- Titel: Iglo
- Kunstenaar: Aldo van Eyck
- Plaats: De Ring 23
- Materiaal: aluminium
- Geplaatst: jaren ’50
U vroeg zich wellicht af, is dit een klimrek voor de kinderen of is het kunst voor grote mensen ?
Allebei dus. Het is een speels ontwerp van Aldo van Eyck. Eén van de architecten van De Acht en De Opbouw, van het dorp Nagele.
Tot deze collectieven behoorden naast Aldo van Eyck o.a. Rietveld, Van Eesteren, Mart Stam, Lotte Stam-Beese en Bakema. De bekende tuinarchitecte Mien Ruys kreeg destijds van deze architecten de opdracht om het bij de architectuur van Nagele passende groenontwerp uit te voeren.
Wat misschien minder bekend is, is dat Aldo van Eyck heel bewust ervoor koos om honderden speelplaatsen in Amsterdam te ontwerpen en in te richten met speeltoestellen, die kinderen enorm wisten te stimuleren en op een leuke en speelse manier wisten uit te dagen. Dat vond hij een wezenlijke bijdrage aan de vormgeving van een wijk of leefgebied, goed voor kinderen en volwassenen, goed voor verkenningen, goed voor de zintuigen en goed voor het sociale leven.
Het toestel bestaat uit een eenvoudig in elkaar te zetten aluminium frame in de vorm van een iglo. Het frame bestaat uit een netwerk gelijkend op geografische parallellen en meridianen. Om die vergelijking voort te zetten lijken de meridianen samen te komen op de Noordpool (of Zuidpool), weergegeven in een cirkel; de evenaar bevindt zich dan op grondniveau. De iglo is er in diverse formaten.
Het Rijksmuseum Amsterdam heeft in 2013 van elk type een exemplaar in haar tuinen geplaatst, niet alleen om ze tentoon te stellen, maar ook als speelobject voor kinderen.
Over de kunstenaar:
Aldo Ernest van Eyck (Driebergen, 16 maart 1918 – Loenen aan de Vecht, 13 januari 1999) was een Nederlands architect.
Van Eyck werd geboren als zoon van de dichter Pieter Nicolaas van Eyck en Nelly Benjamins en was een broer van Robert van Eyck. Hij groeide op in Golders Green in Londen en studeerde af aan de Eidgenössische Technische Hochschule van Zürich, waar hij zijn vrouw Hannie van Roojen leerde kennen die eveneens architect was.
In 1949 werd hem door Willem Sandberg gevraagd om de Cobra tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam in te richten. Van Eyck had vanaf 1951 een architectenbureau. In 1952 ontwierp hij samen met Constant Nieuwenhuijs een ruimte voor de tentoonstelling ‘Mens en huis’ van 1952-1953 in het Stedelijk Museum Amsterdam. Van 1971 tot 1982 werkte hij samen met architect Theo Bosch, en vanaf 1982 tot zijn overlijden samen met zijn vrouw onder de naam A. & H. van Eyck. Het bureau is daarna door Hannie van Eyck voortgezet, waarbij zij samenwerkte met Abel Blom, zoon van architect Piet Blom.
Daarnaast was Van Eyck van 1966 tot 1976 buitengewoon hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft en zat hij van 1959 tot 1963 in de redactie van het tijdschrift Forum, samen met zijn leerling Herman Hertzberger. In 1953 was hij een van de oprichters van Team 10 en een van de eerste en meest invloedrijke vertegenwoordigers van het structuralisme.
Afrikaanse volksarchitectuur (de kashba en de architectuur van de Dogon in Mali) was een van zijn belangrijkste inspiratiebronnen; sanatorium Zonnestraal vond hij zelf het mooiste gebouw; en Jan Duiker was volgens Van Eyck de beste architect van de wereld.
Basklarinettist Harry Sparnaay droeg in 1982 de compositie Bouwstenen voor basklarinet en tape aan hem op.
Aldo van Eyck overleed in 1999 op tachtigjarige leeftijd. In juli 2017 besloot de Gemeente Amsterdam brug 413 voortaan aan te duiden als de Aldo van Eyckbrug, de brug zelf is ontworpen door Piet Kramer.
Bron: wikipedia