Familie Schouwstra – Zeeasterstraat 6

Een persoonlijk verslag van dHr. S (Sybo) Schouwstra die vanaf midden 1944 gewoond heeft aan wat toen nog de Zuidstraat heette.
Nu Zeeasterstraat 6, gezien vanuit het Harmen Visserplein in het eerste blok links, 3de huis.

Enkele bijzonderheden betreffende het leven van

Errit Schouwstra
geb. 1-3-1912
Nes Utingeradeel Friesland

ca 1955 Schouwstra aan het werk

Enkele bijzonderheden betreffende het leven van Errit Schouwstra geboren 1 maart 1912 te
Nes Utingeradeel Friesland.

Gehuwd in Heerenveen op 17 november 1938 met Anna de Jong bakkersdochter uit Heerenveen. Geboren in Heerenveen 10 juni 1913.

Op 31 mei 1943 werd hij per 1 juni door de Directie Wieringermeer Noordoostpolderwerken benoemd als ” teekenaar 1 e klasse” met standplaats Noordoostpolder. Beloning per jaar f 2073,60 met aftrek van een algemene korting van 1,5 % en kinderbijslag voor 2 kinderen à f 300,00 per jaar.

Urkerland

M.i.v. januari 1945 werd de naam van de standplaats gewijzigd in Urkerland.
Ingaande 1 januari 1951 werd hij benoemd tot opzichter B samen met de heren Koster en Spierings.

Het toezicht op de bouwkundige werkzaamheden in de polder woonde o.a. in het kamp Emmeloord gelegen achter het kantoorgebouw DK 6 op het Knipmeijerplein wat later het Harmen Visserplein werd genoemd. Elke twee weken kon hij op de motor naar Heerenveen rijden om bij zijn gezin te zijn.

Begin 1944 kwamen enkele huizenblokken gelegen aan de Middenstraat/Rietstraat en aan de Zuidstraat/Zeeasterstraat gereed. Het gezin verhuisde naar de Zuidstraat 6. Daar woonden ze op een kale zandvlakte zonder voorzieningen. Het waren echt polderpioniers.

Op 11 september 1944 werd hun derde kind Ineke –doopnaam Asseline Eeke- geboren. Haar geboortekaartje werd getypt. Zie bijgevoegde afbeelding. Hierop staan ook de namen van de oudere kinderen vermeld. Ineke werd als tweede baby gedoopt door een dominee van de gereformeerde kerk van Blokzijl. Zij was het zesde kind dat volgens haar paspoort in de Noordoostelijke Polder werd geboren. (Zij heet nu Ineke Flokstra en woont op Stellingwerf 19)

Tijdens het verblijf in kamp Emmeloord werd er door de bewoners o.a. veel speelgoed gemaakt. De avonden waren lang en er was geen vertier de bewoners van het kamp moesten zichzelf vermaken. Maar afvalhout was er voldoende en er werden zelfs onderdelen van neergestorte vliegtuigen gebruikt. Mijn vader maakte o.a. een houten truck met oplegger, een hijskraan, poppenwiegjes, kruiwagens en b.v. ook een slagroomklutser etc. Zie vier afbeeldingen van in 1980 gerestaureerde exemplaren. Belangrijk is ook dat hij een korenmolen maakte die aangedreven met een elektromotor tarwe kon malen voor de hele
buurt. Ook maakte hij met onderdelen van een straalkachel een oventje dat ook in de hele buurt werd gebruikt o.a. om brood te bakken. Zijn vrouw speelde hierin natuurlijk een belangrijke rol. Zij maakte en vermaakte kleding voor de opgroeiende kinderen. Stroom werd in de nacht afgetapt bij het laatste huis, want daar waren de stroomdraden zo dicht bij het huis dat je met een paar draden met haken stroom kon aftappen. Vanwege de in de oorlog verplichte verduistering werd namelijk de stroom gedurende de nacht afgesloten.

Belangrijk is ook op te merken dat mijn vader een flinke bolderwagen maakte waarmee kinderen en enige huisraad meegenomen konden worden mocht evacuatie noodzakelijk blijken.Er was namelijk een permanente dreiging dat de polderdijk bij Lemmer opgeblazen zou kunnen worden. Naar verluid is dit verijdeld door een groep Polen. (helaas is dit bij de Wieringermeer mis gegaan) Sybo wilde met de bolderwagen spelen maar dit mocht hij pas na de bevrijding. Moeder vertelde later dat hij toen riep: “Pap, de kar”.

Razzia

Henk Rotgans

Op zijn trouwdag 17 november 1944 werd mijn vader ook opgepakt bij de razzia. Hierover is veel bekend geworden en geschreven. Hij wist samen met een collega te ontsnappen en klopte in donker op het raam om binnen gelaten te worden. Moeder speelde een belangrijke rol: zij zorgde niet alleen voor het gezin maar ook nog voor een MTS-er uit Walcheren die bij het waterleidingbedrijf werkte en die ook in het verzet bleek te zitten. In een artikel in het blad “De Noordoostpolder” van maandag 1 mei 1995 staat een uitgebreid interview met haar!

Bevrijding

Van de bevrijding herinner ik mij dat er van lakens vlaggen werden geschilderd. Op een foto staat mijn moeder ook afgebeeld.

Terwijl Emmeloord volop in ontwikkeling was werd mijn vader door het Ministerie Wederopbouw Boerderijen belast met het leiden van een rayonkantoor voor het toezicht op de daarbij behorende bouwprojecten die van belang waren voor de voedselvoorziening. Er werden met dat doel overal in Nederland rayonkantoren opgericht. De voor de opbouw van de boerderijen toen schaarse bouwmaterialen werden met voorrang gebruikt voor deze
projecten.
Samen met het gezin moest hij verhuizen naar Oostvoorne waar een grote villa van een Rotterdammer in Amsterdamse stijl was gevorderd als kantoor/woonhuis. Gedurende de drie jaar dat het gezin daar woonde werd in februari 1948 mijn derde zuster Greetje Hermien geboren. Midden 1948 was de opbouw van de boerderijen voltooid en verhuisde het gezin weer naar Emmeloord waar later dat jaar de woning aan Espelerlaan 11 werd betrokken.
Ik kan mij nog herinneren dat ik enige tijd op de school aan de Moerasandijviestraat heb gezeten. En ook dat Dr Jansen die ook op de Espelerlaan woonde verongelukte.
Zowel tegen het einde van de oorlog als in Oostvoorne en later weer in Emmeloord was mijn vader erg actief betrokken bij het kerkelijk opbouwwerk. Ik noem hierbij zowel de houten noodkerk van de Gereformeerden als later als lid van de bouwcommissie voor de bouw van de Nieuw Jeruzalem Kerk. Een naam die destijds door de eerste gereformeerde predikant ds J. Bos is voorgesteld.
Intussen had mijn vader via cursussen e.d. in 1952 het diploma BNA gehaald voor architect bij de Bond van Nederlandse architecten. Hierdoor was hij zowel bij zijn werk voor de Rijksdienst als privé een gerespecteerd en gedegen vakman! Dit werd bekroond door zijn benoeming tot Bouwkundig Hoofdambtenaar.

In 1962 was de inrichting van de Noord Oostpolder voltooid en werden werkzaamheden van de Rijksdienst verplaatst naar toen Oostelijk Flevoland. Mijn vader kreeg de leiding over de bouw van de dorpen en het hele gezin verhuisde naar Dronten en werden daar opnieuw polderpioniers!

Documenten:

Om in de polder te mogen verblijven en te werken werden door de bezetter diverse documenten gemaakt.

Het zesde kind geboren in de Noordoostelijke Polder.

1944 InekeOp 11 september 1944 werd hun derde kind Ineke –doopnaam Asseline Eeke- geboren. Haar geboortekaartje werd getypt.
Hierop staan ook de namen van de oudere kinderen vermeld. Ineke werd als tweede baby gedoopt door een dominee van de gereformeerde kerk van Blokzijl. Zij was het zesde kind dat volgens haar paspoort in de Noordoostelijke Polder werd geboren. (Zij heet nu Ineke Flokstra en woont op Stellingwerf 19)

Speelgoed

Tijdens het verblijf in kamp Emmeloord werd er door de bewoners o.a. veel speelgoed gemaakt. De avonden waren lang en er was geen vertier de bewoners van het kamp moesten zichzelf vermaken. Maar afvalhout was er voldoende en er werden zelfs onderdelen van neergestorte vliegtuigen gebruikt. Mijn vader maakte o.a. een houten truck met oplegger, een hijskraan, poppenwiegjes, kruiwagens etc. Zie vier
afbeeldingen van in 1980 gerestaureerde exemplaren. Belangrijk is ook dat hij een korenmolen maakte die aangedreven met een elektromotor tarwe kon malen voor de hele buurt. Ook maakte hij met onderdelen van een straalkachel een oventje dat ook ook de hele buurt werd gebruikt o.a. om brood te bakken. Stroom werd in de nacht afgetapt bij het laatste huis, want daar waren de stroomdraden zo dicht bij het huis dat je met een paar draden met haken stroom kon aftappen. Vanwege de in de oorlog verplichte verduistering werd namelijk de stroom gedurende de nacht afgesloten.
Belangrijk is ook op te merken dat mijn vader een flinke bolderwagen maakte waarmee kinderen en enige huisraad meegenomen konden worden mocht evacuatie noodzakelijk blijken. Er was namelijk een permanente dreiging dat de polderdijk bij Lemmer opgeblazen zou kunnen worden. Naar verluid is dit verijdeld door een groep Polen. (helaas is dit bij de Wieringermeer mis gegaan) Sybo wilde met de bolderwagen spelen maar dit mocht hij pas na de bevrijding.