Arbeiderskampen en barakkenkampen in de Noordoostpolder: een vergeten geschiedenis
Toen de Noordoostpolder in 1942 droogviel, begon een grootschalig ontginningsproject. Duizenden arbeiders werden ingezet om het nieuwe land geschikt te maken voor landbouw. Omdat de mechanisatie nog beperkt was en de bereikbaarheid slecht, verrezen meer dan dertig barakkenkampen voor tijdelijke huisvesting. Het eerste kamp werd al in 1941 bij Blokzijl geopend. In piekjaren verbleven meer dan vierduizend polderwerkers tegelijk in deze arbeiderskampen.
Ontstaan en opbouw van de arbeiderskampen in de Noordoostpolder
Een gemiddeld kamp bestond uit drie tot vier woonbarakken met elk plaats voor honderd mannen. De indeling was vaak volgens een vast plan, met in het midden een keuken- en kantoorbarak, opslagruimtes en een kantine. Sommige kampen weken af van dit patroon, zoals Blokzijl en Ramspol, die vanwege hun ligging in een lange rij stonden.
Dagelijks leven in de barakkenkampen
Het leven in de arbeiderskampen was eenvoudig en zwaar. Mannen werkten van vroeg in de ochtend tot laat in de avond op het land. Slaapvertrekken waren sober: houten britsen met strozakken, gedeeld met acht tot tien personen. Pas eind jaren vijftig verschenen gezamenlijke eetzalen in de keukens. Overdag bleven alleen de kampbeheerder, kantinebeheerder, kok en corveeërs achter in het kamp.
Vrije tijd en culturele activiteiten in de kampen
Ontspanning was schaars. In de avonden konden arbeiders in de kantine kaarten, biljarten of een film bekijken. Soms waren er optredens van cabaret- of muziekgroepen. Drank was verboden, waardoor de meeste mannen vroeg naar bed gingen. Ondanks de zwaarte van het werk ontstond er een hechte ‘mannencultuur’ met humor, kameraadschap en ook momenten van heimwee.
Arbeiderskampen voor gezinnen in de Noordoostpolder
Niet alle bewoners waren alleenstaanden. In enkele kampen, zoals bij Marknesse en Urkervaart, stonden gezinsbarakken. Deze werden bewoond door gezinnen waarvan het hoofd werkzaam was in het kamp of op de cultuurboerderijen.
Wat bleef er over van de barakkenkampen?
Na de oorlog kregen veel barakken een nieuwe bestemming. Sommige werden gebruikt als interneringskamp voor NSB’ers, andere als tijdelijke school of noodziekenhuis. Uiteindelijk verdwenen bijna alle arbeiderskampen uit de Noordoostpolder.
Enkele uitzonderingen bestaan nog: de stenen barak in Marknesse, nu Sociaal Cultureel Centrum De Marke, de Pioniersbarak in Tollebeek (gerestaureerd in 2006) en een klein restant in Nagele. Deze plekken vormen de laatste tastbare herinneringen aan de pionierstijd van de polder.
Kies uit het menu: