Glasmozaïek in de lagere huishoudschool

  • Titel: Land en Water
  • Kunstenaar: Jo Pessink (Deventer)
  • Plaats: Huishoudschool
  • Datum: 1958

17 december 1958

Uit handen van de Commissaris der Koningin ontving Jo Pessink zijn welverdiende onderscheiding

Voor glasmozaïek in huishoudschool Emmeloord Jo Pessink (Deventer) kreeg de Geraert Ter Borch-prijs
Temidden van vele belangstellenden heeft de Commissaris der Koningin, ir J. B. G. M. ridderde van der Schueren, gistermiddag in de Statenzaal van het Provinciehuis de Geraert ter Borch-prijs uitgereikt aan de 30-jarige kunstenaar Jo Pessink uit Deventer voor zijn hal-versiering in glasmozaïek inde lagere huishoudschool te Emmeloord. Deelname was dit jaar alleen mogelijk ‘voor kunstenaars op het gebied van de monumentale kunst met twee-dimensionale technieken: grafito’s, wandschilderingen, glastechnieken, linoleum-intarsias en mozaïek. Doorslaggevend, aldus het rapport van de jury, was zijn overwogen visie, fraaie compositie en verrassende details. Zijn materiaaltoepassing verraadt een beheersing der techniek, terwijl de behandeling van de onderwerpen getuigt van grote oorspronkelijkheid. De kleuren zijn bijzonder aantrekkelijk en het valt op. hoe Pessink ook van de kleinere motieven iets weet te maken. Unaniem werd hij dan ook voor zijn „Land en water” als prijswinnaar uitverkoren.

De Commissaris der Koningin benadrukte, alvorens tot de prijsuitreiking over te gaan, de belangrijkheid van de regionale cultuur. Voor een bloeiende landelijke cultuur, is een gewestelijke cultuur noodzakelijk, aldus spreker. De dynamische tijd vindt haar dynamiek ook inde cultuuruitingen, maar verdraagt geen centralisatie. Juist daarom moeten wij deze uitingen niet in musea opbergen, maar brengen zoals ze ontstaan zijn, midden inde samenleving. Na gewezen te hebben op de plicht om de cultuur onder de jongere generatie te brengen, gaf ir. van der Schueren het woord aan de heer Chr. de Moor, om het juryrapport uitte brengen. De elf kunstenaars die werken inzonden, kwamen naar aantal uit Twente, Salland en de Noordwesthoek van Overijsel. Deventer trad het meest naar voren . als kunstcentrum. Het aantal inzendingen was de jury bepaald niet tegengevallen. Het werk van de beoordelaars was moeilijk, omdat zoveel mogelijk de werken ter plaatse werden bekeken. Unaniem kwam men tot de conclusie, Het bekroonde glasmozaïek onder de titel „Land en water” is aangebracht inde ha! van de lagere huishoudschool te Emmeloord. Het bestaat uit stukjes gekleurd glas, die op het normale glas werden aangebracht.

Dat Pessink voor de prijs in aanmerking kwam. Bijzondere vermelding verdient de wandschildering van W. J. van de Kerke inde hal-school te Kampen. Hoewel nog niet lang geleden deze kunst als beroep gekozen, heeft zijn. werk reeds een peil bereikt dat de aandacht trekt, aldus de jury. Voorts wordt aandacht geschonken aan de wandschildering van Hans Morselt inde Kleuterschool aan de Mekkeholtwteg te Enschede en aan het St. Martinus-raam inde Plechelmuskerk te Oldenzaal van J. Schoemaker uit Oldenzaal.


In de Statenzaal te Zwolle heeft de commissaris der koningin, ir. J. B. ridderde van der Schueren gisteren de door de Staten van Overijssel ingestelde Geraert ter Borchprijs voor het jaar 1958 uitgereikt. Voor deze prijs f 1000 kwam deze keer een werkstuk op het gebied van de tweedimentionale monumentale kunst, t.w. glastechnieken, mozaïek, sgraffito, muurschilderingen en linoléum-intarsia’s in aanmerking. De duizendguldenprijs 1958 werd toegekend aan Jo Pessink uit Deventer voor zijn halversiering in glasmozaiek inde lagere huishoudschool te Emmeloord. Eervolle vermeldingen kregen W. J. van de Kerke, Kampen, Hans Morseli, Enschede en J. Schoenaker, Oldenzaal.

In zijn rede voor de prijsuitreiking herinnerde de commissaris van de koningin er aan dat het thans de vijfde maal is, dat de Geraert t. Borchprijs wordt uitgereikt en dat het besef, dat een bloeiende gewestelijke cultuur voorwaarde is voor het provinciaal bestuur. Inde hedendaagse kunstuitingen, aldus spr., vindt men iets, zoals een voorgaande jury omschreef, van de uitdrukking van de dynamiek, het geestdriftig zoeken en de verscheidenheid van de uiteenlopende opvatting van deze tijd. De bevordering van de waardering der waarde van de cultuur, zoals ieder gewest dat op eigen wijze zal trachten tot stand te brengen, dient dan ook te worden beschouwd als een noodzakelijke injectie tegen de gevaren van langzame innerijke verbloeding van de cultuur door egalisatie, mechanisatie, massificatie en nivellering van het geestelijk bewustzijn. Wij moeten ons realiseren, dat wijde cultuur van onze voorouders hebben overgeërfd, en dat wij haar vernieuwd en verrijkt aan de komende geslachten hebben over te dragen inde uitdrukkingsvormen zoals wij die heden ten dage tot stand kunnen brengen. De Ter Borchprijs van dit jaar vestigt nog eens de aandacht op de mogelijkheid tot verfraaiing van gebouwen. De overheid stimuleert hiertoe door de bekende 1 Mi %-regeling van de bouwkosten. Nadat de commissaris van de koningin de prijs had uitgereikt las de heer Ch. de Moor uit Den Haag, die met dr. C. F. Diesch, Zwollerkerspel, mevr. H. van Andel-Brückmann, Boekelo, de heer A. Middelhoek, Enschede en dr. D. Hannema, Wijhe, de jury had gevormd, het juryrapport voor. Het jury-rapport In 1954 werd de Geraert ter Borchprijs voor de eerste maal toegekend en wel voor de beeldende kunst in het algemeen. Sindsdien is de prijs tweemaal toegekend voor schilderkunst en grafische kunst (1955 en 1957) en eenmaal voor beeldhouwkunst en klein plastieken (1956). Voor de prijs van dit jaar werden 12 werken aangemeld uit Twente, 9 uit Salland, 1 uit de N.V. Hoek en 4 van buiten Overijssel. Uiteraard zijn niet alle in Overijssel aanwezige kunstwerken gemeld. Er dongen 11 kunstenaars mee. Johan Haanstra, die in 1954 de prijs ontving, kon ditmaal niet meedingen, omdat het reglement bepaalt, dat een kunstenaar binnen het tijdvak van zes jaar niet tweemaal voor mededinging in aanmerking komt. Onder de gebouwen waarin de aangemelde kunstwerken zich bevinden waren 2 fabrieken (Goor en Nijverdal), 5 kerken, 1 christelijk verenigingsgebouw, 1 spaarbank, 9 scholen en 1 gemeentehuis. Het aantal inzendingen is de jury niet tegengevallen. De ontwikkeling van de monumentale kunst is in hoge mate afhankelijk van de bereidheid tot opdrachten. Die bereidheid neemt toe, aldus het rapport. De prijs 1958 Unaniem was de jury van oordeel dat dit jaar Jo Pessink voor de prijs in aanmerking komt. Zijn halversiering in glasmozaiek getuigt vaneen overwogen visie, de compositie is bijzonder fraai en de uitwerking van de details verrassend, zonder dat ze te sterk op de voorgrcnd treden. Zijn materiaaltoepassing verraadt inde beheersing van de techniek veel fantasie, de behandeling van de onderwerpen getuigt vaneen grote oorspronkelijkheid en de kleuren zijn bijzonder aantrekkelijk. Treffend is het element van speelsheid. Bij alle eenvoud is hij nooit oppervlakkig. Jo Pessink werd in 1928 te Deventer geboren. Hij ontving zijn opleiding aan de Academie te Arnhem en te Antwerpen. In 1950 werd hij onderscheiden met de prijs van de Werkgemeenschap Arnhemse kunstenaars. De jury is van oordeel, dat zijn verdere ontwikkeling met de

grootste aandacht dient te worden gevolgd. De eervolle vermeldingen Een eervolle vermelding verdient de wandschildering van W. J. v.d. Kerke inde Hal-school, Hanzewijk te Kampen. De wandschildering van Hans Morselt aan de Mekkelholtsweg te Enschede houdt beloften in. Ze heeft niet over het gehele oppervlak hetzelfde niveau wat kleur en vormintensiteit betreft en het geheel doet wat zwaar in deze omgeving aan. Duidelijker nog komen de beloften tot uitdrukking in twee kleine sgrafito’s inde kapel van het Capucijnerklooster te Enschede, waarbij vorm en techniek een eenheid vormen. Deze jonge kunstenaar, aldus het rapport, zal moeten oppassen voor een neiging om zich met een al te gemakkelijke en voor de hand liggende vormgeving tevreden te stellen. In het Sint Martinusraam inde Plechelmuskerk te Oldenzaal van J. Schoenaker waardeert de jury diens bijzonder knap vakmanschap als glas-in-lood kunstenaar. In dit kerkraam is een wat traditionele opvatting op zeer aannemelijke wijze verwerkelijkt. De totaalindruk wordt helaas verstoord dooreen eerder aanwezig topraam, dat niet bij het geheel past. De jury maakt tenslote nog de opmerking, dat men helaas niet altijd de kunstenaar de gelegenheid geeft zijn werk op het voordeligst te laten uikomen. Hoe inniger de samenwerking tussen architect en beeldende kunstenaar, hoe beter de monumentale kunst tot haar recht zal komen en hoe meer aan een gebouw een waardevolle factor zal worden toegevoegd. Het was een goede gedachte de aanwezigen door kleurendia’s een idee te geven van de werken, waarmede naar de Geraert ter Borchprijs 1958 is gedongen.

Voor de uitreiking van de Geraert ter Borch-prijs i958 bestond deze keer een uitzonderlijk grote belangstelling. Waarschijnlijk stond dit in verband met hel rumoer dat het vorige jaar ontstond naar aanleiding van de beslissing van de jury. Deze keei zal naar onze mening de keuze van de prijswinnaar wel geen kritiek ondervinden. Maar thans viel er ook heel ander werk te beoordelen. Waarmede we niet willen zeggen, dat de monumentale kunst zich niet voor experimenten leent. Ook de toegepask kunst kan vormen aannemen welke lot heftige kritiek zal kunnen leiden. Hoe het ook zij, de opinie van de jury 1958, zal zowel wal de prijs als wat de eervolle vermeldingen aangaat, o.i slechts met instemming worden begroet. Het lijkt ons echter verstandig daar geen conclusies omtrent toekomstige beslissingen inzake de Geraert ter Borch prijs aan vast te knopen.

De commissaris der koningin feliciteert de prijswinnaar Jo Pessink

Een afbeelding vaneen onderdeel van het bekroonde glasmozaiek van Jo Pessink uit Deventer: breiende vrouw ineen veld met korenschoven