Zuiderzeesteunwet
De wet gold voor iedereen die op 25 juli 1918 zijn hoofdmiddel van bestaan had gevonden in de Zuiderzeevisserij. Naast Zuiderzeevisser en wiervisser werden er 25 andere beroepen genoemd: in de scheepsbouw bijvoorbeeld mastenmaker en zeilmaker, in het nettenbedrijf onder andere nettenbreier en taander en in het visverwerkingsbedrijf onder meer visroker en viszouter. Maar ook minder voor de hand liggende beroepen hadden een plaatsje gekregen zoals smid, loodgieter en eendenhouder. Wie werd erkend als belanghebbende kon een aanvraag indienen voor de volgende vormen van steun.
- verstrekken van onderwijs:
kostenvergoeding voor met name nijverheidsonderwijs en beroepsopleidingen, daarnaast eventueel tijdelijk een toelage wegens derving van inkomsten. - maatregelen ter verkrijging van een werkkring:
voorlichting en hulp bij het verplaatsen of omvormen van het eigen bedrijf of bij het zoeken van werk buiten het eigen bedrijf;
vergoeding van kosten die gemaakt worden om werk te krijgen (o.a. reiskosten, verhuiskosten, gereedschap en van kleding ter vervanging van visserijkleding ‘indien te verwachten is dat het dragen daarvan in de nieuwe werkkring op bezwaren zal stuiten’
toeslag op het loon om het gaan werken elders te vergemakkelijken, uiterlijk gedurende 6 weken. - tegemoetkoming wegens waardevermindering eigendommen (toegevoegd in 1931):
de waardevermindering van boot, netten en gebouwen was het verschil tussen de waarde die de eigendommen hadden gehad als de Zuiderzee niet zou zijn afgesloten en de werkelijke waarde na de afsluiting bij openbare verkoop. - kredietverlening:
bestemd voor voortzetting, verplaatsing of omvorming van het bedrijf. - voorkeursbehandeling bij verstrekken vergunningen voor visserij op het afgesloten deel van de Zuiderzee.
- geldelijke tegemoetkoming voor het levensonderhoud: ten hoogste het (genormeerd) bedrag aan inkomensderving dat werd veroorzaakt door de afsluiting, na aftrek van eigen inkomsten.
De uitvoering van de wet lag vanaf 1925 in handen van een Generale Commissie. In 1932 werd een afzonderlijk ambtenarenapparaat opgericht, de Rijksdienst ter uitvoering van de Zuiderzeesteunwet.