’t Voorhuys
In de beginjaren na de drooglegging van de Noordoostpolder werd er al snel begonnen met de bouw van huizen in Emmeloord. Naast een aantal woningen in straten zoals de Koningin Juliana straat en de Moerasandijvie straat werd er ook begonnen met de bouw van hotel café restaurant “t Voorhuys, inclusief de Beurszaal en de Theaterzaal.
Het Voorhuys was dan ook het middelpunt van Emmeloord. In de Beurszaal werd de wekelijkse beurs gehouden en boeren kwamen uit de gehele Noordoostpolder om hun producten te verkopen. Ook was dit moment op de donderdagmorgen er om nieuws uit te wisselen. De dames gingen veelal mee en bezochten de donderdagochtend markt op de Deel.
Ook van de theaterzaal, toen nog met losse stoelen en een vlakke vloer werd veel gebruikt gemaakt. Er waren grote vergaderingen en ook de avonden kregen steeds meer een cultureel karakter door optreden van de Drentse toneel vereniging, de Groninger avonden en artiestenavonden. In het begin was het erg moeilijk om artiesten te krijgen die naar het nieuwe land wilden afreizen. Mensen uit de hele Noordoostpolder, veelal zonder auto, naar voorstellingen te krijgen ging ook niet vanzelf. Zo kwam er in een nieuw land ruimte voor Culturele activiteiten die er tot op de dag van vandaag nog steeds zijn op dezelfde plaats dan ruim 65 jaar gelden.
hotel – restaurant
- Gebouwd in 1953
- Eerste paal 16 januari 1953
- Eerste steen gelegd door landdrost Smeding op 1 mei 1953
- Opening 23 december 1953 door A. D. van Eck, hoofd van de Bouwkundige Dienst van de Noordoostpolder
- Architect : A. Bodon
- Eerste exploitanten de heer en mevrouw H. J. Wieringa.
- Pacht dhr. J. Six van Hillegom, directeur der Amstel-Brouwerij
- Vanaf 1962 eigendom Gemeente Noordoostpolder onder de Stichting ’t Voorhuys.
Deze stichting verpachtte het aan Heineken bij wie Wieringa (zoon) als bedrijfsleider in dienst was. - 1 januari 1984 Eigenaar Vergouwen
- 1988 verkoop
’t Voorhuys
Theater ‘t Voorhuys
In december 1953 werd Theater ’t Voorhuys geopend. In dat theater waren podiumkunsten van professionele makelij te zien. De theaterprogrammering moest voor iedereen wat wils zijn, aldus de Directie. Met deze opdracht ging het bestuur van de pas opgerichte Algemene Kunstkring Noordoostpolder aan de slag.
Tegenwerking kwam vanuit diverse kanten. De leden van de Maatschappij tot Nut van het Algemene, die in de Noordoostpolder een dependance had, gaven aan dat het aan hen was in plaats van de door de Directie ingestelde Kunstkring om invulling te geven aan de theaterprogrammering.
Vervolgens begonnen ook de katholieken en protestanten zich in de discussie te mengen met hun pleidooi voor een eigen kunstkring. In november 1954 ontstond de Katholieke Culturele Federatie die grote voorstellingen van Toneelgroep Amsterdam en Toon Hermans naar Emmeloord haalde. Door gebrek aan leden om de programmering financieel en organisatorisch draaiende te kunnen houden, ging deze Culturele Federatie ter ziele.
De vertegenwoordigers van de protestants-christelijke zuil wilden de programmering niet los zien van het Evangelie. De voorstellingen moesten beoordeeld worden, voordat die in ‘t Voorhuys getoond konden worden. Maar de uiteindelijk goedgekeurde voorstellingen trokken weinig publiek. Al met al waren de grote publiekstrekkers de stukken die ook in de theaters in Amsterdam in de smaak vielen.
In 1995 kreeg de bevolking een volledig vernieuwd Theater ’t Voorhuys. Het theater heeft een bijzondere historie, is zelfs even in particuliere handen geweest, maar werd in 1991 door de gemeente teruggekocht. Na deze aankoop kreeg een gemeentelijke werkgroep opdracht de mogelijkheden te onderzoeken om een nieuwe theateraccommodatie te realiseren. Het vernieuwde theater werd op 16 november 1995 officieel geopend door mr. Pieter van Vollenhoven.
Gong
Tijdens de opening van de beurszaal bood de heer Korteweg namens de Beursvereniging een gong aan, die daarop door de landdrost Smeding voor de eerste maal werd geluid.
Glaskunstwerk
Dit glas-in-loodkunstwerk van kunstenaar Jan Meine Jansen werd in 1995 van de sloop gered.
Het kunstwerk werd gerenoveerd en hangt sinds 6 oktober 1995 in de Beurszaal van theater ’t Voorhuys. De acht panelen van het glas-in-loodkunstwerk beelden de Noordoostpolder in wording uit: vissen, landerijen en scheepswrakken.
Eerste steen
De landdrost-directeur, dr ir S. Smeding, metselde op 1 mei 1953 de eerste steen, nadat hij in een korte rede gewezen had op de bijzondere functie, welke deze gebouwen in de toekomst in het polderleven zullen vervullen.
Glas-appliqué ramen
In Theater ’t Voorhuys was vroeger, achter de foyer een wand van glas-in-lood, gebrandschilderd glas.
De ontwerper van deze ramen is Lex Horn.
In Theater ’t Voorhuys was vroeger, achter de foyer een wand van glasramen (een soort glas-in-lood) gebrandschilderd glas, ook wel glas-appliqué genoemd.Na diverse verbouwingen zijn deze ramen verdwenen. Er zijn nog twee ramen in het bezit van het Muzisch Centrum.
Niet helemaal ongeschonden. Helaas diverse scheuren in de glasramen.
Emmeloord neemt vanavond zijn schouwburg in gebruik
Het Parool – 23 december 1953
Het nieuwe land is in cultuur gebracht — nu brengt men de cultuur In het nieuwe land: vanavond geven Sonia Gaskels ballet en de toneelgroep „Theater” (met „Paard eet hoed”) een uitvoering op de plaats waar amper elf maanden geleden de eerste paal de grond in ging voor de bouw van de schouwburg die zijn vanavond inwijden. Deze nieuwste schouwburg van Nederland staat in Emmeloord. Daar, in het hart van de Noordoostpolder, is in die elf maanden „’t Voorhuys” uit de voormalige zeebodem gestampt; een complex dat een hotel-, café- en restaurantbedrijf alsmede een beursgebouw en een theater- en
bioscoopzaal omvat.
~Daar is wat groots verricht.” Zo mag men het gerust zeggen. Die schouwburgzaal met een toneel, even diep (vijftien meter!) als de toeschouwersruimte zelf (met 602 zitplaatsen), modern ingericht maar zonder „koud” aan te doen — men wordt er als Amsterdammer een beetje stil van. Meer dan een millioen kostte de bouw. Kon dat allemaal ~zo maar” en dan nog wel in minder dan een Jaar tijd. hier. in zon stuk gewezen Zuiderzee waar nog geen zestienduizend mensen wonen, van wie dit Emmeloord er dan nog maar 4400 herbergt? Is dat nu allemaal wel besteed aan zon dun bevolkt gebied en is deze boerenbevolking de cultuur zo welgezind?
Vergis u niet. Ten eerste neemt die bevolking snel toe. Over een paar jaar zal zij al vijf en twintigduizend zielen tellen. Maar ten tweede is er in de polder altijd veel vraag geweest naar iets goeds op cultureel gebied. „Meer zelfs dan in het oude land”, zegt de architect van dit gebouw, de heer A. D. van Eek. hoofd van de bouwkundige afdeling van de directie der Noordoostpolder.
En hij zegt ook: ~Als je aan een polder begint, dan weet je: dit hoort er ook bij. Je kunt niet een stuk nieuw land maken en dan tegen de mensen zeggen: zie maar dat jullie het redden; je moet de culturele behoefte ook stimuleren en aankweken.” Zo ziet hij de functie van dit theater; en hij is vast overtuigd dat het zijn plaats zal blijken te verdienen., Och kom, denkt menigeen misschien, zou men nu werkelijk van heinde en verre — want de polder is groot, al ziet men er op een mistige dag als die van gisteren maar een miserabel klein stukje van — naar dat Emmeloord komen om daar toneel te zien? Zuigkracht
Alweer: vergis u niet. Noteer, desnoods met verbazing, dat dit splinternieuwe theater nu al zyn zuigkracht uitoefent tot In het oude land toe. In Kampen, ja zelfs In Zwolle treft ge mensen aan die een abonnement op de voorstellingen van Emmeloords nieuwe schouwburg overwegen; en dat terwijl hij nota
bene 34 kilometer van Overllsels hoofdstad ligt!
Ja, de directeur van Zwolle’s (enige) schouwburg “Odeon” — een oud geval met 575 zitplaatsen dat dringend modernisering behoeft, maar de gemeente
heeft er tot nu toe geen cent voor over gehad — geeft toe dat hij in de nabije toekomst zeker zestig tot zeventig vaste bezoekers van zijn abonnementsvoorstelling ‘Tren zal missen: die bezoekers die uit de Noordoostpolder kwamen. Maar in zijn Zwolse abonnees zit ook veel verloop: men zit niet graag een avond lang toneel te zien met zijn nek om een van die vele hinderlijke pilaren gebogen. Zal ook voor hen Emmeloord een trekpleister worden?
~Ik geloof het niet. Tenminste niet de eerste jaren.” luidt zijn antwoord, waarin echter het accent op de veelzeggende restrictie valt.
En zal Kampens Gehoorzaal, opgeknapt en wel, de aantrekkingskracht van Emmeloords nieuwe „Voorhuys” kunnen weerstaan? Ook die vraag is nog moeilijk te beantwoorden. Maar wel merkt Kampens middenstand reeds nu, dat er in Emmeloord een Lange Nering is, met winkels waar ge niet om „boerenspullen” hoeft te komen. ~Ga die maar op het oude land halen; wij willen hier goeie dingen hebben;” — men kan dit thema in allerlei variaties horen bespelen, daar in het nieuwe land.
Als het waar is. dat dat laatste zich ook laat betrekken op het culturele, ja dan zit er. toekomst in die schouwburg van Emmeloord en zin in die naam ~’t Voorhuys”, geïnspireerd op die van het voorhuis van de boerderij : dat deel waar men niet werkt, maar lééft.
Emmeloord kreeg een nieuw gemeenschapscentrum
Leeuwarder Courant 24 dec 1953
Onder zeer grote belangstelling is gisteren te Emmeloord het gemeenschapshuis geopend, dat de naam draagt van „’t Voorhuys”. In dit gemeenschapshuis zijn ondergebracht een hotel-café-restaurant, een beurszaal en een toneelzaal.
Bij deze plechtigheid, die geschiedde in de beurszaal, waren tegenwoordig de landdrost, dr. ir. S. Smeding, dr. A. Blaauboer. secretaris van het Openbaar Lichaam „de Noordoostpolder”, de heer A. D. van Eck, hoofd van de Bouwkundige Dienst van de Noordoostpolder, dhr. J. Six van Hillegom, directeur der Amstel-Brouwerij en de heer en mevrouw H. J. Wieringa. die de exploitatie van ,’t Voorhuys” op zich nemen.
De heer Van Eck heeft het eerst het woord gevoerd. Hij droeg het gebouw namens en voor het Openbaar Lichaam over aan de landdrost.
Spreker toonde zich dankbaar, dat het ontwerp niet al te krap werd opgezet. De richtprijs van een miljoen gulden is aangehouden en zelfs enigszins overschreden.
In totaal zal er hier beurs gehouden kunnen worden voor zestien honderd personen. De beurszaal is. 34 bij zes meter, de schouwburgzaal 25 bij twintig.
Daarin is plaats voor in totaal 603 bezoekers. Er is — zo vertelde de heer Van Eek — een groot toneel, eenvoudig, maar goed ingericht, en met een moderne verlichting. Beurs- en toneelzaal zijn voorzien van een moderne omroepinstallatie. De heer Van Eck bracht daarna dank aan de medewerkers, adviseurs en aannemers. Hij merkte op, dat de eerste paal voor het gebouw eerst op 16 Jan. j.l. werd geslagen.
Aan het slot van zijn rede droeg hij, onder begeleiding van muziek van Mendelssohn, een gedicht voor, waarin de totstandkoming van de Noordoostpolder wordt bezongen en dat besluit met de beste wensen voor het gebouw. Namens de aannemers bood de heer Kamphuis een grote in de muur van de beurszaal aangebrachte klok aan. De uurcijfers worden aangegeven door de elf provinciale wapens en een twaalf met daaronder de letters N.O.P.
Namens de Beursvereniging bood de heer Korteweg een gong aan, die daarop door de landdrost voor de eerste maal werd geluid. Daarna was het woord aan de landdrost, de heer Smeding. HU noemde deze dag zeer gewichtig voor de polder.
Had Emmeloord kort na de oorlog nog maar 700 inwoners, nu zijn het er reeds 4400. Dr. Smeding toonde zich zeer dankbaar voor deze voorspoedige ontwikkeling, waarbij Emmeloord het economisch centrum werd. Daarom ook moest Emmeloord- een gemeenschapscentrum krijgen en daarin heeft het
Openbaar Lichaam voorzien. Op de deel van het centrum zullen, naar spreker mededeelde, nog verrijzen het raadhuis en de poldertoren. Op de groen-
strook kwam reeds „’t Voorhuys”, maar daar komen ook nog een belastingkantoor en een landbouwhus.
Twaalfde provincie
Dr. Smeding aanvaardde daarop namens het’ polderbestuur het gebouw zeer gaarne ten gebruike der bevolking. Hij merkte op, dat in & >zen de naam van dr. Blaauboer niet achterwege mag blijven. Voorts vestigde dr. Smeding er, naar aanleiding van het uurcijfer van de twaalf op de klok, de aandacht op, dat dit eens veranderd zal moeten worden in het wapen der twaalfde provincie van Nederland. Want die twaalfde provincie zal zekerheid worden, als wij allen dat maar willen, zo zeide dr. Smeding.
Na enkele woorden tot de heer en mevrouw Wieringa besloot de landdrost met de beste wensen voor het zaken- en culturele leven in de polder.
Landdrost Smeding legde eerste steen voor ’t Voorhuys.
Algemeen Handelsblad 2 mei 1953
Het voorhuis is dat gedeelte van de boerderij, waarin zich het gezinsleven afspeelt en dit heeft de directie van
Noordoostpolderwerken blijkbaar geïnspireerd om het nieuwe complex gebouwen, dat te Emmeloord wordt gebouwd, officieel de naam ,,’t Voorhuys” te geven. De landdrost-directeur, dr ir S. Smeding, metselde daarvan Vrijdagmiddag de eerste steen, nadat hij in een korte rede gewezen had op de bijzondere functie, welke deze gebouwen in de toekomst in het polderleven zullen vervullen.’
’t Voorhuys bestaat namelijk uit een hotel-café-restaurant aan de voorzijde en daarachter komen het beursgebouw en de schouwburg. Het laatstgenoemde zal zeshonderd zitplaatsen krijgen er, er is bijzondere aandacht gewijd aan de bouw van het toneel, zodat hier straks ook grote gezelschappen opvoeringen kunnen geven. De inhoud van het te bouwen economisch en cultureel centrum van de Noordoostpolder wordt bijna 20.000 kubieke meter, waarmee het ’t grootste complex in het nieuwe land wordt. Het te bouwen raadhuis krijgt ongeveer 10.000 kubieke meter inhoud, het P.T.T.-gebouw 7700 m3.
Tussen de schouwburgzaal en het beursgebouw, die wat afmetingen betreft aan elkaar gelijk zijn, komt een foyer met een flink aantal telefooncellen en toiletten; voorts zijn er achter het restaurant nog enige kleinere vergaderzalen, die door een hal van de toneelzaal worden gescheiden.
Het openbaar Lichaam N.O.P. sticht dit gebouw, waarvan het ontwerp gemaakt werd door de bouwkundige afdeling van de polderdirectie
Gemaakt door Herman Nieweg
Dit beton reliëf sierde de gevel van ’t Voorhuys, totdat de hotel-aanbouw zijn eigen entree kreeg.
Het is daarna in opslag gegaan.
In eerste instantie was het werk niet gekleurd.
In de jaren ’90 heeft het kunstwerk door Joop Masséus nog een fris kleurtje gekregen.