De burgemeester had flink de smoor in, getuige de nieuwjaarsrede in 1968


't Nieuws voor Kampen 06-10-1954

Stukje geschiedenis

‘t Nieuws voor Kampen  06-10-1954

Emmeloords raadhuis kan bogen op een achtenswaardige staat van dienst

Eerst in de Wieringermeer, nu al weer ruim tien jaren in de Noordoostpolder
Er zijn plannen voor een nieuw gebouw, maar…. Het houten raadhuis op het Harmen Visserplein in Emmeloord heet een voorlopig geval te zijn, doch het kan zo langzamerhand bogen op een achtenswaardige staat van dienst inde Noordoostpolder. Weliswaar zijn er plannen voor een nieuw raadhuis, waarvan wij indertijd tekeningen en bijzonderheden publiceerden, en heeft de aannemer van het Voorhuys zijn directiekeet maar zolang laten staan in afwachting van het sein dat met de bouw kan worden begonnen, maar daarom kan het nog wel even duren voor het noodbrengen (voorzover men daar tenminste nog tijd voor heeft). Immers, het raadhuis is vergroeid met de plaats Emmeloord. Met het dorpshuis, de bouwkundige afdeling en het eveneens houten verblijf, dat de ingewijden minzaam D.K. 6 noemen, is het raadhuis het eerste gebouw dat in Emmeloord is verrezen, gebouw heeft afgedaan. Bij velen inde polder zal het verdwijnen va – deze houten „tent” een gevoel van weemoed teweeg Van het Harmen Visserplein af is Emmeloord gegroeid, vooral in Oostelijke richting. Dat begon met de Rietstraat, de Zeeasterstraat en zo steeds maar verder. De ambtenaren van het openbaar lichaam die beroepshalve dagelijks de vertrekken van het raad-, huis plegen te bevolken, hebben Emmeloord zien opgroeien. Eerst langzaam, doch later steeds sneller. Net zolang tot ze er niet meer op letten of het niet meer uit de bovenramen konden overzien. Het centrum van Emmeloord werd al gauw verlegd naar de Deel maar het raadhuis bleef waar het was. Het was toch immers maar tijdelijk? Van de geschiedenis is weinig bekend. Het heeft eerst in de Wieringermeer gestaan, dicht bij Kolhorn en bij overlevering weet men te vertellen dat Zuiderzeewerken „er in zat”. De bovenverdieping werd bewoond door de vrouw wier man in dienst van Zuiderzeewerken was gestorven en die dank zij een sympathieke geste in het gebouw mocht blijven huizen.

Voortdurend gebrek aan ruimte
Toen de Noordoostpolder goed en wel droog was verdween het hele geval naar Emmeloord, waar het nu al weer meer dan tien jaren trouw zijn plichten vervult. Talloos zijnde veranderingen die het raadhuis beleefde. De ontvanger, die er eerst ook was gehuisvest, verdween al vrij spoedig naar een ander gebouwtje, verjaagd dooreen nijpend ruimtegebrek. In 1950 werd er een stuk bij gebouwd, maar ’t ruimtetekort bleef. Naarmate de polderbevolking groeide werd uiteraard ook het aantal ambtenaren groter wat steeds nieuwe problemen met zich meebracht, want het gebouw groeide, afgezien dan van de verbouwing van 1950, niet mee. Een kleine verademing is eerst inde laatste weken ontstaan doordat de afdeling bevolking naar de Kamillestraat is verhuisd. De ruimte is nu nóg niet om over naar huis te schrijven, maar het gaat tenminste. De verbouwing gold destijds voor een belangrijk deel de raadzaal, waar behalve poldervergaderingen gehouden ook huwelijken gesloten worden. Op het ogenblik wordt er diep in het inwendige van het gebouw geworsteld met de begroting. Een werkje dat blijkbaar alleen ineen soort ziekenhuissfeer kan gebeuren, want op de deur, waarachter dit alles zich afspeelt, heeft men een duidelijke waarschuwing gehangen. Enfin, dat ziet u wel op de foto

Onderschrift foto raadhuis: Het voorlopig raadhuis, dat nu al ruim tien jaren op het Harmen Visserplein te Emmeloord staat.

Onderschrift dames deur: „Stilte! Begroting” staat er op de deur, maarde tijd voor een foto, compleet met ambtenaressen kon er toch nog wel even af. Het was trouwens inde middagpauze en we hebben heel stil gedaan….


Automatische tekstherkenning uit de krant:

EEN DER OUDSTE N.O.P.-GEBOUWEN AFGEBROKEN

Duitsers dachten dat het van hout was

EMMELOORD. Een bij de polderpioniers zeer bekend gebouw te Emmeloord wordt momenteel afgebroken. Het is de openbare leeszaal aan het Har men Visserplein, die ruimte moet maken voor een nieuwe bibliotheek. Het ge bouw is niet altijd leeszaal geweest maar is in de loop der tijd gebruikt voor talrijke doeleinden.

De geschiedenis ervan begon in 1942. Toen werd het gebouwd en was één van de eerste gebouwen, die in de pas drooggemalen Noordoostpolder van de grond kwam te Emmeloord. Volgens de Duitsers moest het een houten ge Bouw worden en zeer velen zijn hiervan dan ook overtuigd, dat het zo is, be halve, dan de zijgevels van steen zijn.

Ook de bezetters waren die mening toegedaan, doch ze wisten niet dat binnen de houten buitenkant een stenen muur werd gebouwd, waardoor een hecht bouwwerk ontstond.

Toen het klaar was werd het inge richt als cantine voor de polderwerkers, De heer W. Tholen, die momenteel het café Tholen aan de Bouwers kamp te Emmeloord beheert, voerde er de scepter.

Voor de ingang stond een tobbe met water en voor de deur lagen radiato ren. In de eerste moesten de laarzen van de bezoekers schoongespoeld worden en op de laatsten de restjes vuil nog afgeschrapt.

In deze tijd is het waarschijnlijk gedeeltelijk ook gebruikt voor gym lokaliteit.

In 1945 werd een gedeelte ervan gevorderd door het ministerie van justitie voor de behandeling van politieke delinquenten, die hier in de Noordoostpolder in de kampen ver toefden. Ondertussen werd het ge de tot 1948, toen werd het ingericht tot leeszaal door de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. 1955 kreeg het gebouw de benaming van Open- bare leeszaal en Dit heeft geduurd tot nu. Momenteel Uitleenbibliotheek. wordt het afgebroken en de boeken hebben tijdelijk een plaats gevonden in het Parochiehuis, waar ook de Rooms-Katholieke bibliotheek is. Met ingang van 1 april a.s. worden deze twee  uitleenbibliotheken gecombineerd.

Opregte Steenwijker courant

05-06-1945

Automatische tekstherkenning uit krantenknipsel  (Excuses voor de vreemde taalfoutjes):

De Noord-Oostpolder viert feest.

EMMELOORD, 31 Mei 1945.

Allen, die meegewerkt hebben, op welke wijze dan ook, om- den Polder tot bloei te brengen, begeven zich naar hier, om gezamenlijk het feest van de Bevrijding te vieren, Wolken, die uit het onzichtbare komen aandrijven, voegen zich saam, zich grillig groepeerend in variaties van flossig wit tot dreigend donker grijs, drijven dan weer verder, vloeien uiteen …
Nieuwe wolken stapelen zich op, wijken voor een overmoedige zonnestraal; er is een snelle wisseling van pluizig-uiteenrafelende en grauw-öpbollende wolken, van troebel grijs en van blinkend blauw. En in scherp contrast met deze woellige wolkenmassa ligt daar de Noordoostpolder in zijn eentonige
wijdheid van enkel groen. Groen tot aan zijn verre horizonten met als eenige afwisseling het rood van nieuwe daken en het strakke wit van de enkele wegen. Wegen, die voeren van de randgemeenten naar de nieuwe dorpen, wegen met weinig verkeer nog, wegen, die elkander kruisen en verder gaan, elk
naar zijn bestemming Wagens en fietsen naderen.
Op den weg die van Vollenhove gaat naar Emmeloord, beweegt zich iets. Een stip maakt zich los uit de omnevelde verte en komt nader. Een wagen is het; neen, twee wagens zijn het, tien wagens ! méér nog, en fietsen, veel fietsen !
Op den weg van Vollenhove naar Emmelbord, op dien van Kuinre naar Emmeloord, van Ramspol naar Emmeloord en op den weg van Blokzijl en van Marknesse; van alle kanten komen ze, de wagens, versierde wagens met menschen, die er het hunne toe hebben bijgedragen, den polder tot bloei te brengen en die nu gezamenlijk het feest van de bevrijding gaan vieren.
Een wonderlijk mooi gezicht: deze lange rijen van wagens en fietsen op alle wegen zich voortbewegend naar dat ééne punt:
Emmeloord. En dan om half tien precies de aankomst van alle wagens tegelijk. Een prachtbegin van dezen feestdag!
Emmeloord heeft een feestzaal en een feestterrein, uiterst smaakvol versierd. Radio Dokter uit Zwolle zorgt voor een goede versterking over het geheele veld, er zijn gedrukte programma’s, er is gezorgd voor koffie en een warme maaltijd voor een paar duizend menschen, er is een bewaakte fietsenstalling, in één woord: de organisatie voor dit groots opgezette bevrijdingsfeest is Af! De Optocht.
Om half tien is de opstelling van den optocht. En dan trekt een lange rij van praalwagens aan de toeschouwers voorbij. Stuk voor stuk zijn ze de moeite waard, er een beschrijving aan te wijden, maar dat zou te veel plaats nemen. Het is merkbaar, dat er door deskundigen aan gewerkt is; het is ook merkbaar, dat op een plaats, waar menschen uit alle landsdeelen en uit alle standen zich vereenigd hebben, groote mogelijkheden schuilen. De ideëen zijn origineel en overtreffen elkaar.
Neptunus met de drietand, die verslagen is; de visschersschuit die heeft afgedaan; een keurig geconstrueerde baggermolen.
Een extra vermelding om de buitengewoon mooie afwerking is waard de wagen van Van ’t Zet, waarop de Nederlandsche Maagd toont, wat aan de zee werd ontrukt.
Na afloop van dezen optocht begeeft ieder, die in het bezit is van consumptiebonnen, zich naar de feestzaal, waar door enkele vooraanstaande personen gesproken zal worden.
De bijeenkomst wordt geopen met het zingen van het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus.

Anton Veldman Harmen Visserplein

Rede de heer Feyter
Daarna spreekt de heer Feyter een openings- en welkomst In het bijzonder wordt welkom geheeten den Landdrost van de Noordoostpolder, de heer Smeding, en den Commandant vJhi de N.B.S., de heer Knipmeyer.
De heer Feyter memoreert 10 Mei en wat daaraan voorafging. De economische crisis, de devaluatie en tenslotte de uitbarsting. Hulde aan hen, die vielen in de 5 dagen-strijd.
Nederland is in dezen korten strijd niet eerloos geweest. Immers, H.M. de Koningin heeft onmiddelijk na de laffe inval den oorlog aan Duitschland verklaard.
Spreker herinnert dan aan de ellende, die in ons land geleden is tijdens de bezetting. De Kultuurkamer, die het onze kunstenaars onmogelijk maakte, zich te uiten op de wijze, die zelf verkozen, het afnemen van de radio’s, het oppakken van gijzelaars en niet te vergeten het groote leed, dat door de concentratiekampen werd teweeggebracht. Ons volk was echter immuun en bleef zich verzetten. Wij hebben ontzaglijk geleden onder het gemis van onze vrijheid, doch wij hebben het woord van Bilderdijk voor oogen gehad: Ja zij zullen Zich vervullen, Deze tijden van geluk. Deez’ ellenden Gaan volenden, En verpletterd wordt het juk”.
Met de bede, dat God Nederland in de toekomst zegene, verklaart, de heer de Feyter de feestdag voor geopend.
Hierna is er pauze, waarin koffie wordt geschonken, terwijl Vollenhove’s fanfare, dat dezen dag zijn medewerking verleent, er voor zorgt, dat de feeststemming op peil blijft.

De Landdrost spreekt
Onder luid applaus begeeft zich dan de Landdrost naar het podium en spreekt ongeveer als volgt:
Dames en Heeren, geachte Feestgenoten. Het sprak vanzelf, dat wij in den Noordoostpolder feest zouden en moesten vieren.
Wat een vreugde alom in den lande, van het Duitsche juk bevrijd te zijn. Wat een verademing! Weg met de concentratiekampen, weg met den dwangarbeid, weg ook met de S.D.-terreur, weg met de razzia’s, de menschenjacht en de deportatie van duizenden Nederlanders. Voorbij de dreiging van de vorderingen, de stelselmatige en georganiseerde roof. Voorbij de schijnheilige huichelarij en al het overige onwaarachtige optreden van de Nazi’s. De beklemming, die vijf lange jaren onze levensvreugde heeft vergald, is van ons afgevallen.
Nederland is vrij, Nederland voelt zich opgelucht, Nederland, kan en zal feest vieren. Het zal u niet verwonderen, dat ik dan ook van harte de
plannen van de zich hier in onzen polder gevormde Feestcommissie heb willen steunen. Een feest te Ramspol, een feest te Marknesse, een feest te Emmeloord en dan misschien nog een in Kuinre, neen, geachte feestgenooten, al spoedig stond vast, dat de polder zijn feest zou krijgen en dat wij allen samen feest zouden vieren. Dat ondanks de groote moeilijkheden allen bijeen zouden worden gebracht te Emmeloord.
De Feestcommissie, u hebt dit allen kunnen constateeren, heeft zich op uitstekende wijze van deze uiterst moeilijke en veelomvattende taak gekweten. Waar vorige week een houtloods stond, is thans een feestzaal in optima forma verrezen. Een feestterrein, keurig aangekleed, lokt de sportliefhebbers om vanmiddag elkanders krachten te beproeven. Alles dient om de feestvierenden ten volle de gelegenheid te bieden, vandaag de blommetjes buiten te zetten. De stemming is er; de medewerking is veelzijdig. Wat een optocht hebben wij zoojuist kunnen aanschouwen, wat een praalwagens waren er, wat een enthousiasme! Wat een verademing, om toch eindelijk weer eens feest te kunnen vieren. Wij leven vrij op onzen dierbaren poldergrond, die gespaard
is mogen blijven voor de schendende hand van den-bezetter.
Extra reden tot dankbaarheid, wanneer wij denken aan het droevig lot van onze mooien Wieringermeerpolder. Die polder, van jaar tot jaar mooier wordend, thans overstroomd door het alles vernielende water. Hoe dankbaar zijn wij, dat de Noordoostpolder gespaard is gebleven.
Een woord van dank aan de verzetsbeweging mag op deze plaats zeker niet achterwege blijven. Evenmin een woord van dank aan allen, die daarbij een groote rol hebben gespeeld (applaus.)

Bijzondere hulde moet worden gebracht aan den dapperen Commandant der N.B.S., de heer Knipmeijer. Het zal u allen een genoegen zijn, te vernemen, dat het plein te Emmeloord in het vervolg zal worden genoemd het Knipmeijerplein (Applaus.)
Het mag wel een wonder heeten, dat het in de achter ons liggende woelige en onrustige oorlogsjaren is mogen gelukken, deze polder droog te malen en voor bijna de helft in kuituur te brengen. Is deze periode in heel de beschaafde wereld of wat zich de beschaafde wereld noemt, gekenmerkt geweest door
vernietiging en afbraak, dit nieuwe land heeft steeds gestaan in het teeken van opbouw en arbeid ; hoe groot het gebrek aan menschen en materiaal in den polder ook is geweest door razzia’s en roof, steeds is door velen met uiterste krachtsinspanning gewerkt. Het oorlogskind, de Noordoostpolder, is alles te boven gekomen, en houdt schoone beloften voor de toekomst in.
Voorwaarde, dat de arbeidslust aanwezig is om de groote taak tot een goed einde te brengen. De vrijheid, ons door de Voorzienigheid weer geschonken, kan niet beter worden benut dan te doen wat uw plicht is. W ij kunnen aan de dankbaarheid, die onze harten vervult, niet beter uiting geven, dan thans
de handen aan de ploeg te slaan.
Ons devies zal dan luiden „Onder leiding van Oranje aan den arbeid”. Leve de Noordoostpolder, leve ons vrije Nederland!
Ik heb gezegd.

Na deze toespraak wordt bekend gemaakt, dat er voor alle aanwezigen gelegenheid bestaat, zijn (haar) handteekening te plaatsen in een register, dat als gelukwensch naar H.M. de Koningin zal worden opgezonden. Heel onverwachts vertelt dan de Commandant van de N.B.S., dat tot zijn groote verrassing
is gebleken, dat zich in de feestzaal bevinden de drie Polen, door wier toedoen de dijk van den Noordoostpolder werd gered.
Een ware ovatie barst los, wanneer deze drie Polen op het podium verschijnen. Het fanfare zet een „Lang zullen ze leven in.

Even is er een moment van ontroering, wanneer één der Polen voor de microfoon enkele woorden spreekt in zijn voor onze ooren zoo wonderlijk brabbeltaaltje. Alleen het driewerf „Hoera” wordt verstaan en …. overgenomen! Rede de heer Knipmeijer.
Daarna betreedt de heer Knipmeijer, welbekend in heel Nederland door zijn geweldige prestaties op onderduikgeMed („Wendt u tot Knipmeijer en het komt in orde I”) het podium.
Een nog tamelijk jonge man, die door zijn optreden alleen reeds sympathie wekt. Hier niet de blufferige toon van: „Dit heb ik gedaan en dit hebben jullie aan ons te danken”, zooals men zooveel hoort, doch een heel sobere uiteenzetting, van wat het doel geweest is van de verzetsbeweging. Hij biedt zijn
verontschuldigingen aan voor de enkele malen, dat hij de menschen lastig vallen moest, maar verklaart er bij, dat het dan wel degelijk noodzaak was en heusch geen kinderspel.
Hij begint zijn overzicht bij de jaren 1941—’42, waarin het werk voor de ondergrondsche pers nog het voornaamste was.
In het voorjaar van 1943 kwam toen de staking van een groot deel van het Nederlandsche volk, omdat H;tler de krijgsgevangenen terug wilde voeren. Daarmede begon voor ons land de groote misère, die steeds erger is geworden tot aan de bevrijding toe. Duizenden onderduikers zijn in den Noordoostpolder geholpen. Daar kwam heel wat bij te pas. Deze menschen hadden geen persoonsbewijs en geen distributiebescheiden. Telkens moest er een nieuw handigheidje gevonden worden, om aan valsche stukken te komen.
Tenslotte werd er van Engelsche zijde op intensiever optreden aangedrongen. Er moesten wapens ingevoerd worden. Hiermee kwamen de groote moeilijkheden pas los. De gevolgen bleven niet uit. En dit alles was geen liefhebberij. Er is zelfs eens eens Hollandsche vlootmajoor aan te pas gekomen, die in Engelsche dienst was.
Met eerbied herdenken wij, aldus de heer Knipmeijer, onzen dapperen medestrijder Gerard, die getroffen werd in de woning van Jakma in de Assendorperstraat te Zwolle. Ook Pim en Majoor Henk mochten de bevrijding niet meemaken en onze vierde man, Theo, sneuvelde bij het opblazen van de laatste spoorlijn tusschen Zwolle en Meppel. De razzia’s, die in den polder zijn gehouden, hebben veel moeilijkheden opgeleverd, doch men heeft den vijand meestal om den tuin kunnen leiden.

Dan komt echter de donkere dag voor den Noordoostpolder, de 17e November, de dag waarop alle mannen uit den Polder en onmiddellijke omgeving werden weggevoerd. Nog zijn niet allen teruggekeerd en er zijn er, die nooit meer terug zullen komen. Ook deze mannen worden met eerbied herdacht. Wij hopen dezen middag alle gesneuvelde menschen te herdenken door het leggen van een krans op het graf van de Engelsche piloten. Deze kranslegging zal door den heer Smeding geschieden.
Een groot vraagstuk is dan nog geweest: de dijk. Zal de dijk gespaard blijven of zullen we het verliezen ?
Wat een enorme opluchting als het bericht doorkomt: „Mofs are away, the dike is saved.”
En thans is dan het oogenblik aangebroken, dat u spoedig van de N.B.S. zult zijn verlost, als ik het zoo zeggen mag.
De menschen zijn nu in Espelerbocht in vooropleiding, waarna zij zullen worden uitgezonden, om den bezettingsplicht te vervullen. Ik dank vanaf deze plaats alle N.B.S.-ers uit den grond van mijn hart voor de geestdrift en de toewijding Waarmede zij de taak hebben volbracht.
Voor de fouten roep ik uw clementie in. Het ging voor dat eene groote doel: de bevrijding van den Noordoostpolder en en ons Vaderland.
Leve onze Vorstin, leve het Vaderland, leve de Noordoostpolder.

De Volksspelen
Na afloop van de toespraken is er gelegenheid een warme maaltijd te gebruiken en om 2 uur zullen de volksspelen beginnen. De zon heeft een totale overwinning behaald op de wolken van vanmorgen en dartelt nu overmoedig over het feestterrein, over de ontelbare vlaggen en vlaggetjes en over de menschen.
De aftrap van het nummer gecostumeerd voetbal wordt verricht door den Landdrost en dan begint het. Het gelach is niet van de lucht. Wie wist dan ook, dat Sinterklaas zoo’n animo voor voetbal heeft, dat hij telkens even zijn bezigheden bij de kinderen staakt en een uitval naar de bal doet. En de neger,
die telkens z’n hooge zijen verliest en dan niet weet waar hij naar trappen moet, naar de hoed of naar de bal! Een moeder, die serieus haar zuigeling voedt, laat zich ook al niet onbetuigd. Er zijn Urkers en er zijn dienstmeisjes, er zijn dames opgestaan uit lang vervlogen tijden, er zijn oude bestjes en
één is er, die schaatsen onder gebonden heeft; een ander draagt een patriarchale baard, een slipjas en een parapluie, die telkens open wil gaan. Het is hoogst amusant.
Na een kwartier eindigt de jolige wedstrijd met 1—1 stand. De volksspelen worden nu in een vlot tempo afgewerkt. Ringrijderij te paard is als steeds weer spannend om bij te wonen. Het touwtrekken, dat tegelijkertijd op een ander terrein plaats vindt, heeft veel belangstelling.
De driebeenenwedstrijd, waarbij dames met de beenen aan elkaar gebonden worden, levert veel gelach. Zandhappen behoort niet tot de uitzonderingen 1 Het zakloopen levert dergelijke tooneeltjes. Pap eten en kussengevechten, mastklimmen en hardloopen met hindernissen wisselen elkaar in een vlot
tempo af. Het publiek hoeft zich niet te vervelen.
De stoelendans te paard is een van de aardigste nummers. Wat wordt er gevochten om een stoeltje.Als besluit is er een hyppisch nummer, waarbij een paar fraaie staaltjes van rijkunst vertoond worden.
Een fleurige versiering, wapperende vlaggen overal, spel, muziek en vroolijke menschen en daarboven de blauwe lucht met een plezierige voorjaarszon, dat is het beeld van Emmeloord op 31 Mei 1945.
De Noordoostpolder, die tijdens de bezettingsjaren zoo’n aandeel had in de verzetsbeweging, heeft het bevrijdingsfeest op een waardige wijze gevierd.
Radio Dokter zorgde ervoor, dat ook de patiënten van het ziekenhuis te Vollenhove hun aandeel in de feestvreugde hadden.

UitslagenOptocht:

  1. „Aan de zee ontrukt” van Van ’t Zet, Marknesse.
  2. „Neptunus” van C. M. de Dreu, Kuinre.
  3.  Baggermolen van afd. Z. Z. W. Blokzijl.

Wedstrijden. (Alleen de hoofdprijzen zijn opgenomen.)
Ringsteken: C. Nooren.
Touwtrekken: ploeg Vollenhove.
Driebeenenwedstrijd : Dames Travaljé en Roorda.
Kussengevechten: Van Putten.
Pap eten: Dames Lonstra en Travaljé.
Zakloopen dames: Mevr. Wemmerhoven-Brens.
Zakloopen heeren : H. Aussink.
Hardloopen met hindernissen heeren: E. Drok.
Hardloopen met hindernissen dames : G. Wind.
Mastklimmen : J. Dijk.
Stoelendans : P. de Olde.

Openbare Leeszaal.

Leeszaal-1968.jpg

1968 – Een stukje poldergeschiedenis, eigenlijk nog heel pril, verdwijnt al weer. Een bij de polderpioniers zeer bekend gebouw in Emmeloord wordt momenteel afgebroken. Het is de openbare leeszaal aan. Het Harmen Visserplein, die ruimte moet maken voor een nieuwe bibliotheek. Het gebouw is niet altijd leeszaal geweest maar is in de loop der tijd gebruikt voor talrijke doeleinden.
De geschiedenis ervan begon in 1942. Toen werd het gebouwd. Het was één van de eerste gebouwen, die in de pas drooggevallen Noord-oostpolder in Emmeloord van de grond kwam. Volgens de Duitsers moest ’t een houten gebouw worden en zeer velen denken ook dat het zo is. Ook de bezetters waren die mening toegedaan. Ze wisten niet
dat binnen de houten buitenkant een stenen muur werd gebouwd, waardoor een hecht bouwwerk ontstond.
Toen het klaar was, werd het ingericht als kantine voor de polderwerkers. De heer W. Tholen, die momenteel het café Tholen aan de Bouwerskamp te Emmeloord beheert, was er de baas.
Voor de ingang stond een tobbe met water en voor de deur lagen radiatoren voor spoelen en afschrapen van de laarzen van de bezoekers. In 1945 werd een gedeelte ervan gevorderd door het ministerie van Justitie voor de behandeling van politieke delinquenten, die hier in de Noordoostpolder in de kampen vertoefden. Ondertussen werd het gebouw tot dorpshuis vermaakt. Die functie had het tot 1948, toen werd het ingericht tot leeszaal door de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. In 1955 kreeg het gebouw de benaming van Openbare Leeszaal en Uitleenbibliotheek. Dit heeft geduurd tot nu. (1968) Momenteel wordt het afgebroken en’ de boeken hebben tijdelijk een plaats gevonden in het Parochiehuis, waar ook de Rooms Katholieke bibliotheek is. Met ingang van 1 april werden deze twee uitleenbibliotheken gecombineerd.

Stuk ‘oud-Emmeloord verdwijnt’

Leeuwarder Courant – 29 feb 1972  (Tekst automatisch gescand:)

Binnen enkele weken komt een einde aan een stukje „historisch Emmeloord”. Het eerste „centrum” van de plaats, het Harmen Visserplein, ondergaat zulke grote veranderingen dat niets er van straks terug te vinden zal zijn. Met het gereedkomen van het stadskantoor zullen het voorlopige houten raadhuis en het daarnaast staande, eveneens houten DX 7 verdwijnen. De fa. Visser uit Sint Nicolaasga die de hele zaak heeft gekocht, zal er wel weg mee weten. Naar we vernamen zijn er al verschillende gegadigden voor gebouwen èn Inventaris.

Het houten raadhuis kwam in 1943 vanuit de Wieringermeer naar Emmeloord, dat toen dorp A heette.
Het werd bureau van de rijkspolitie, tevens distributiekantoor.
In 1949 kwamen de ambtenaren van het openbaar lichaam „de Noordoostelijke Polder” en werd het min of meer officieel tot voorlopig” raadhuis gebombardeerd. De politie verhuisde toen naar het grootste gebouw aan het Harmen Visserplein de zetel van de Directie Wieringermeer, DX 6. DX was de afkorting van Districts-Kantoor. Die waren in de kolonisatieperiode gevestigd in Lemmer (5), Kuinre (4), Vollenhove (3), Ramspol (2) Kampen (1) en Emmeloord 6 en 7.
Alleen DX 7 herinnert nog aan de periode van die districtskantoren, waar de lonen werden berekend en uitbetaald, waar de landbouwkundige opzichters en de ingenieurs vergaderden Kortom, waar de vele activiteiten van de directie plaats hadden. In DX 7 zetelde oorspronkelijk de bouwkundige afdeling van de directie. Na het verdwijnen van DX 6 werd het politiebureau en toen ook de Heilige Hermandad een eigen permanent gebouw betrok, werd er van alles in ondergebracht. Het bureau public relations, de schooladvies en -begeleidingsdienst, afdeling jeugdzaken en de woningbouwvereniging. Al deze diensten gaan nu weer naar elders; de woningbouwvereniging bijvoorbeeld naar kantoren in het flatgebouw Nijenbeek.
Nog deze week wordt met de afbraak van DX 7 begonnen; het raadhuis volgt eind volgende maand. Het archief van het raadhuis is reeds „verhuisd” naar
het stadskantoor. Daarna wordt met de reconstructie van het plein rondom het stadskantoor begonnen.

Een reconstructie, waarin ook de oudste bakkerij van Emmeloord wordt betrokken. Bakkerij Braaksma is aangekocht door de heer J. Westendorp („Japie”) die er zijn van alles en nog wat-kleding in gaat verkopen. De bakkerij wordt vrijwel geheel afgebroken en in een het nieuwe Harmen Visserplein waardige stijl, herbouwd. Het Harmen Visserplein, Emmeloords oudste kern, genoemd naar Harmen Visser die in de bevrijdingsdagen bij Schoterzijl om het leven kwam, zal onherkenbaar veranderen. Het enige dat er nog aan zal herinneren is de nooit goed uit de kluiten gekomen „bevrijdingsboom” voor de gemeentelijke leeszaal. Als die tenminste de vernieuwingsdrang in dit oude stukje Emmeloord overleeft.

Waar komt raadhuis in Emmeloord nu ?

Friese koerier 1964

Waar-komt-het-raadhuis-nu.jpg

EMMELOORD — Het gemeentebestuur Noordoostpolder hield gistermorgen in het raadhuis te Emmeloord een persconferentie, waar de raadhuisplannen werden besproken. Zoals bekend is het raadhuisplan enige tijd geleden aan de orde geweest in de raad, doch is het toen aangehouden omdat de raad alternatieven wenste, wat betreft de plaats van het nieuw te bouwen raadhuis.
Als gevolg hiervan is aandacht besteed aan de plaatsen: de Deel (westzijde), het Harmen Visserplein 3 en het Smedingplein. De laatstgenoemde plaatsen zijn niet bijzonder geschikt voor de bouw van een raadhuis, doch voor de Deel-west is een ontwerp gemaakt, hetwelk de stedenbouwkundig adviseur van de gemeente NOP, prof. ir. S. J. van Embden, een volwaardig plan noemde. Hij blijft er echter bij, dat het eerste plan, dus de bouw van het raadhuis op de Deel-oost, het meest geschikt is.
Op de persconferentie kwam tot uiting dat, indien een raadhuis bij de Poldertoren gebouwd zal worden (de Deel-west), het autobusstation met wachtlokaal zal moeten verdwijnen. Dit zou dan overgebracht moeten worden naar Emmeloord-west. Wanneer de plaatsbepaling van het raadhuis zyn beslag zal hebben gekregen zal het raadhuis, naar verwacht wordt, over vier jaar in gebruik genomen kunnen worden. De bouwkosten zullen tussen de vier en vijf miljoen gulden bedragen.