente niet. Die gooit hen op de stapel vandalisme.”
TEKST: NUL38 MAGAZINE/CHANTAL DUTE