’t Voorhuys
In de beginjaren na de drooglegging van de Noordoostpolder werd er al snel begonnen met de bouw van huizen in Emmeloord. Naast een aantal woningen in straten zoals de Koningin Juliana straat en de Moerasandijvie straat werd er ook begonnen met de bouw van hotel café restaurant “t Voorhuys, inclusief de Beurszaal en de Theaterzaal.
Het Voorhuys was dan ook het middelpunt van Emmeloord. In de Beurszaal werd de wekelijkse beurs gehouden en boeren kwamen uit de gehele Noordoostpolder om hun producten te verkopen. Ook was dit moment op de donderdagmorgen er om nieuws uit te wisselen. De dames gingen veelal mee en bezochten de donderdagochtend markt op de Deel.
Ook van de theaterzaal, toen nog met losse stoelen en een vlakke vloer werd veel gebruikt gemaakt. Er waren grote vergaderingen en ook de avonden kregen steeds meer een cultureel karakter door optreden van de Drentse toneel vereniging, de Groninger avonden en artiestenavonden. In het begin was het erg moeilijk om artiesten te krijgen die naar het nieuwe land wilden afreizen. Mensen uit de hele Noordoostpolder, veelal zonder auto, naar voorstellingen te krijgen ging ook niet vanzelf. Zo kwam er in een nieuw land ruimte voor Culturele activiteiten die er tot op de dag van vandaag nog steeds zijn op dezelfde plaats dan ruim 65 jaar gelden.
De architect
Alexander Bodon
Opleiding en vertrek naar Nederland
De in Wenen geboren architect Sandor of Alexander Bodon had Hongaarse ouders. Zijn vader was interieurarchitect. Alexander volgde een opleiding aan een kunstnijverheidschool in Boedapast. In 1926 maakte hij kennis met Nederland en de vormgeving van De Stijl tijdens een halfjaar durende stage bij Jan Wils in Voorburg. In 1929 vestigde hij zich definitief in Nederland en trad in dienst bij het Haagse architectenbureau Buijs en Lürsen. In 1935 werd hij chef de bureau bij Merckelbach en Karsten en werkte daar aan de AVRO-studio’s in Hilversum en het kantoorgebouw voor GAK in Amsterdam. In 1939 wordt Bodon Nederlander.
Bodon startte in 1945 als zelfstandig architect. Na het overlijden van architect Van der Steur vormde Bodon in 1954 met de overgebleven architecten Drexhage en Venstra en de net toegetreden Sterkenburg DSBV. In 1974 ging Bodon met pensioen maar bleef wel ontwerpen. Bodon ontwierp woningen, bedrijfsgebouwen. tentoonstellingen en beurzen. Zijn bekendste werk is het RAI congrescentrum waaraan hij vanaf de jaren 50 ontwierp, waaronder de Europahal (1951-1961), Amstelhal (1969) en Holland Complex (1982).
hotel – restaurant
- Gebouwd in 1953
- Eerste paal 16 januari 1953
- Eerste steen gelegd door landdrost Smeding op 1 mei 1953
- Opening 23 december 1953 door A. D. van Eck, hoofd van de Bouwkundige Dienst van de Noordoostpolder
- Architect : A. Bodon
- Eerste exploitanten de heer en mevrouw H. J. Wieringa.
- Pacht dhr. J. Six van Hillegom, directeur der Amstel-Brouwerij
- Vanaf 1962 eigendom Gemeente Noordoostpolder onder de Stichting ’t Voorhuys.
Deze stichting verpachtte het aan Heineken bij wie Wieringa (zoon) als bedrijfsleider in dienst was. - 1 januari 1984 Eigenaar Vergouwen
- 1988 verkoop
Theater ‘t Voorhuys
In december 1953 werd Theater ’t Voorhuys geopend. In dat theater waren podiumkunsten van professionele makelij te zien. De theaterprogrammering moest voor iedereen wat wils zijn, aldus de Directie. Met deze opdracht ging het bestuur van de pas opgerichte Algemene Kunstkring Noordoostpolder aan de slag.
Tegenwerking kwam vanuit diverse kanten. De leden van de Maatschappij tot Nut van het Algemene, die in de Noordoostpolder een dependance had, gaven aan dat het aan hen was in plaats van de door de Directie ingestelde Kunstkring om invulling te geven aan de theaterprogrammering.
Vervolgens begonnen ook de katholieken en protestanten zich in de discussie te mengen met hun pleidooi voor een eigen kunstkring. In november 1954 ontstond de Katholieke Culturele Federatie die grote voorstellingen van Toneelgroep Amsterdam en Toon Hermans naar Emmeloord haalde. Door gebrek aan leden om de programmering financieel en organisatorisch draaiende te kunnen houden, ging deze Culturele Federatie ter ziele.
De vertegenwoordigers van de protestants-christelijke zuil wilden de programmering niet los zien van het Evangelie. De voorstellingen moesten beoordeeld worden, voordat die in ‘t Voorhuys getoond konden worden. Maar de uiteindelijk goedgekeurde voorstellingen trokken weinig publiek. Al met al waren de grote publiekstrekkers de stukken die ook in de theaters in Amsterdam in de smaak vielen.
In 1995 kreeg de bevolking een volledig vernieuwd Theater ’t Voorhuys. Het theater heeft een bijzondere historie, is zelfs even in particuliere handen geweest, maar werd in 1991 door de gemeente teruggekocht. Na deze aankoop kreeg een gemeentelijke werkgroep opdracht de mogelijkheden te onderzoeken om een nieuwe theateraccommodatie te realiseren. Het vernieuwde theater werd op 16 november 1995 officieel geopend door mr. Pieter van Vollenhoven.
’t Voorhuys
Gong
Tijdens de opening van de beurszaal bood de heer Korteweg namens de Beursvereniging een gong aan, die daarop door de landdrost Smeding voor de eerste maal werd geluid.
Glaskunstwerk
Dit glas-in-loodkunstwerk van kunstenaar Jan Meine Jansen werd in 1995 van de sloop gered.
Het kunstwerk werd gerenoveerd en hangt sinds 6 oktober 1995 in de Beurszaal van theater ’t Voorhuys. De acht panelen van het glas-in-loodkunstwerk beelden de Noordoostpolder in wording uit: vissen, landerijen en scheepswrakken.
Eerste steen
De landdrost-directeur, dr ir S. Smeding, metselde op 1 mei 1953 de eerste steen, nadat hij in een korte rede gewezen had op de bijzondere functie, welke deze gebouwen in de toekomst in het polderleven zullen vervullen.
Natuurlijk niet echt de eerste steen. Het zit al op de vierde laag, maar dat snappen we wel 😄
Glas-appliqué ramen
In Theater ’t Voorhuys was vroeger, achter de foyer een wand van glas-in-lood, gebrandschilderd glas.
De ontwerper van deze ramen is Lex Horn.
In Theater ’t Voorhuys was vroeger, achter de foyer een wand van glasramen (een soort glas-in-lood) gebrandschilderd glas, ook wel glas-appliqué genoemd.Na diverse verbouwingen zijn deze ramen verdwenen. Er zijn nog twee ramen in het bezit van het Muzisch Centrum.
Niet helemaal ongeschonden. Helaas diverse scheuren in de glasramen.
UITBREIDING HOTEL T VOORHUYS EMMELOORD
- Architect: Gerben ter Horst
- Interieurarchitect: Regina Rodermond (Huyskamer) en E.S.T.I.D.A (hotelkamers)
- Aannemer: Bouwbedrijf Verwer
- Plaats: Emmeloord
- Status:Opgeleverd
Omschrijving:
Hotel ’t Voorhuys vormt met zijn grandcafé het centrale punt van de Emmeloordse horeca. Het bestaande hotel heeft 25 kamers en al lange tijd leefde de wens om de capaciteit uit te breiden. In het kader van de plannen voor vernieuwing van het centrum is de mogelijkheid ontstaan om aan de westzijde van het pand een volume toe te voegen met plek voor 12 hotelkamers. Tevens was er ruimte voor een tuinkamer met privéterras. Eigenaren Twan Hakvoort en Renée van Hellendoorn hebben Korfker Architecten gevraagd te tekenen voor de uitbreiding.
Het ontwerp combineert de karakteristieke Delftse school architectuur van het bestaande pand met eigentijdse elementen waarmee stylistisch wordt aangesloten op het naastgelegen park. Speelse metselwerkverbanden, diepliggende kozijnen en unieke hekwerken versterken het royale karakter van het hotel-grandcafé.
Op de zuidwesthoek is de Huyskamer (eet-/vergaderzaal) uitgebreid met een mooie tuinkamer met privéterras waarmee de multifunctionaliteit van deze ruimte exponentieel toeneemt. In de zomermaanden kunnen hotelgasten op dit terras ontbijten onder de zon en uitkijken op het park.
Leuk feit: Het gebouw dingt mee in de wedstrijd van de BNA voor Gebouw van het Jaar 2019.
Inleiding
Ingebed in de polderhistorie en met respect voor de Delftse School architectuur doorbreekt deze hoteluitbreiding de sobere poldergeest met een prikkelend beeld. Het is een startschot voor de centrumvernieuwing van Emmeloord. Een toonbeeld van nieuwe durf die de ingetogen polderbewoner prikkelt om zijn bescheidenheid af te werpen.
Toelichting ontwerp
Het programma van de uitbreiding bestond uit twee delen. Een uitbreiding van de Huyskamer (een van de zalen op de begane grond) met een tuinkamer en een terras en een uitbreiding van het hotel met 12 kamers. De plek die hiervoor was gereserveerd bevindt zich aan de westzijde van het hotel en bood ruimte voor het over dwars plaatsen van een nieuwe vleugel. Wens van de opdrachtgever was om het gebouw op te tillen zodat er op begane grond ruimte zou ontstaan voor opslag en parkeren.
Met de uitbreiding van de Huyskamer is de lijn van de kozijnen in de voorgevel doorgezet in een glazen volume dat een bescheiden plek inneemt aan de voorzijde van het hotel. Door de verhoogde vloer naar buiten door te zetten en te omgeven met groen, ontstaat het gewenste privéterras. De antraciete kozijnen in lijn met de oudbouw geven deze tuinkamer een vanzelfsprekende plek in de oksel van het bestaande gebouw en de nieuwe vleugel.
Achter deze uitbouw is een verbindingsgang gerealiseerd die een transparante brug vormt naar de nieuwe vleugel. Via deze glazen gang loop je als gast met prachtig uitzicht op het centrale plein naar je hotelkamer in de nieuwbouw. In woorden van hoteleigenaar Twan Hakvoort “Een van de mooiste plekjes van het vernieuwde hotel. Je blijft kijken.”
Door de uitbreiding op stevige poten te zetten ontstaat een nieuwe vleugel die qua volume mooi in verhouding is. Deze vleugel rondt het gebouw overhoeks af en ontneemt het zicht op het onaantrekkelijke achterterrein van het hotel. De rode baksteen verwijst naar de eerste bouw van het hotel die in een sobere Delftse School architectuur is opgetrokken. Het rijke metselwerkverband sluit aan bij de geelwitte uitbreiding die in de jaren 80 is toegevoegd. Het vaste raster van antraciete kozijnen zorgt voor eenheid en rust. Op deze rustige ondergrond is gespeeld met kozijnen die door het grit heen breken en met een gouden tint verwijzen naar de luxe sfeer van het hotel. Binnen geven deze afwijkende ramen een speels karakter aan de hotelkamer.
Met de gouden hekwerken is een ornament toegevoegd dat op brutale wijze breekt met de sobere poldergeest. Polderbewoners zijn geselecteerd op hun degelijkheid. Keukenkastjes werden nagekeken om te bepalen of men wel met een degelijke huisvrouw van doen had. Deze hoteluitbreiding is niet alleen een mooi gebouw en een nieuw icoon voor de Noordoostpolder. Het is een gebouw dat een positieve bijdrage levert aan de identiteit van de polderbewoner en een nieuwe tijd inluidt.
Toelichting categorie
Vraag inwoners van Emmeloord wat het hart van hun woonplaats is en ’t Voorhuys zal meteen genoemd worden. Het hotel, restaurant en grandcafé vervult een huiskamerrol voor de stad en is voor iedereen een begrip. Omdat het hotel ook steeds populairder wordt bij toeristen en zakelijke gasten was uitbreiding noodzakelijk. Het uitbreiden van zo’n centraal gebouw vraagt om bijzondere aandacht.
Daar komt bij dat de uitbreiding de eerste grote vernieuwing is na jaren wachten op de centrumontwikkeling van de stad. Al sinds de jaren 90 wordt er gesproken over nieuwe plannen voor de Deel, het plein waaraan ’t Voorhuys staat. Maar door allerlei omstandigheden zijn ze niet van de grond gekomen.
Met de uitbreiding ontstond een kans om het bouwblok waarvan het hotel deel uitmaakt mooi af te ronden en een alzijdig gebouw te creëren met een vernieuwende gevel. Een kans om het hart van Emmeloord een iconische waarde te geven die de identiteit van de polderstad versterkt.
De Delftse School architectuur die kenmerkend is voor de eerste bebouwing in de Noordoostpolder is leidend geweest in het ontwerp. Door een in vorm sober en bescheiden bakstenen volume te ontwerpen past het gebouw goed in zijn omgeving. Op afstand lijkt het metselwerk gelijkmatig met een warme kleurstelling. De antraciete kozijnen zijn in een gelijkmatig ritme over de gevel verdeeld. Wanneer je echter dichterbij komt wordt er een speels vakwerk zichtbaar van afwijkende metselwerkverbanden. Deze vlakken zijn een moderne variant op de versiering die in de Delftse School bij publieke gebouwen vaak werd toegepast. De gouden kozijnen doorbreken eigenwijs het lijnenspel in de gevel en versterken het moderne en luxueuze beeld dat het hotel wil uitstralen. Hier wordt het regime van de Delftse School doorbroken om een nieuwe toon te zetten aan het plein.
Met de hekwerken tussen de poten van het gebouw wordt het laatste stukje bescheidenheid overboord gegooid. De gouden organische vormen zijn voor een contrasterend zwart gaashekwerk geplaatst om een maximaal effect te bereiken. Functioneel had met de zwarte hekwerken volstaan kunnen worden. Deze plek en dit gebouw verdienen echter meer. De vorm is ontleend aan het omliggende park in wording. Maar in hun gouden kleur worden het bomen die tot in de hemel groeien. Het zijn deze ornamenten die de hoteluitbreiding een iconisch karakter geven.
Metselverband
De gevel telt diverse metselverbanden. Naast het traditionele halfsteensverband is staand metselwerk toegepast, maar ook bijvoorbeeld blokverband en tegelverband. Tevens zijn rollagen opgenomen in het halfsteensverband en zijn kolommen en de onderrand van een buitenplafond voorzien een steenbekleding. In het metselwerk zit een klein reliëf om de verschillende blokken op elkaar te laten aansluiten.
Emmeloord neemt vanavond zijn schouwburg in gebruik
Het Parool – 23 december 1953
Het nieuwe land is in cultuur gebracht — nu brengt men de cultuur In het nieuwe land: vanavond geven Sonia Gaskels ballet en de toneelgroep „Theater” (met „Paard eet hoed”) een uitvoering op de plaats waar amper elf maanden geleden de eerste paal de grond in ging voor de bouw van de schouwburg die zijn vanavond inwijden. Deze nieuwste schouwburg van Nederland staat in Emmeloord. Daar, in het hart van de Noordoostpolder, is in die elf maanden „’t Voorhuys” uit de voormalige zeebodem gestampt; een complex dat een hotel-, café- en restaurantbedrijf alsmede een beursgebouw en een theater- en
bioscoopzaal omvat.
~Daar is wat groots verricht.” Zo mag men het gerust zeggen. Die schouwburgzaal met een toneel, even diep (vijftien meter!) als de toeschouwersruimte zelf (met 602 zitplaatsen), modern ingericht maar zonder „koud” aan te doen — men wordt er als Amsterdammer een beetje stil van. Meer dan een millioen kostte de bouw. Kon dat allemaal ~zo maar” en dan nog wel in minder dan een Jaar tijd. hier. in zon stuk gewezen Zuiderzee waar nog geen zestienduizend mensen wonen, van wie dit Emmeloord er dan nog maar 4400 herbergt? Is dat nu allemaal wel besteed aan zon dun bevolkt gebied en is deze boerenbevolking de cultuur zo welgezind?
Vergis u niet. Ten eerste neemt die bevolking snel toe. Over een paar jaar zal zij al vijf en twintigduizend zielen tellen. Maar ten tweede is er in de polder altijd veel vraag geweest naar iets goeds op cultureel gebied. „Meer zelfs dan in het oude land”, zegt de architect van dit gebouw, de heer A. D. van Eek. hoofd van de bouwkundige afdeling van de directie der Noordoostpolder.
En hij zegt ook: ~Als je aan een polder begint, dan weet je: dit hoort er ook bij. Je kunt niet een stuk nieuw land maken en dan tegen de mensen zeggen: zie maar dat jullie het redden; je moet de culturele behoefte ook stimuleren en aankweken.” Zo ziet hij de functie van dit theater; en hij is vast overtuigd dat het zijn plaats zal blijken te verdienen., Och kom, denkt menigeen misschien, zou men nu werkelijk van heinde en verre — want de polder is groot, al ziet men er op een mistige dag als die van gisteren maar een miserabel klein stukje van — naar dat Emmeloord komen om daar toneel te zien? Zuigkracht
Alweer: vergis u niet. Noteer, desnoods met verbazing, dat dit splinternieuwe theater nu al zyn zuigkracht uitoefent tot In het oude land toe. In Kampen, ja zelfs In Zwolle treft ge mensen aan die een abonnement op de voorstellingen van Emmeloords nieuwe schouwburg overwegen; en dat terwijl hij nota
bene 34 kilometer van Overllsels hoofdstad ligt!
Ja, de directeur van Zwolle’s (enige) schouwburg “Odeon” — een oud geval met 575 zitplaatsen dat dringend modernisering behoeft, maar de gemeente
heeft er tot nu toe geen cent voor over gehad — geeft toe dat hij in de nabije toekomst zeker zestig tot zeventig vaste bezoekers van zijn abonnementsvoorstelling ‘Tren zal missen: die bezoekers die uit de Noordoostpolder kwamen. Maar in zijn Zwolse abonnees zit ook veel verloop: men zit niet graag een avond lang toneel te zien met zijn nek om een van die vele hinderlijke pilaren gebogen. Zal ook voor hen Emmeloord een trekpleister worden?
~Ik geloof het niet. Tenminste niet de eerste jaren.” luidt zijn antwoord, waarin echter het accent op de veelzeggende restrictie valt.
En zal Kampens Gehoorzaal, opgeknapt en wel, de aantrekkingskracht van Emmeloords nieuwe „Voorhuys” kunnen weerstaan? Ook die vraag is nog moeilijk te beantwoorden. Maar wel merkt Kampens middenstand reeds nu, dat er in Emmeloord een Lange Nering is, met winkels waar ge niet om „boerenspullen” hoeft te komen. ~Ga die maar op het oude land halen; wij willen hier goeie dingen hebben;” — men kan dit thema in allerlei variaties horen bespelen, daar in het nieuwe land.
Als het waar is. dat dat laatste zich ook laat betrekken op het culturele, ja dan zit er. toekomst in die schouwburg van Emmeloord en zin in die naam ~’t Voorhuys”, geïnspireerd op die van het voorhuis van de boerderij : dat deel waar men niet werkt, maar lééft.
Emmeloord kreeg een nieuw gemeenschapscentrum
Leeuwarder Courant 24 dec 1953
Onder zeer grote belangstelling is gisteren te Emmeloord het gemeenschapshuis geopend, dat de naam draagt van „’t Voorhuys”. In dit gemeenschapshuis zijn ondergebracht een hotel-café-restaurant, een beurszaal en een toneelzaal.
Bij deze plechtigheid, die geschiedde in de beurszaal, waren tegenwoordig de landdrost, dr. ir. S. Smeding, dr. A. Blaauboer. secretaris van het Openbaar Lichaam „de Noordoostpolder”, de heer A. D. van Eck, hoofd van de Bouwkundige Dienst van de Noordoostpolder, dhr. J. Six van Hillegom, directeur der Amstel-Brouwerij en de heer en mevrouw H. J. Wieringa. die de exploitatie van ,’t Voorhuys” op zich nemen.
De heer Van Eck heeft het eerst het woord gevoerd. Hij droeg het gebouw namens en voor het Openbaar Lichaam over aan de landdrost.
Spreker toonde zich dankbaar, dat het ontwerp niet al te krap werd opgezet. De richtprijs van een miljoen gulden is aangehouden en zelfs enigszins overschreden.
In totaal zal er hier beurs gehouden kunnen worden voor zestien honderd personen. De beurszaal is. 34 bij zes meter, de schouwburgzaal 25 bij twintig.
Daarin is plaats voor in totaal 603 bezoekers. Er is — zo vertelde de heer Van Eek — een groot toneel, eenvoudig, maar goed ingericht, en met een moderne verlichting. Beurs- en toneelzaal zijn voorzien van een moderne omroepinstallatie. De heer Van Eck bracht daarna dank aan de medewerkers, adviseurs en aannemers. Hij merkte op, dat de eerste paal voor het gebouw eerst op 16 Jan. j.l. werd geslagen.
Aan het slot van zijn rede droeg hij, onder begeleiding van muziek van Mendelssohn, een gedicht voor, waarin de totstandkoming van de Noordoostpolder wordt bezongen en dat besluit met de beste wensen voor het gebouw. Namens de aannemers bood de heer Kamphuis een grote in de muur van de beurszaal aangebrachte klok aan. De uurcijfers worden aangegeven door de elf provinciale wapens en een twaalf met daaronder de letters N.O.P.
Namens de Beursvereniging bood de heer Korteweg een gong aan, die daarop door de landdrost voor de eerste maal werd geluid. Daarna was het woord aan de landdrost, de heer Smeding. HU noemde deze dag zeer gewichtig voor de polder.
Had Emmeloord kort na de oorlog nog maar 700 inwoners, nu zijn het er reeds 4400. Dr. Smeding toonde zich zeer dankbaar voor deze voorspoedige ontwikkeling, waarbij Emmeloord het economisch centrum werd. Daarom ook moest Emmeloord- een gemeenschapscentrum krijgen en daarin heeft het
Openbaar Lichaam voorzien. Op de deel van het centrum zullen, naar spreker mededeelde, nog verrijzen het raadhuis en de poldertoren. Op de groen-
strook kwam reeds „’t Voorhuys”, maar daar komen ook nog een belastingkantoor en een landbouwhus.
Twaalfde provincie
Dr. Smeding aanvaardde daarop namens het’ polderbestuur het gebouw zeer gaarne ten gebruike der bevolking. Hij merkte op, dat in & >zen de naam van dr. Blaauboer niet achterwege mag blijven. Voorts vestigde dr. Smeding er, naar aanleiding van het uurcijfer van de twaalf op de klok, de aandacht op, dat dit eens veranderd zal moeten worden in het wapen der twaalfde provincie van Nederland. Want die twaalfde provincie zal zekerheid worden, als wij allen dat maar willen, zo zeide dr. Smeding.
Na enkele woorden tot de heer en mevrouw Wieringa besloot de landdrost met de beste wensen voor het zaken- en culturele leven in de polder.
Landdrost Smeding legde eerste steen voor ’t Voorhuys.
Algemeen Handelsblad 2 mei 1953
Het voorhuis is dat gedeelte van de boerderij, waarin zich het gezinsleven afspeelt en dit heeft de directie van
Noordoostpolderwerken blijkbaar geïnspireerd om het nieuwe complex gebouwen, dat te Emmeloord wordt gebouwd, officieel de naam ,,’t Voorhuys” te geven. De landdrost-directeur, dr ir S. Smeding, metselde daarvan Vrijdagmiddag de eerste steen, nadat hij in een korte rede gewezen had op de bijzondere functie, welke deze gebouwen in de toekomst in het polderleven zullen vervullen.’
’t Voorhuys bestaat namelijk uit een hotel-café-restaurant aan de voorzijde en daarachter komen het beursgebouw en de schouwburg. Het laatstgenoemde zal zeshonderd zitplaatsen krijgen er, er is bijzondere aandacht gewijd aan de bouw van het toneel, zodat hier straks ook grote gezelschappen opvoeringen kunnen geven. De inhoud van het te bouwen economisch en cultureel centrum van de Noordoostpolder wordt bijna 20.000 kubieke meter, waarmee het ’t grootste complex in het nieuwe land wordt. Het te bouwen raadhuis krijgt ongeveer 10.000 kubieke meter inhoud, het P.T.T.-gebouw 7700 m3.
Tussen de schouwburgzaal en het beursgebouw, die wat afmetingen betreft aan elkaar gelijk zijn, komt een foyer met een flink aantal telefooncellen en toiletten; voorts zijn er achter het restaurant nog enige kleinere vergaderzalen, die door een hal van de toneelzaal worden gescheiden.
Het openbaar Lichaam N.O.P. sticht dit gebouw, waarvan het ontwerp gemaakt werd door de bouwkundige afdeling van de polderdirectie
Gemaakt door Herman Nieweg
Dit beton reliëf sierde de gevel van ’t Voorhuys, totdat de hotel-aanbouw zijn eigen entree kreeg.
Het is daarna in opslag gegaan.
In eerste instantie was het werk niet gekleurd.
In de jaren ’90 heeft het kunstwerk door Joop Masséus nog een fris kleurtje gekregen.