Oostenrijkse woningen
Na de Tweede Wereldoorlog, toen de particuliere woningbouw in Nederland vrijwel stil lag en bouwmaterialen schaars waren, deed de Nederlandse overheid een beroep op de Weense firma Thermobau GmbH voor de levering van geprefabriceerde houten woningen. Deze Oostenrijkse prefab-woningen, met een totaalgewicht van 17.000 kilo per unit, arriveerden per trein als bouwpakketten en konden binnen enkele dagen worden opgebouwd.
In 1948 verzocht het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting alle Nederlandse gemeenten om hun interesse kenbaar te maken voor deze woningen. Als resultaat staan er nu, verspreid over het hele land, ongeveer achthonderd van deze woningen, variërend van Heerlen tot Leeuwarden. De transactie vond plaats zonder uitwisseling van geld; Nederland betaalde Oostenrijk met levensmiddelen vanwege het deviezentekort.
De woningen zijn van buitenaf herkenbaar aan hun houten constructie en karakteristieke rode zadeldak met een scherpe knik bij de gootlijn. Ondanks hun oorspronkelijke functie als noodwoningen, bedoeld voor een levensduur van vijftig jaar, zijn veel van deze huizen nog steeds in goede staat. Dankzij de toepassing van dubbel glas, aluminiumfolie en fijne vezelplaat als isolatiemateriaal, bieden ze zelfs een verrassend energiezuinig en duurzaam wooncomfort.
Door het hele land zijn nog mooie exemplaren van deze woningen te vinden. In de Limburgse mijnstreek bijvoorbeeld in Hoensbroek, Treebeek, Heerlen en Geleen, en in Flevoland staan er zo’n honderd in de gemeente Emmeloord. Een groep van 25 van deze huizen in Leeuwarden heeft zelfs de status van gemeentelijk monument gekregen. (ai)
Lezing ‘Oostenrijkse Woningen in de Noordoostpolder’
op donderdag 12 september
Door heel Nederland vind je ze: Oostenrijkse woningen. Ook in Emmeloord en de rest van de Noordoostpolder staan deze bijzondere woningen, die anders zijn dan woningen die gebouwd zijn in de polderarchitectuur. Wat maakt deze woningen zo bijzonder en komen ze eigenlijk wel uit Oostenrijk? Ontdek de geschiedenis van deze merkwaardige woningen tijdens de lezing ‘Oostenrijkse woningen in de Noordoostpolder’, op donderdag 12 september in de bibliotheek. De spreker van de avond is Terry van Dijk, auteur van het boek ‘een huis met 1000 gezichten’.
Om 19:30 uur start de avond met een kopje koffie of thee, de lezing begint om 20:00 uur. Om zeker te zijn een plekje is het handig om je gratis kaartje vooraf te reserveren. Dat kan via www.flevomeerbibliotheek.nl/activiteiten, maar ook aan de balie in de bibliotheek.
De Oostenrijkse Woningen
Houten woningen zijn bijzonder in Nederland en wie Oostenrijkse woningen passeert onthoudt dat al snel. Ze zijn daarom beeldbepalend in de zuidoosthoek van de Noordoostpolder. Maar dat is slechts een van de vele plekken waar ze staan. Van Den Helder tot Heerlen en van Assen tot Arkel kan je plukjes of enkelingen tegenkomen. In lokale verhalen komen allerlei verhaspelde verklaringen over de plaatsing van deze woningen voor. Waar staan ze precies? En wat is het echte verhaal over hoe het zo gelopen is? Terry van Dijk en zijn dochter Sophie besloten archiefmateriaal te verzamelen en alle woningen die ze konden traceren te fotograferen. Dat leverde een reeks op van meer dan 600 van de 800 woningen die door heel Nederland gebouwd werden, waarvan 100 in de Noordoostpolder. Niet eerder werd de totale landelijke ontstaansgeschiedenis van dit bijzondere fenomeen in een publicatie in beeld gebracht.
Over Terry van Dijk
Terry van Dijk (1975) is professor ruimtelijk ontwerpen en planologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij onderzoekt en doceert over hoe ontwerpen en ontwerpers helpen bepalen wat een stad of een landschap nodig heeft. Hij gaf les in China, Indonesië en Brazilië en werd in Groningen uitgeroepen tot Docent van het Jaar. Meerdere academische boeken en vele artikelen verschenen van zijn hand, onder andere over het ontwerpproces van de IJsselmeerpolders. Daarnaast is hij vooral ook trotse bewoner van de Noordoostpolder.
Direct na de Tweede Wereldoorlog stond Nederland voor de immense uitdaging om een groot tekort aan woningen op te lossen. Het was dringend noodzakelijk om snel een aanzienlijk aantal huizen te bouwen, maar dit werd bemoeilijkt door een gebrek aan bouwmaterialen, arbeidskrachten en energie.
In 1945 telde Nederland negen miljoen inwoners, en dit aantal steeg in slechts vijf jaar tijd met een miljoen. Het tekort aan woningen werd hierdoor nog nijpender. Tegelijkertijd kampte Oostenrijk met een ernstig voedseltekort, wat leidde tot een wederzijds voordelige oplossing: ruilhandel. Het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting organiseerde een overeenkomst waarbij Nederland gedroogde groenten, visconserven en zaden leverde in ruil voor bouwpakketten van houten woningen, vervaardigd in Oostenrijk.
De Weense firma Thermohaus GmbH leverde 800 van deze prefab-woningen, die vervolgens over Nederland werden verspreid. Elke woning werd in twee treinwagons vervoerd en kon relatief snel worden opgebouwd. Door deze ruilhandel kon Nederland, ondanks de schaarste aan middelen, toch voorzien in de dringende behoefte aan nieuwe woonruimte.
Van de 800 Oostenrijkse prefab-woningen die naar Nederland werden geïmporteerd, vonden er maar liefst 100 hun plek in de Noordoostpolder. De overvloed aan beschikbare ruimte in de polder maakte het mogelijk dat deze woningen ruime percelen kregen, die als tuin konden worden gebruikt. De houten karkassen van de woningen werden op een betonnen fundering geplaatst en voorzien van een bakstenen plint, waardoor houtrot aan de onderzijde werd voorkomen. Daarnaast waren de huizen uitgerust met thermische folie tussen de muren, wat hen de bijnaam ’thermowoningen’ opleverde.
Een aantal van deze Oostenrijkse woningen in Emmeloord is inmiddels uitgeroepen tot monument.
Er bestaat zelfs een Facebookpagina voor eigenaren van Oostenrijkse woningen, waar verbouwingen en aanpassingen worden gedeeld, en waar soms ook huizen te koop worden aangeboden. (ai)
Citaat uit het tijdschrift ‘Bouw’ van vlak na de oorlog (jaargang 46, blz. 802 en 803):
‘Bouw’ was een Nederlands architectuurtijdschrift. Het werd opgericht in 1946 als weekblad voor de bouwsector. Tot het eerste decennium van de 21e eeuw heeft het blad zich ontwikkeld van spreekbuis van de wederopbouw, met veel aandacht voor sociale, economische en technische vraagstukken, tot vakblad over hedendaagse architectuur in Nederland. In oktober 2006 is het blad hernoemd als ArchitectuurNL
De 800 Oostenrijkse houten middenstandswoningen, waarover den direct na de Tweede Wereldoorlog korte berichten zijn verschenen, zullen als wij ons niet vergissen, haar weg in Nederland wel vinden. Daar staan in de eerste plaats de betrekkelijk geringe prijs van ongeveer ƒ 10.000,-, welke zij naar schatting exclusief den grond kant en klaar zullen kosten en vervolgens de gerieflijke, vrij ruime indeling borg voor.
Nederland zal deze huizen betalen met levensmiddelen, zoals gedroogde groenten en vis, waaraan Oostenrijk grote behoefte heeft en wel zodanig, dat alleen het houten omhulsel inclusief vrachtkosten naar ons land, opslag enz. naar voorlopige raming voor ƒ 5000,- aan den particulieren koper kan worden verkocht. De toekomstige eigenaar zal dus zelf een aannemer opdracht moeten geven voor het leggen van de funderingen en de vloeren, het bouwen van den schoorsteen, het aanbrengen van de dakbedekking, het aanleggen van gas- en elektrische geleidingen, benevens het inbouwen van installaties van bad en sanitair. Deze laatste werkzaamheden worden thans op ongeveer ƒ 500,- begroot. De koper kan het huis van het Rijk betrekken en zal den prijs daarvan, alsmede den bouw geheel uit eigen middelen moeten financieren, ofwel gebruik moeten maken van de financieringsregeling welke geldt voor particulieren bouw. Is hij oorlogsslachtoffer, dan zal hij ook gebruik kunnen maken van de Regeling voor de financiering van het herstel van oorlogsschade aan woningen.
Aan bouwers in de geteisterde gebieden zal voorrang worden verleend. Teneinde een billijke verdeling te waarborgen zijn de Provinciale Directies van de Volkshuisvesting met de verdeling over de gemeenten belast.
Het huis telt twee verdiepingen, resp. van 2.40m en 2.30m hoogte. Het bevat gelijkvloers een hal met garderobe, een WC., een keuken, een woonkamer met eethoek, welke door het aanbrengen van een gordijn van elkander kunnen worden gescheiden en een studeerkamer. De bovenverdieping bevat 3 kamers en een badcel. De dubbele wanden zijn 17cm van elkaar verwijderd. De buitenste wand is aan de binnenzijde met een vochtwerend middel bestreken, terwijl aan de binnenzijde van den binnenwand vezelplaten zijn aangebracht. Tussen deze beide wanden bevindt zich een dunne aluminiumplaat.
Bestekken voor den bouw zullen van Rijkswege worden beschikbaar gesteld. Waarschijnlijk zullen in deze bestekken met verschillende wensen rekening worden gehouden. Zoo zullen sommigen boven een kelderkast een ruimeren kelder prefereren.
De woningen kunnen, wanneer zij goed worden onderhouden, vele jaren mee en zijn dus als permanente woningen te beschouwen. De eerste zending kan medio December 1946 worden tegemoet gezien.
Pachterswoning : Oostenrijkse woning
(met Belgische barak)
72 stuks als boerderijwoning aan de zuid-oostkant van de polder
De overige woningen staan oa in Emmeloord (12), Marknesse (6), Ens (6)
De houten noodschuren , gemaakt van oude Belgische legerbarakken, die slechts een korte levensduur hadden, zijn in de jaren 50 vervangen door de montageschuren van schokbeton.
Oostenrijkse woningen:
Omdat in het Nederland van kort na de oorlog (1948) een tekort aan hout , bouwmateriaal en capaciteit was, zijn deze woningen door de toenmalige minister van Wederopbouw besteld bij een Oostenrijkse firma Thermohaus.
Vandaar de bij-naam ‘Oostenrijkse woningen.’
De huizen vallen op door hun rode zadeldak en de typerende knik bij de gootlijn.
Rond 1948 schreef het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting alle Nederlandse gemeentes aan met de vraag of deze deel wilden nemen aan dit project.
In elke gemeente die zich toen heeft opgegeven, staan één of meer Oostenrijkse woningen. Van Den Helder/Huisduinen tot aan Heerlen/Weert.
Nederland heeft in totaal ca. 800 exemplaren van deze woningen gekocht die verspreid staan door heel het land.
Ca. 100 stuks staan in onze gemeente.
Het verhaal gaat (!) dat door problemen met deviezen, deze opdracht deels met vis is betaald.
Het verhaal dat de woningen door Oostenrijk geschonken zijn als ‘wiedergutmachung’ is een broodje aap verhaal.
De overige woningen staan in Zwollerkerspel (4), Emmeloord (12), Marknesse (6), Ens (6) en de rest (ca. 74) bij boerderijen aan de zuid-oostlkant van de polder.
Boerderijwoningen
Oorspronkelijk stonden er geen betonnen schuren bij de Oostenrijkse woningen, maar houten noodschuren, gemaakt van oude Belgische legerbarakken, die slechts een korte levensduur hadden.
De noodschuren zijn in het begin van de jaren ’50 vervangen door de nog steeds in gebruik zijnde montageschuren van schokbeton.
Ook de Oostenrijkse woningen zijn gebouwd als noodonderkomen. Hoewel ze waren bedoeld als tijdelijke oplossing voor de woningnood voldeden ze en voldoen ze nog steeds goed, waardoor de meeste behouden zijn gebleven
Sommige ‘Oostenrijkse woningen’ zijn niet meer als zodanig herkenbaar.
OOSTENRIJKSE WONINGEN IN DE NOP
Aanzichten en plattegronden van de 72 Oostenrijkse woningen, gebouwd bij de eerste lichting pachters in 1947/1948.
Het zouden tijdelijke woningen worden. (circa 25 jaar)
En omdat het ook de kleine percelen betrof (20 tot 36 hectare) werden ze gebouwd met een houten noodschuur, een zogenaamde Belgische barak.
De originele schoorstenen waren geen succes, zowel qua trek als constructie.
Daarom hebben ze in de NOP voor een andere uitvoering gekozen.
Slechte kwaliteit ?
In eerste instantie ging de mare door Nederland dat de kwaliteit van deze woningen slecht was.
Maar er was ook nog veel onkundigheid bij de bouwers. Op enig moment is er een brief rondgestuurd over deze zaak :
Brief aan de Gemeente Zwollerkerspel waarin gesproken word over de aankoop van grond.
In de stad Zwolle had de rijksdienst eigen grond voor eventuele woningbouw, maar ze wilden geen bouwvergunning verlenen,
men vond de woningen te brandgevaarlijk aan de rand van de stad.
Daarom is men uitgeweken naar Zwollerkerspel waar deze woningen mooi landelijk gelegen zijn achter de begraafplaats.(Prov.. Archief Flevoland no.937-054-2)
Een brief aan de Minister van Verkeer en Waterstaat waarin toestemming word gevraagd om een perceel grond aan te kopen in de gemeente Zwollerkerspel om 4 Oostenrijkse woningen voor eigen ambtenaren te mogen plaatsen. Deze woningen staan er ook nog steeds zie foto. Opgeleverd: 22-11-1948. Buurtschap Bruggenhoek. Kostprijs per woning fl. 17704,25 (Prov. Archief Flevoland no 937-054-2)
Gem. monument
Nabij Kraggenburg staat een Oostenrijkse woning die op de gemeentelijke monumentenlijst staat.
De omschrijving is als volgt:
Neushoornweg 11, Kraggenburg
Postcode: 8317 PT
Complexnr.: FLV-R-806
Nr. complexonderdeel FLV-R-806a
OBJECTOMSCHRIJVING
Inleiding
In opdracht van de Directie van de Wieringermeer op kavel S84 gebouwde boerderij met montageschuur voor akkerbouw. De vrijstaande houten PACHTERSWONING van het type OW is gebouwd in 1949. Dergelijke houten woningen zijn in Nederland na de Tweede Wereldoorlog door het Ministerie van Wederopbouw als bouwpakketten uit Oostenrijk geïmporteerd. Van deze als ‘Oostenrijkse woningen’ bekend staande montagewoningen
werden er 96 toegewezen aan de NOP. De Directie van de Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken plaatste ze in Emmeloord (12), Ens (6) , Marknesse (6) en bij een aantal boerderijen als tijdelijke woning, maar zijn nog steeds als zodanig in gebruik.
De betonnen montageschuur bij de woning is van het type PD3 en dateert van 1953.
Omschrijving
De Oostenrijkse woning is opgebouwd vanuit een rechthoekige plattegrond. De gevels zijn opgetrokken in bruin geteerde, staande planken boven een onderbouw van beton met een ijzeren bovenrand. De woning staat onder een met verbeterde Hollandse pannen (oranje) gedekt zadeldak met steile dakschilden met een flauwe zeeg en een gemetselde schoorsteen op de nok. Alle gevelopeningen zijn rechtgesloten en samengesteld uit wit geschilderd, met de gevels contrasterend houtwerk. Aan de oostelijke zijde van het zadeldak is in 1997 een dakkapel geplaatst die buiten de bescherming valt.
- De zuidelijke kopgevel is voorzien van openslaande glasdeuren in de linker helft van de gevel en een brede zoldervensterpartij met een kruisraam aan weerszijden van een eveneens wit geschilderde middenstij 1.
- In de evenwijdig aan de weg lopende westgevel staan twee relatief kleine vensters met openslaande kruisramen.
- De kopgevel aan de noordkant bevat op de begane grond links van de voordeur twee kleine vensters met kruisraam en heeft op de zolderverdieping een venster als dat in de zuidgevel.
- De oostgevel is door middel van een toegevoegd, buiten de bescherming vallend tussenlid verbonden met een houten schuurtje. Naast de (achter)deur naar het tussenlid is de oostgevel nog voorzien van het vrij kleine, originele keukenvenster.
Het huis heeft op de begane grond niet meer de oorspronkelijke ruimtendeling sinds de woonkamer en een kleinere nevenruimte samen zijn getrokken. Het inwendige van de woning is voor de bescherming van ondergeschikt belang.
Redengevende omschrijving
De pachterwoning is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde.
- De pachterwoning is van cultuurhistorische waarde vanwege de plaats die deze inneemt in de ontwikkeling van de boerderijenbouw in Nederland en vanwege de typologie van dit bij de agrarische bebouwing van de Noordoostpolder behorende woonhuis.
- De woning is van architectuurhistorisch belang vanwege de innovatieve waarde op bouwtechnisch gebied en vanwege het daarmee samenhangende materiaalgebruik.
- De woning is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur.
- Het pand heeft bovendien ensemblewaarde als essentieel onderdeel van een agrarisch complex en als karakteristiek onderdeel van de bebouwing in de Noordoostpolder.
Gem. monument
Houten woonhuis van het type OW in Emmeloord
Woonhuis
Acacialaan 5, 7, 9, 11, 13
Berkenlaan 2, 4, 6, 8, 10, 11, 12
8302AK Emmeloord (gemeente Noordoostpolder)
Flevoland
Bouwjaar: 1948-1949
Beschrijving van Houten woonhuis van het type OW
Inleiding Houten WOONHUIS van het type OW, behorende bij het complex van vijf houten woonhuizen aan de Acacialaan, gebouwd in 1948. Deze als Oostenrijkse woningen bekende huizen zijn in 1948-1949 gebouwd in de Noordoostpolder voor de huisvesting van ambtenaren en als pachterswoning bij montageboerderijen. De door het Ministerie van Wederopbouw als bouwpakket uit Oostenrijk geïmporteerde woning is geplaatst door de Directie van de Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken. Deze woning maakt onderdeel uit van een complex van vijf, oorspronkelijk als tijdelijk onderkomen bedoelde woningen aan de Acacialaan, die een ensemble vormen met zeven identieke montagewoningen aan de Berkenlaan. In 1963 heeft het huis nieuwe ramen en openslaande deuren gekregen. Verder is het pand in vrijwel ongewijzigde staat bewaard gebleven. Omschrijving De evenwijdig aan de straat staande Oostenrijkse woning is opgebouwd vanuit een rechthoekige plattegrond. Het grotendeels groen geschilderde huis staat met de langsgevel op de straat gericht. De gevels zijn opgetrokken in staande planken boven een onderbouw van beton. Het verdiepingloze huis staat onder een met oranje, verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak met steile dakschilden, een flauwe zeeg en een gemetselde schoorsteen op de nok. Alle gevelopeningen zijn rechtgesloten en voorzien van wit en okergeel geschilderde, met de gevels contrasterende kozijnen en ramen. De oostelijke kopgevel is voorzien van openslaande glasdeuren en een zoldervenster met twee stel openslaande ramen. In de naar de straat gerichte zuidelijke langsgevel staan twee vensters met tweeruits ramen. De kopgevel aan de westkant bevat op de begane grond twee kleine vensters links van de deur. De zolderverdieping is voorzien van een vierruitsvenster met twee keer twee openslaande ramen als die in de andere kopgevel. De noordelijke langsgevel is voorzien van een vrij klein keukenvenster, rechts van een deur met kruisraam. De dakkapel in het noordelijke dakschild is toegevoegd in 1992, toen ook een interne verbouwing plaatsvond (o.a. badkamer). Het eveneens onder de bescherming vallende, dwars op en achter het huis staande rechthoekige schuurtje is opgetrokken in baksteen op een betonnen basis en staat onder een met oranje pannen gedekt zadeldak met flauwe zeeg. De langsgevels zijn voorzien van decoratief metselwerk aan de bovenrand. Waardering Het woonhuis behorende bij een complex van vijf houten huizen, is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde. – Het huis is van cultuurhistorische waarde vanwege het grote belang van dit type woonhuis voor de Wederopbouw van Nederland in het algemeen en voor de ontwikkeling van de Noordoostpolder in het bijzonder. – Het huis is van architectuurhistorisch belang vanwege de toegepaste bouwmethode en als vertegenwoordiger van een bijzonder type. – Er is tevens sprake van stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de sterke visuele en functionele samenhang tussen dit huis en de andere houten huizen aan de Acacialaan, die een eenheid vormen met de Oostenrijkse woningen aan de Berkenlaan. – Het pand is ook van belang vanwege de grote mate van gaafheid van het exterieur. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Kavelnummers en Schuurtypen bij Oostenrijkse woningen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
* Bedrijven gemerkt met een sterretje zijn in 1947 uitgegeven met een grasland verplichting en een Belgische barak maar begin 50er jaren toen er een Betonschuur moest komen had de minister van Landbouw Dhr. Mansholt het credo “Graan voor melk” en daardoor is er op enkele bedrijven de graslandverplichting vervallen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron Kees Bolle |