
Wandreliëf Titus Brandsma
- Titel: Wandreliëf Titus Brandsma
- Kunstenaar: onbekend
- Plaats: Ring 1
- Materiaal: terracotta-segmenten
- Geplaatst: > 1957
Reliëf samengesteld uit onregelmatig gevormde terracotta-segmenten, beeltenis van Titus Brandsma in zijn karakteristieke pose met pijp en zware bril.
Aan de onderzijde van de figuur bevindt zich een banderolle met de tekst “WAT GOD DOET IS GOED”.
Het relief is niet gesigneerd. In het uitvoerige bouwdossier is niets terug gevonden over de aanschaf van het paneel.
Er is ook niets over bekend in het Aldo van Eyckarchief.
Waarschijnlijk is het kunstwerk na ingebruikname door de rooms-katholieke school pas aangekocht en geplaatst. (na 1957)
In het oorspronkelijke plan lijkt er geen rekening gehouden te zijn met het kunstwerk: het is niet aangegeven op de bouwtekening en in de muur is geen uitsparing o.i.d. aangebracht.
Wie was Titus Brandsma
Titus Brandsma, afkomstig uit Friesland, heeft een diepgaande impact gehad op de katholieke gemeenschap. Niet alleen vanwege zijn intellectuele prestaties, maar ook vanwege zijn levenslange inzet voor geloof en rechtvaardigheid.
Op jonge leeftijd, slechts elf jaar oud, begint hij aan het gymnasium. In 1898 treedt hij toe tot de orde der Karmelieten, waar hij zich toelegt op studies in theologie en filosofie. In 1905 ontvangt hij de priesterwijding en vervolgt hij zijn academische pad in Rome, waar hij promoveert tot doctor in de wijsbegeerte.
Liefde voor mystiek en onderwijs
Na zijn terugkeer in Nederland doceert hij eerst in Oss en groeit hij vervolgens uit tot hoogleraar filosofie aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen, tegenwoordig bekend als de Radboud Universiteit. Later bekleedt hij er ook de functie van rector magnificus. Hij heeft een bijzondere interesse in de spirituele tradities van de middeleeuwen, vooral de mystiek, maar weet zijn innerlijk geloofsleven te scheiden van zijn dagelijkse verantwoordelijkheden. Brandsma speelt daarnaast een actieve rol in tal van katholieke organisaties en publicaties – zijn invloed is breed zichtbaar in de katholieke pers van zijn tijd.
Tegenstander van onderdrukking
Zijn uitgesproken verzet tegen het nationaalsocialisme vormt een gevaar voor hemzelf. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog waarschuwt hij publiekelijk voor de haatdragende ideologieën die in Duitsland terrein winnen. Tijdens de bezetting spreekt hij zich openlijk uit tegen de anti-joodse maatregelen van de nazi’s. Hij adviseert katholieke redacties geen ruimte te geven aan propaganda van de NSB of het nazi-regime. Dit leidt ertoe dat hij als vijandig en subversief wordt beschouwd door de Duitse autoriteiten.
Een pad van lijden
Begin 1942 wordt Brandsma gearresteerd. Hij belandt achtereenvolgens in het Oranjehotel in Scheveningen, kamp Amersfoort en de gevangenis in Kleef, voordat hij uiteindelijk wordt gedeporteerd naar concentratiekamp Dachau. Daar ondergaat hij zware mishandelingen. Op 26 juli 1942 wordt hij uiteindelijk door kampbewakers om het leven gebracht. Ooggetuigen melden dat hij zijn lot met kalmte, mededogen en moed droeg – zelfs jegens zijn beulen.
Moreel kompas tot het einde
Naar verluid toont één van zijn mishandelaars uiteindelijk berouw.
Na een langdurig en grondig onderzoek, dat bijna twee decennia in beslag neemt, wordt Brandsma op 3 november 1985 door paus Johannes Paulus II zalig verklaard vanwege zijn martelaarschap. Getuigenverklaringen, waaronder die van voormalige kampbewakers, zijn van cruciaal belang in dit proces.
Op 15 mei 2022 volgt zijn heiligverklaring door paus Franciscus. In de katholieke traditie is een wonder – vaak een onverklaarbare genezing – vereist voor deze stap, al roept dit soms scepsis op.
Bron informatie: Bert Rosink – De Noordoostpolder 25 juni 2025
De school
Automatische tekstherkenning uit document:
TITUS BRANDSMASCHOOL, ONTWERP
Aldo van Eyck en Harmen Peter Daniel van Ginkel
De Titus Brandsmaschool is, net als de twee andere lagere scholen in Nagele, een ontwerp van de architecten Aldo van Eyck en Harmen Peter Daniel (later Sandy) van Ginkel. Met name Van Eyck was ook nauw betrokken bij het ontwerp en het verkavelingsplan van het dorp Nagele, zoals we in het vorige hoofdstuk zagen.
Aldo van Eyck (1918-1999) studeerde aan de Eidgenössische Technische Hochschule van Zürich en had vanaf 1951 een eigen architectenbureau. Naast ontwerper was Van Eyck een bevlogen theoreticus, die een grote rol speelde in de naoorlogse Nederlandse én internationale architectuurdiscussie. Vanaf de vroege jaren ’50 was hij nauw betrokken bij de congressen van de CIAM (Congrès Internationaux d’Architecture Moderne). De jarenlange strijd tussen moderne en traditionele architectuur bereikte in die naoorlogse jaren een hoogtepunt. Veel architecten en in 1953 ook het CIAM spraken zich uit tegen het strikte Functionalisme en pleitten voor een terugkeer van de menselijke schaal in de architectuur en stedenbouw.
In 1959 nam Aldo van Eyck, samen met Jaap Bakema, de redactie van het tijdschrift Forum over. Forum was sinds 1946 een platform voor architecten en beoefenaars van de gebonden kunsten, die zich ten doel stelden de kloof tussen moderne en traditionele architectuur te verkleinen. In het nieuwe Forum, in de redactie versterkt door onder meer Herman Hertzberger en Gert Boon, verstevigde de kritiek op het modernisme. Doel was het ontwikkelen van een nieuwe architectuurstijl met een structuralistische aanpak en een menselijke maat, bewerkstelligd door een geometrische structuur van kleine eenheden. Verder waren thema’s als kleinschaligheid, inspraak, interdisciplinair denken en werken en een integrale aanpak van buurt en gebouwen erg belangrijk. Uiteindelijk werd Forum door een speciale uitgave in 1959 gezien als een manifest van de internationale architectuurstroming Structuralisme, hoewel die naam pas later in zwang kwam.
Eén van Van Eycks belangrijke wapenfeiten in deze vroege periode was het ontwerp voor het Burgerweeshuis in Amsterdam (1955-1960). De plattegrond bestaat uit een grillig geometrisch patroon van gemoduleerde binnen- en buitenruimten, verbonden door binnenstraten. De telkens verspringende en geschakelde bouwvolumes bieden een gevarieerde afwisseling van binnen- en buitenruimtes, een complex gebouw, dat dooraderd wordt door buitenruimte. Binnen is er veel ruimte voor intieme ruimten, met verschillende hoeken, niveauverschillen (speelkuilen), kortom ruimte voor eigen plekken.
Het Burgerweeshuis lag in dezelfde periode op de tekentafel als de scholen in Nagele,
die uiteindelijk eerder werden gerealiseerd. Het is opmerkelijk, hoeveel verwantschap de schooltjes in hun essentie vertonen met het concept van het Burgerweeshuis. Daarmee kunnen de scholen als vroege exponenten van het gedachtengoed van Van Eyck en Forum worden beschouwd en zijn ze vermoedelijk belangrijke vingeroefeningen geweest voor Van Eycks spraakmakende ontwerp voor het Amsterdamse Burgerweeshuis.
Harmen Peter Daniel (later Sandy) van Ginkel (1920-2009) was een Nederlandse architect die in 1957, na zijn huwelijk met de Canadese architecte Blanche Lemco (die hij in 1953 had ontmoet tijdens het CIAM-congres in Aix-en-Provence) naar het Canadese Montreal verhuisde. Voor die tijd had hij een eigen kantoor in Amsterdam en werkte hij in verschillende samenwerkingsprojecten met Aldo van Eyck. In Canada bleek Van Ginkel een warm pleitbezorger van de ideeën van Forum en het Structuralisme. Hij wordt er al om bewonderd omdat hij de historische binnenstad van Montreal wist te behoeden voor een grootschalige kaalslag en modernisering.
De ontwerptekeningen van de scholen in Nagele zijn oudertekend door zowel Van Eyck zijnderteken als Van Ginkel. Het is evenwel niet geheel duidelijk ha Lhet samenwerkingsverband in het ontwerp is verlopen.