Drie glas-in-lood ramen
van Berend Hendriks, gemaakt voor de Nederlands Hervormde kerk (Ring 7)
De drie glasappliqué ramen zijn ontworpen door kunstenaar Berend Hendriks (1918-1997). Op afbeelding 3 en 5 is het raam met de Ark van Noach te zien in de oorspronkelijke setting boven de avondmaalstafel. Op afbeelding links is het raam in de rechter zijmuur te zien waarop de vuurkolom is afgebeeld die het volk Israël de weg wees door de woestijn.
In de linkerzijmuur is het lage raam te zien waarin de doortocht door de woestijn is verbeeld, zie afbeelding.
In een publicatie over de beeldende kunst van Hendriks in Nederlandse kerken staat verwoord dat “De opdracht was om in de ramen motieven aan te brengen die verband houden met de drooglegging van de Noordoostpolder. Het raam (ca. 1,75 m hoog en breed) in de aandachtswand herinnert met het beeld van de Ark van Noach aan de
zondvloed. De uittocht uit Egypte en de doortocht door de Rode Zee (Exodus 13 en 14) zijn verwerkt in het lange smalle raam (hoog 0.70 m, breed 11.10 m) in de zijmuur en in het vierkante raam (ca. 3.15 bij 3.15 m) in de tegenoverliggende muur. Het gebeuren wordt aangeduid in sterk geabstraheerde vormen. In het lange raam o.a. mensen onderweg
en golven water. In het vierkante raam de wolkkolom, de vuurkolom en de opgaande zon.
In de periode 1949 – 1965 voerde Hendriks meer dan honderd monumentale opdrachten uit in verschillende technieken, variërend van wandschilderingen, sgrafitto’s, mozaïeken in baksteen en glas, intarsia’s in linoleum, wandkleden, sculpturen in beton en metaal en diverse typen glasramen.
Glas-in-loodramen, glas-in-betonramen en glasappliqué ramen maakten de helft van het monumentale werk uit. In de bloeitijd had hij in zijn eigen atelier vijf medewerkers in dienst die hielpen de werken uit te voeren.
Wie was Berend Hendriks?
Hendriks was een invloedrijk en belangrijk kunstenaar op het gebied van monumentale wandkunst. Hij streefde in zijn oeuvre de synthese tussen de verschillende kunsten na en heeft dit behalve in zijn kunstuitingen ook in publicaties expliciet uitgedragen. Opgeleid in Amsterdam aan de Rijksnormaalschool voor tekenleraar en de Rijksacademie van
Beeldende Kunsten ontwikkelde Hendriks een stijl die aanvankelijk realistisch was maar die later abstracter en expressionistischer werd. Lessen in ‘monumentaal‘ kreeg hij op de Rijksacademie tussen 1943 en1947 van Heinrich Campendonk (1889-1957) die zich in zijn onderwijs intensief bezighield met glas in lood als tak van de monumentale
schilderkunst. Na zijn opleiding werd Hendriks lid van de vakgroep wandschilders van de Gebonden Kunstenfederatie. Maar bij gebrek aan opdrachten eind jaren veertig begon hij met vrij werk en nam daarmee deel aan belangrijke tentoonstellingen. Er volgden meerdere lidmaatschappen waaronder die bij de Vereniging van Beoefenaars der
Monumentale Kunsten. Hendriks speelde een actieve, invloedrijke en sturende rol binnen de figuratief-expressieve monumentale kunsten. Bijvoorbeeld door te schijven in Forum, het maandblad voor architectuur en gebonden kunst dat werd uitgegeven door onder meer de architecten van 8 en Opbouw. Hij was goed bekend met hun opvattingen.
Draadplastiek ‘Clown’,
café-restaurant “het Schokkererf”
De opdracht tot de bouw van een klein café-restaurant te Nagele voor de Brouwerij “d’Oranjeboom” N.V. maakte deel uit van een serie van vier dergelijke gebouwen in de Noordoostpolder.
De onzekerheid ten aanzien van de exploitatiemogelijkheden in zo’n kleine plaats maakte grote eenvoud en soberheid noodzakelijk.
Opvallend voor Nagele is het flauw hellende dak aangezien de daken daar plat zijn gehouden. Architect Dunnebier kwam hiermee tegemoet aan wensen van de opdrachtgever. De vorm van het café is bepaald door een driescharnier-spant dat van binnen in het zicht is gebleven.
De zaal kon naar behoefte kleiner gemaakt worden door middel van een uitvouwbare wand In het midden van de zaal. Het interieur is door binnenhuisarchitect H. Zoon in Rotterdam ontworpen.
In het Schokkererf is de wand aan de zijde van het toneel op asymmetrische wijze ingedeeld. De opening van het podium is rechts van het midden geplaatst. Hierdoor was er links een ruimte voor wandkunst. Kunstenaar Teus van de Berg (1926) heeft hiervoor een gekleurd draadplastiek aangebracht waarvan niet bekend is of dit nog behouden is gebleven. Boven het toneeldoek is een timpaan met geometrisch gevormde kleurvlakken aangebracht. Onbekend is van welk materiaal en in welke kleuren.
Teus van de Berg was beeldhouwster en volgde de Academie voor Beeldende kunsten in Rotterdam. Ze heeft veel opdrachten in het kader van de percentageregelingen gemaakt. Ze werkte vooral figuratief en heeft veel diervoorstellingen gemaakt.
Het wandkunstwerk bestaat deels uit draadplastiek dat wit beschilderd was en het lijkt er op dat op de muur in kleur enkele ondersteunende vlakken zijn aangebracht: haarpartij/hoedje in beige, rode dopneus, grote blauwe strik, gele trekharmonica, rode broek en beige schoenen. Mogelijk zijn de kleuren in het driehoekige timpaan hieraan gelijk
geweest.
bron.