- Titel: Ontstaan uit zee
- Kunstenaar: Gerrit Bolhuis
- Materiaal: Brons
- plaats: Jonkheer Opperdoes van Alewijnstraat
- Geplaatst: 1962
Ook dit kunstwerk is gerealiseerd dankzij ‘de Percentageregeling beeldende kunst’.
Eén procent van de bouwkosten van een school mocht besteed worden aan een kunstwerk.
Voor kunstwerken bij scholen werden extra eisen gesteld. Zo moest er altijd een link zijn met de Polder. (water, dijken, etc)
Ontstaan uit Zee.
Op wikipedia en de website Nederlandse Kring van Beeldhouwers www.nkvb.nl wordt dit werk overigens ‘jongen met vis‘ genoemd.
De naam ‘Ontstaan uit Zee’ is in Emmeloord ontstaan.
Eén arm triomfantelijk omhoog, de andere arm over zijn hoofd gebogen. De jongeling en de vis rusten op golven.
Het is een overwinning. Zoals de drooggemalen Polder een overwinning is van de mensheid op de zee.
En zoals vele kunstwerken in Noordoostpolder is ook hier een duidelijk link met de circa drie meter die Noordoostpolder onder NAP ligt.
Geheel volgens Gerrit Bolhuis zijn herkenbare stijl van werken heeft hij het ontstaan van de polder verbeeld. Mens en dier, land uit water.
Het beeld, een figuratief bronzen kunstwerk, is onder beheer van het senior College VMBO van het Zuyderzee College.
Begin 2002 is besloten het te verplaatsen van het grasveld naar een meer in het oog springende plaats voor het schoolgebouw. Dit gebeurde ter ere van de opening van het vernieuwde VMBO-gebouw.
Het beeld staat redelijk hoog op z’n sokkel van beton met gewassen grind, waardoor men er makkelijk aan voorbij gaat. De sokkel is 3.10 meter hoog.
November 2014 is het kunstwerk verplaatst van de Nagelerweg naar de Bonifatius MAVO aan de Professor Lorentzstraat.
Zoals meerdere bronzen beelden in Noordoostpolder is ook dit beveiligd met een gps zender.
Over de Kunstenaar
Gerrit Bolhuis (Amsterdam, 23 juni 1907 – aldaar, 19 november 1975) was een Nederlandse beeldhouwer.
Bolhuis volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus en studeerde van 1928 tot 1930 eerst twee jaar tekenkunst en vervolgens van 1930 tot 1934 beeldhouwkunst bij Jan Bronner en Hendrik Adriaan van der Wal aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Hij was de favoriete leerling van Bronner en in 1934 de winnaar van de Prix de Rome. Met het jaargeld van de Prix de Rome verbleef hij met zijn echtgenote, de kunstenares Annetje Meijs, drie jaar in Rome (het Nederlands Historisch Instituut) en in Parijs (het kunstenaarscomplex Cité Fleurie).
Bolhuis vestigde zich na terugkomst in Nederland weer in Amsterdam, waar hij zijn hele leven zou blijven wonen. In 1938 meldde hij zich als lid bij de Amsterdamse afdeling van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers, waar zijn lidmaatschap evenwel werd afgewezen. Zijn afwijzing leidde tot het zogenaamde “Bolhuis-incident”, nadat zeven leden (onder anderen John Rädecker en Han Wezelaar) hun lidmaatschap hadden opgezegd. Uiteindelijk kon Bolhuis toch toetreden en verkreeg hij nog vele opdrachten via de Kring Amsterdam. Hij was de gedoodverfde opvolger voor de positie van Bronner, maar werd in 1947 voor de post gepasseerd.
Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij verzets- en bevrijdingsmonumenten in Winterswijk, Epe, Beverwijk en Amsterdam.
Bolhuis stierf in 1975 en werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam.
In 2009 werd in museum Beelden aan Zee in Scheveningen een overzichtstentoonstelling gewijd aan zijn werk, Gerrit Bolhuis (1907-1975).