Henk Rotgans (1910 – 1989)
In de oorlogsjaren 1940-1945 moesten alle jonge mannen zich melden om te werken in de Duitse oorlogsindustrie. De zogenaamde arbeitseinsatz.
Omdat Duitsland het belang van de ontwikkeling van de nieuwe polder interessant en belangrijk vond, werden de Noordoostpolderwerkers ontzien.
De ‘mannen aan de schop’ kregen een ontheffing.
Het animo om in de polder te werken was daardoor hoog. Zó hoog dat de Noord Oost Polder (N.O.P.) op een gegeven moment ook wel het Nederlands Onderduikers Paradijs werd genoemd. (Ook wel ‘Niet Over Praten’)
De Duitsers wisten dat ook wel. Ze knepen soms een oogje dicht. Bovendien moet je Paradijs niet te letterlijk nemen. Het was een zeer zwaar bestaan aan de schop.
Er meldde zich ook wel eens een jongeman die nog nooit een schop in zijn handen had gehad.
Zo iemand was Henk Rotgans. Maar hij kon prachtig tekenen.
Henk Rotgans, die in 1940 als sergeant in Soestdijk onder de wapenen was geweest en daarna ondergedoken zat, vertikte het om zich te melden voor werk in Duitsland. Hij meldde zich daarentegen aan in de polder bij de Directie van de Wieringermeer.
De schop was hem te zwaar, maar hij werd aangesteld als ‘tekenaar 1e klasse’
Hij kreeg de opdracht om de ontwikkeling van de polder in schetsen en tekeningen vast te leggen en om de kantines van de arbeiderskampen te decoreren. In deze periode werd slechts sporadisch gefotografeerd.
Zijn erfenis is groot. Meer dan honderd gedetailleerde schetsen en situatietekeningen geven ons een goed beeld van de ontginning, cultivatie en vorderingen van de beginjaren in de Noordoostpolder.
Razzia
Op een gegeven moment was Duitse bezetter het zat. De oorlog nam een wending en toen werd ontdekt dat er in Noordoostpolder wapens werden gedropt voor het verzet, besloot SS-politiebaas Hanns Rauter tot de razzia.
Op 17 november 1944 omsingelden 4000 Duitse soldaten de polder, veegden de polder schoon en hielden daarbij zo’n 1700 mannen aan. Het grootste deel van hen is als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd. Niet iedereen keerde terug.
Henk Rotgans ontsprong de dans door zich ziek te houden en bleef tot de bevrijding aan het werk in de Noordoostpolder.
Op de foto zien we hem in actie tijdens de bevrijding van de Noordoostpolder.
Omdat Nederlandse vlaggen van enige omvang ontbraken, schilderde hij er zelf maar een.
Henk Rotgans overleed op Callantsoog op 18 oktober 1989.
Bron onderstaande plaatjes: Rijksdienst Cultureel Erfgoed – Collectie Nederland: Dataprovider Batavialand rechten: http://rightsstatements.org/vocab/InC/1.0/
Tekenaar Henk Rotgans vertelt over de komst van zogenaamde “preventieve onderduikers” naar de Noordoostpolder:
Die trein naar Kampen, hij zat hartstikke vol. Allemaal jongelui. Ik had meteen door dat ik niet de enige was die het vertikte om aan de oproep van Hitler om zich te melden gehoor te geven. Toch … ik kan niet zeggen dat we met een kop vol zorg vertrokken. Je leefde bij de dag, je wist nauwelijks wat je boven het hoofd hing. Nee, zorg voor de toekomst hadden we geloof ik geen van allen. Er was immers nauwelijks sprake van een toekomst. Toen die trein in Kampen stilhield namen al die knapen een run op de aanmeldingsloketten voor arbeiders in de Noordoostpolder. Niet dat ze nou zo gek op werk waren, maar omdat ze wisten dat je in de polder goed zat. In de polder waren ze allemaal safe en er was, zeker het eerste jaar, geen mof te bekennen.