Vroeger was er de percentageregeling. Dat hield in dat bij de bouw van een school of overheidsgebouw 1% van de bouwkosten mocht worden besteed aan kunst.
Dit gebouw is van 1961 maar het heeft 20 jaar geduurd voordat ze iets van dat geld gingen kopen.
De kunstenaar Jan Kip werd gevraagd.
De opdracht luidde: ”maak een een werk waarin het symbool van de christelijke school verwerkt zit. Reden voor de kunstenaar om te kiezen voor een vis, Ichthus. (ἰχθύς )
Vrij vertaald geeft Ichthus de woorden Jezus, Christus, Gods, zoon, redder.
Aan het kunstwerk zijn een drietal stromen of golven te zien, die in de eerste plaats doen denken aan het verleden van de polder, maar die verder de drie stromingen van de school aangeven: de leerling, het personeel en het bestuur.
Deze kolos staat hier al een tijdje. Vanaf 1996.
Je versleept hem ook niet zomaar, het gevaarte weegt 9000 kilo.
Het is abstract. Het stelt dus niets voor, zeggen we dan. Dat valt nooit bij iedereen in de smaak. Abstracte kunst. Toch wordt dit kunstwerk alom geliefd. Dat zoiets € 30.000 heeft gekost, daar hebben we het dan niet over.
Het heet ‘zandkorrel’, maar veel mensen noemen het ‘het ei’.
Bert van Loo refereert met deze zandkorrel aan de ontstaansgeschiedenis van land, en dus met name dit nieuwe land.
Bij slecht weer sluit het kunstwerk zich en wordt een zware massa. Maar bij zonnig weer gaat hij open, lijkt los van de grond te komen, zweven. Het is een afwisseling van massa en licht.
De ondertitel van dit kunstwerk is dan ook :
‘het gewicht van licht’.
In 1969 is de openbare leeszaal Noordoostpolder gebouwd.
Vervolgens werd de kunstenaar Theo van der Nahmer benaderd voor het maken van een passend kunstwerk.
Theo van der Nahmer (1917 – 1989) was een groot liefhebber van de boeken en illustraties van Dirkje Kuik.
Dit kunstwerk toont duidelijk dat hij zich door hem heeft laten inspireren.
Deze vreemde vogel toont gelijkenissen met de illustraties uit de boeken van Dirkje Kuik en ook in een van de boeken van Kuik wordt een personage veelvuldig getypeerd als ‘vreemde vogel’.
Theo van de Nahmer heeft het kunstwerk eerst geboetseerd en vervolgens in brons gegoten.
Die schrijver Dirkje Kuik kwam uit Utrecht.
Hij werd geboren als William Kuik, maar na een gender-operatie ging hij als vrouw verder door het leven onder de naam Dirkje.
Strange bird
by: Theo van der Nahmer (1971)
The public library of Emmeloord is built in 1969.
The artist Theo van der Nahmer was asked to create a suitable artwork.
Theo van der Nahmer (1917 – 1989) was a great fan of the books and illustrations by Dirkje Kuik.
This artwork clearly shows that he was inspired by him.
Not only this strange bird shows similarities with the illustrations from the books by Dirkje Kuik, also a character typified as “strange bird” is in one of Kuik’s books.
Theo van de Nahmer first molded the artwork in clay and then cast it into bronze.
The writer Dirkje Kuik lived in Utrecht. He was born as William Kuik, but after a gender operation he continued to live as a woman under the name Dirkje.
Nu staat hier het kunstwerk VIS, maar er stond een paard op deze sokkel.
Dat paard is door de gemeente naar het centrum verplaatst omdat het nieuwe parkeerterrein aan de Noordzijde de naam ‘paardenmarkt’ kreeg. De bewoners van deze wijk, die overigens nooit erg blij waren met dat paard, protesteerden luid. De gemeente trok het zich aan.
Het bedrag dat de gemeente had uitgetrokken voor de sloop van deze sokkel mocht het wijkplatform besteden aan een nieuw kunstwerk.
Naast de kunstenaar leverden verschillende bedrijven een bijdrage en organiseerde scholieren een gedichtenwedstrijd, waarvan de haiku is geplaatst.
Een haiku is een vorm van Japanse dichtkunst, geschreven in drie regels waarvan de eerste regel 5, de tweede regel 7 en de derde regel weer 5 lettergrepen telt.
Het kunstwerk is gemaakt van cortènstaal. Dat is een ijzersoort waaraan fosfor en koper is toegevoegd. Daardoor ontstaat een oxidelaag (roest) die het ondergelegen materiaal beschermd en het roestproces stopt. De prachtige bruine roestkleur geeft een kunstwerk zijn karakteristieke uitstraling.
Platte metalen platen. Vel oranje. En open. Dat zijn de belangrijkste karakteristieken van dit kunstwerk. En het lijkt dat je het hele kunstwerk weer kan opvouwen tot één grote plaat van 3 bij 3 meter.
Een typisch spanningsveld dat Cyril Lixenberg vaker weet op te roepen. Driedimensionaal en toch vlak.
Haaks en net niet haaks. Recht en scheef.
In veel van zijn werken herken je tegenstellingen, zoals ‘goed en kwaad‘ en ‘positief en negatief‘, maar dus ook deze ‘tegenvormen‘
Zo staat in Emmeloord de Vierkantela en in Biddinghuizen de Cirkantela, er weer ergens anders de Driekantela.
Als je het niet mooi vind, mag je blij zijn dat je niet in Dronten woont. Daar hebben ze 26 werken staan van Cyril Lixenberg.
Het is een metaalplastiek van fel oranje geverfd staal, een door de kunstenaar en schilder Harmen Abma voorgeschreven kleur.
Een spannend geometrische vorm zonder speciale betekenis.
De onthulling vond plaatst ter gelegenheid van een bezoek van een delegatie uit het Noorse Ringerieke, waarmee de NOP al jarenlang een goede relatie onderhield.
De acht verdiepingen hoge flat Toutenburgh lijkt omarmd te worden door deze opengeklapte cirkel. De serviceflat Toutenburgh stamt uit 1975 en dankt zijn naam aan het middeleeuws kasteel op Vollenhove, waar nu alleen nog de ruïne van resteert.
It’s an artwork of bright orange painted steel, a color prescribed by the artist and painter Harmen Abma.
An exciting geometric shape with no special meaning. Such art is named “minimal art”.
The Toutenburgh flat behind it seems to be embraced by this unfolded circle. The service flat is build in 1975 and owes its name to the medieval castle on Vollenhove, of which only the ruins remains.
Deze begraafplaats naar ontwerp van tuinarchitect Mien Ruys, is in 2000 flink uitgebreid. Toen is naast dit kunstwerk ook de prachtige berceau aangelegd. Deze loofgang die begroeid is met witte regen geeft een licht-donker beleving en symboliseert de overgang van het leven naar de dood.
In onze cultuur richten wij bij ieder graf een rechtopstaande steen op. Toch, als je nu over al die stenen heen kijkt wordt het horizontale beeld dominant. Al die zerken zijn eigenlijk ongeveer even hoog.
Daarom wilde de kunstenaar een hoog verticaal element wat niet zwaarmoedig de grond in zakt, maar opstijgt en lucht geeft.
Het moet de opgesloten mensen er uit kunnen tillen.
De maatgeving spiegelt de kunstenaar naar de menselijke maat. Niet groots en imposant, maar ongeveer manshoog, de breedte is een el, de vlakken zijn één hand lang en breed, en die kleine rondjes zijn ongeveer een duimnagel groot.
De kolom, een stele, ruw en onbewerkt, waar een doek omheen geslagen is, glad en gepolijst, is uit één stuk impala graniet gemaakt en is 3000 kilo zwaar. De ruwe steen die uitsteekt, vraagt om aanraking. En dat wil de kunstenaar ook. Hij heeft al één stukje glad gepolijst. Aan u de rest.
Het woord tors is afgeleid van het Italiaanse woord torso. In de beeldhouwkunst is het vaak een klassiek beeld van een lichaam zonder ledematen, alleen met aanzetten van armen en benen en meestal zonder hoofd. Zo’n oud Romeins beeld kan natuurlijk ook in de loop der jaren zo beschadigd zijn, dat alleen de tors overgebleven is.
Henny Zandjans koos voor een tors met hoofd. In 1998 mocht hij een tentoonstelling houden in het gemeentehuis. Het cultuurfonds van de gemeente vond het werk zo interessant dat ze deze heeft aangekocht.
Het beeld is in brons gegoten en daarna gepolijst. De zwarte kleur komt omdat de kunstenaar het heeft gepatineerd. Door chemische vloeistoffen ontstaat een corrosielaagje. We noemen dat ook wel edelroest. Die laag beschermd het beeld.
Als voorstudie heeft Henny Zandjans een klein torsje van 14 cm gemaakt, waarvan 75 exemplaren gegoten zijn en nog wel eens opduiken op verkoopsites. Voor de echte liefhebber.
Je moet er van houden. En dat deed Wim van Doorschodt. Hij laat het zelf omschrijven als geometrisch abstract. Een afgezaagde boomstam.
Hij heeft eerst een gietmal gemaakt en deze toen volgegoten met beton. Vervolgens is hij die mal net zolang gaan schudden en schokken, totdat alle luchtbelletjes eruit waren. Dan krijg je mooi glad en sterk beton. Superbeton.
Met hetzelfde procedé zijn de landbouwschuren in de Noordoostpolder gemaakt.
Daarom heten die ook ‘Schokbeton’ schuren.
Een figuratief beeld, niet abstract, je ziet wat het voorstelt.
Maar wel geabstraheerd, er is veel aan detail weggelaten.
Hier wordt een jongen en een meisje uitgebeeld, die hand in hand voor de Triangel staan. Het werk is gemaakt van tempex, piepschuim dus, waarover een laag kunsthars is aangebracht. Daarna is de kunsthars met de hand geschuurd en bewerkt.
Dat maakt het beeld niet echt onverwoestbaar. Kwetsbaar zelfs.
In maart 1982 was de toestand zo erbarmelijk dat het helemaal gereviseerd moest worden.
Jammer als het beschadigd, maar het is geen Rembrandt.
Het is een kunstwerk die in de tuin van een school staat. In de openbare ruimte. Wat kan je verwachten ?
Paard. Da’s duidelijk. De kunstenaar Arthur Spronken gaf het zelf de naam Paardetors, en volgens de huidige spellingsregels zou dat nu paardentors met een tussen-n moeten zijn.
Het dier stond eerst in de wijk de Zuidert, maar nu hier toepasselijk op de paardenmarkt. Toen Emmeloord in de jaren ’40 ontworpen werd was hier de paardenmarkt gepland.
Maar de boeren kochten al snel trekkers ten koste van het paard.
Arthur Spronken heeft veel meer paardentorso’s gemaakt. Soms heel bijzondere gewrochten. Toen de wethouder dan ook een bezoekje bracht aan zijn atelier schrok hij wel. Het paard had geen staart. Na lang aanhouden wist hij de kunstenaar te bewegen; het dier kreeg een staart. Beetje kort, maar toch ….
Wie betaald, die bepaald ? Nee, gewoon een poldermodel paard.
In 1960 is deze school geopend. De weduwe van prof. Ter Veen, hij was de voorzitter van de Zuiderzeevereniging, was daarbij aanwezig.
En omdat iedere school één procent van de bouwkosten mocht besteden aan kunst, stond er meteen ook dit opvallende kunstwerk.
In het Algemeen Handelsblad van 1960 stond te lezen: ‘een betonplastiek, een springend paard, dat voor het gebouw is opgesteld, werd vervaardigd door de heer J. de Baat te Amsterdam.
Er is wat verwarring over de naam: Springend paard, gewoon ‘Paard’ of volgens Wikipedia ‘het paard Pegasus’, maar ach, what’s in a name.
Jan de Baat heeft meerdere paarden gebeeldhouwd. Zijn beroemdste paard is ‘Het Peerd van Ome Loeks’. Die staat voor het centraal station in Groningen. Later heeft hij zich gedistantieerd van dat werk, omdat hij het te figuratief vond. Te herkenbaar.
Nou, dat geldt ook voor dit werk. Ik kan er niets anders van maken.
Deze wijk en dus ook het aanbod van de kunst komt uit de tijd dat de BKR regeling van kracht was. Dat was een rijksregeling die ervoor zorgde dat kunstenaars van een basisinkomen werden gegarandeerd. Toen die regeling in 1987 weer verviel, belande veel kunstenaars in de bijstand.
Het is een brok gegoten beton die aan de buitenkant is bedekt met platen staal. Een staal legering met wat extra koper en fosfor, zodat het mooi gaat roesten. Cortenstaal.
Omdat Ben Schildkamp het kunstwerk de naam ‘Openvallende steen’ heeft gegeven, is het geen abstract werk meer. Het stelt iets voor.
Een beeldhouwwerk die een zekere spanning opbouwt. Hij dreigt ogenschijnlijk om te vallen of verder te scheuren. Er is iets mee.
Nel van Lith is beeldhouwster die het liefst met hamer en beitel gaat hakken in natuursteen. Het stevige stoere werk.
En vaak zweeft haar werk tussen het realisme en abstract.
Hier een oudere vrouw en haar man die dicht tegen elkaar aanstaan, in elkaar vervloeien. Met vlakken en facetten maar toch een duidelijk figuratief beeld.
Dit beeld was gehakt uit marmer.
Maar die marmersoort was niet gegarandeerd winterhard.
Vandaar dat het origineel bij haar thuis staat en dat ze een bronzen afgietsel heeft laten maken.
En die staat hier.
Ook dit kunstwerk is gerealiseerd dankzij ‘de Percentageregeling beeldende kunst’.
Eén procent van de bouwkosten van een overheidsgebouw of school mocht besteed worden aan een kunstwerk. Voor kunstwerken bij scholen werden wel wat extra eisen gesteld. Zo moest er altijd een link zijn met de Polder. (water, dijken, etc) Die regel is gestart in 1961 en heeft landelijk al meer dan 2500 kunstwerken opgeleverd.
Op wikipedia wordt dit werk overigens ‘jongen met vis‘ genoemd.
De naam ‘Ontstaan uit Zee’ is in Emmeloord ontstaan.
De jongen en de vis rusten op golven.
Het is een overwinning. Zoals de drooggemalen polder een overwinning op de zee is.
En zoals vele kunstwerken in Noordoostpolder is ook hier een duidelijk link met de circa drie meter die Noordoostpolder onder NAP ligt.
Het beeld stond vroeger bij de lagere technische school aan de Nagelerweg.
Nagels. Spijkers zeggen we tegenwoordig. Dat is hetzelfde.
Nagels zijn gemaakt van een stukje staaldraad. Vandaar de naam draadnagels.Je kan er iets mee vastnagelen.
Geen roestvrijstalen nagels. Das duidelijk. Ze zijn flink verroest en dat was ook de bedoeling. De kunstenaar kiest een staal-legering met wat extra fosfor en koper. Cortenstaal. Dat gaat meteen roesten en die oxidelaag beschermd dan het materiaal. En het ziet er stoer uit.
Tijdens een tentoonstelling van Chris Verbeek in het gemeentehuis in Emmeloord (1995) konden ‘de Nagels’ vanwege zijn afmetingen niet binnen staan.
Ze werden daarom buiten opgesteld.
Bij het afbreken van de tentoonstelling bleven de Nagels staan, omdat ze anders toch bij Chris op het erf werden opgeslagen.
Een jaar later, ze stonden nog steeds bij het gemeentehuis voor de deur, heeft de gemeente ze maar gekocht.
In de plaatselijke krant van 1965 stond te lezen: Centrum Emmeloord verfraaid met kunstwerk
De rundveefok- en kontrôlevereniging Noordoostpolder
heeft in een algemene vergadering besloten om ƒ4000,– van het batig saldo te bestemmen voor de aankoop van een kunstwerk.
De Noordoostpolder is toch altijd een agrarisch toneel gebleven.
Op De Deel stonden de twee kantoorpanden. Tussen dit Landbouwhuis en de Nederlandse Algemene Keuringsdienst kwam een vijver met daarin dit kunstwerk van Auguste Manche.
Nu staat op de Deel het appartementencomplex Het AanDeel en ook het oude landbouwhuis gaat straks wijken voor nieuwbouw. Daarom is dit kunstwerk verplaatst naar Park West. Wel weer in het water.
Het is zolang geleden, dat de naam van dit bronzen kunstwerk niet eens meer te achterhalen is
‘Man en vrouw,’ dat is zeker maar dan , ‘in de zon’, ‘wijzend naar de zon’, of ‘kijkend naar de zon’. het is niet meer bekend.
Het was de tijd voor de QR-codes, da’s duidelijk.
Kunst. Maar toch een kopie. Een replica.
Hier op de Deel stonden vroeger vier granieten leeuwen.
Statig en monumentaal. Hadden we cadeau gekregen van Amsterdam.
Maar Emmeloord heeft er wat slordig mee omgesprongen.
Nu staan er twee van dat viertal aan de Meldestraat en twee in Kraggenburg.
Toen de Poldertoren en dit plein een grote opknapbeurt kreeg, wilde de bevolking graag die leeuwen weer op deze oude plek. Maar dat ging niet door. Dat wilde Kraggenburg en de Meldestraat niet.
Dus maakte een kunstenaar een mal van één van de leeuwen en heeft daar 4 nieuwe zwarte leeuwen van gemaakt. Lion Noir. Iedereen blij.
In 2013 wilde Amsterdam graag de leeuwen terug.
Onbespreekbaar natuurlijk. ‘Eens gegeven, blijft gegeven’.
“Mogen wij die mal dan even lenen ?”
En nu staan ook daar weer vier replica’s.
Het is een heel fokprogramma geworden.
These lions are copies, replicas. The originals, four granite lions used to stand here on De Deel.
They were a gift from Amsterdam to the ‘New Land North East Polder’, in the late ’40th.
But after some decades, Emmeloord handled the animals carelessly. We neglected them.
Now two of them are placed in the village Kraggenburg and the other two somewhere else in Emmeloord.
When the Poldertoren and this square got a major update, the people of Emmeloord wanted back their famous lions.
‘That will not happen’, replied Kraggenburg.
So an artist made a mold (template) of one of the lions and created 4 new black lions. Called: Lion Noir. Everybody happy.
In 2013, Amsterdam wanted back the original lions.
No chance. “Once given, remains given.”
“Can we than please borrow the mold, the template?”
And so Amsterdam now has also got four replicas.
Dit paneel is 6,5 meter hoog en 2,8 meter breed.
Computergestuurde (LED)lampjes laten het continue van kleur veranderen.
Het is gemaakt van roestvrij staal en is daarna ge-glasparelstraald voor een matte uitstraling.
Omdat het paneel niet helemaal goed werkt, krijgt het binnenkort(2021) een opknapbeurt.
Achter in de winkelstraat, op het Kettingplein staat nog een lichtkunstwerk van Herman Kuijer. Met deze twee kunstwerken wilde de gemeente Noordoostpolder in 2011 de ambitie voor het nieuwe stadshart aantonen.
Maar dat werd niets. Het heeft tot 2019 geduurd voordat het centrum van Emmeloord de ware facelift heeft gekregen.
Je moet er even op wachten, maar dan heb je ook wat.
Maar het kunstwerk staat hier fraai op een drielandenpunt.
Het verbind met zijn lampjes visueel de Beursstraat, de Lange Nering en het net opgeknapte centrumplein De Deel.
Dit zijn vijf ruimtelijke geometrische vormen. Dat zijn vormen, die je met behulp van passer en liniaal kunt construeren. Drie dimensionaal,
Het is gemaakt van RVS en is geglasparelstraald voor een matte uitstraling.
U zou het eigenlijk in de avond moeten bekijken. Het kunstwerk is namelijk van binnen uit verlicht. Ledverlichting, door de computer aangestuurd. Het kleurbeeld wisselt permanent.
Herman Kuijer heeft het kunstwerk geen naam gegeven. Dat laat hij liever over aan de bevolking.
Kuijer: “Kunst moet leven; daar moet over gepraat worden. Mensen kunnen een eigen invulling geven aan het object. Een naam komt vanzelf wel.”
De leeuwen, er zijn er vier, zijn eind negentiende eeuw gemaakt door Bart van Hoven en flankeerden het Merwedekanaal bij Zeeburg (Amsterdam).
Toen ze daar in 1942 in de weg stonden zijn ze aan de Noordoostpolder gegeven. Ons eerste kunstwerk, die bij het 10 jaar bestaan van de NOP rond het centrumplein werden geplaatst.
Toen ze ook daar in de weg begonnen te staan, zijn de dieren jarenlang ernstig verwaarloosd. Nu staan er twee exemplaren aan de Meldestraat en twee in Kraggenburg.
De leeuwen zijn 2 x 2 setjes. Linkerpoot over de rechterpoot en andersom.
Rond 2010 kreeg het centrumplein van Emmeloord een opknapbeurt en zag men graag de leeuwen terugkeren. Na luid protest van Kraggenburg en de Meldestraat is er een mal gemaakt en staan er nu vier replica’s rond de Poldertoren.
Rond 2013 wilde Amsterdam de leeuwen graag terug. Omdat dat onbespreekbaar was, hebben ook zij met dezelfde mal opnieuw vier replica’s gemaakt.
Een uiterst gedetailleerd verslag van dit leeuwen-fokprogramma vind u hier.
Lions
The lions, there are four of them, were made by Bart van Hoven at the end of the nineteenth century and flanked the Merwede canal near Zeeburg (Amsterdam).
In 1942 they got in the way and were given to the Noordoostpolder. Our first artwork wich we placed around the central square at the 10th anniversary of the NOP.
When they were also here geting in the way, we neglected the animals for many years.
Now you can find two of the rehabilitated lions on the Meldestreet and two in Kraggenburg.
The lions are 2 × 2 sets. Left leg over the right leg and vice versa.
When around 2010 the center square of Emmeloord was given a makeover, people wanted to see back the lions. A mold has made and now there are four replicas around the Poldertoren.
Around 2013 Amsterdam wanted back there lions. When that was no option, they also made four replicas with the same mold.
Bij struisvogels denkt men al snel: die steken hun kop in het zand. Maar daar klopt niks van. Dat doen die beesten niet. Echt onzin.
Zoals hier afgebeeld is wel een natuurlijke houding van die vogels. De kop plat op grond. Eten verzamelen. Gras, zaden vruchten en insecten.
Prachtig neergezet.
In dit park is een kunstroute gemaakt. Het is een project van de gemeente, samen met kinderen van de St. Josephschool. Een wandeling langs kleine objecten, huisje, boompje, beestje. Kunst op kniehoogte.
In 2008 was het paniek onder de dieren. Dieven in de nacht ontvreemden een aantal bronzen beelden. Een haan, een boomkikker, een vos en een zeehond. Het waren vast geen dierenvrienden.
De gemeente heeft het weer aangevuld. Maar het park huilt er nog steeds om. Barbaren.
Twee struisvogels – Kop in ‘t zand – Greet Grottendieck
Zowel de naam als de vorm heeft een duidelijke link met het zwembad hierachter. Het staat hier buiten, maar binnen had het ook niet misstaan.
Het zijn drie dikke betonnen zuilen met daar bovenop ‘wuivende golven’
Op het beton heeft Renate Vincken keramiek aangebracht.
Keramiek is een verzamelnaam voor alle voorwerpen die van gebakken klei zijn gemaakt.
In 2012 is het geheel een metertje verplaatst. Dat moest vanwege de inrit van de nieuwe sporthal.
De panelen waren bedoeld voor het politiebureau van Emmeloord.
De kunstenaar Jo Pessink gaf de panelen de titel mee: ‘het alziend oog van de politie’.
Na de opening van het politiebureau stond in de krant:
‘Namens het personeel bood brigadier A. N. Schoolmeester een glasapplicaat aan, vervaardigd door de Deventer kunstschilder J. Pessink. Het wordt in de hal aangebracht.’
De panelen zijn daar echter om onduidelijke redenen nooit geplaatst.
Een jaar later (1968) werd deze bibliotheek geopend. En hier staan ze.
Heeft u ook wel eens een cadeautje doorgeschoven ….. ?
De kunstenaar was in de jaren ’60 erg gewijd aan het oude Griekenland.
De fluitspeler blaast op een dubbelfluit. Een dubbelfluit of aulos is een oud Grieks blaasinstrument, in het Latijn tibia genoemd.
In Tilburg staat trouwens het broertje van dit kunstwerk, de liggende fluitspeler.
Het beeld staat tegenwoordig voor het nieuwe B-gebouw van het Zuyderzee Lyceum. Hier komen de ‘brugpiepers’ en met de zittende fluitspeler is het thema van dit gebouw; ‘fluitend de toekomst tegemoet’
Leuk te weten is het Tibias project.
Luxe appartementen die aan het eind van deze straat gebouwd zijn op de plaats van de gesloopte Kohnstamm-MAVO.
Dit beeld stond jarenlang op de bouwplaats.
De namen van de appartementengebouwen gebouwen zijn:
Fagot, Piccolo, Klarinet en Tibias (Tibia)
Dit koperen kunstwerk is in 1953 geplaatst, maar aan de andere kant van dit gebouw, namelijk boven de ingang van theater en schouwburg ‘t Voorhuys. En eigenlijk hoort het daar ook.
Het kon gekocht worden dankzij de éénnprocentsregeling. Dat was een rijksregeling die bepaalde dat bij de bouw van een overheidsgebouw 1 tot 2 procent van de bouwkosten mocht worden besteed aan kunst. Wel kunst die bij de functie van het gebouw paste. Dus denk aan glas-in-lood ramen voor kerken en muurreliefs bij scholen. En als het enigszins mogelijk was positieve kunst. Het was de wederopbouwtijd na de oorlog.
Dus om bij het theater te blijven : Dit zijn drie muzen. Muzen zijn volgens Griekse sagen de dochters van Zeus en zijn de godinnen van de kunsten.
Jan Bons heeft 3 van de 9 godinnen uitgebeeld die hier toepasselijk op de schouwburg staan.
links – Terpsichore – de muze van de dans en zij is de beschermvrouwe van het koor
midden – Euterpe – de godin van het fluitspel
rechts – Erato – de muze van de hymne, het lied en de lyriek.
Zij begeleid zichzelf hier op de gitaar.
Een duidelijk figuratief beeld. Je ziet meteen wat het voorstelt.
De patiënt is weer gezond en verlaat het ziekenhuis. De arts achter hem begeleid hem naar zijn vrouw, die hem met beide handen welkom heet.
En ook de hond springt enthousiast op tegen zijn baasje. Thuiskomst.
De kunstenaar is Teun Roosenburg, een zoon van de beroemde architect Dirk Roosenburg die onder andere de drie gemalen van Noordoostpolder heeft ontworpen.
Dit ziekenhuis achter u is van 1964, dit kunstwerk ook.
Onlosmakelijk verbonden.
Maar er zijn plannen met dit gebouw.
Ook spannend voor dit kunstwerk. Wat zou u er dan mee doen?
Eerst stond hier een andere ballerina. Een werk van dezelfde kunstenaar Jan de Graaf.
Maar tot grote ontsteltenis van Emmeloord is zei in de nacht van 8 op 9 januari 2011 gestolen !
Vanwege haar schoonheid ? Ik ben bang voor de prijs. Brons is duur, maar zonder echtheidscertificaat levert het echt een schijntje op.
De trieste aanblik van de kale sokkel deed de gemeente op zoek gaan naar een nieuw beeld.
Uit de ballerina serie van Jan de Graaf bleek nog één beeldje verkrijgbaar te zijn. Wat een geluk.
Dit beeldje, dezelfde danseres maar in een andere pose, met de armen langs het lijf in plaats van geheven boven het hoofd, is op een nieuwe, verzwaarde sokkel gezet.
Voorzien van extra verankering en een elektronische gps alarmering waardoor diefstal een stuk moeilijker wordt.
Toch een beetje weemoed naar de eerste liefde ?
Zeg nou zelf.
Pieter Kooistra (1922 – 1998) was een kunstenaar uit Tiel en zeer sociaal betrokken. Hij was oprichter van de stichting “Uno-inkomen”, waarschijnlijk de allereerste organisatie die pleitte voor een wereldwijd basisinkomen.
Hij had opdracht gekregen om bij de schouwburg in Tiel een kunstwerk te plaatsen. Hij rekende uit dat hij voor dat geld wel twaalf beelden kon maken. Al snel werd duidelijk dat het maken van twaalf beelden voor de prijs van één technisch slecht uitpakt: één beeld werd van zijn sokkel gereden, een ander viel om tijdens een storm.
In 1980 waren er nog maar vier beelden intact.
Emmeloord heeft hiervan nu één staan.
Het lijkt een loei-zwaar massief betonnen object, maar dat is het niet. De binnenkant is gemaakt van tempex, piepschuim dus. Daaromheen is een dun laagje beton gespoten. Maar dat maakt het wel keihard.
En wat is het. Het zit tussen figuratief of abstract in.
Het is geabstraheerd. Dat is van een herkenbaar beeld een minder herkenbaar of zelfs een non-figuratief beeld maken.
Je ziet er in basis een mens in. Een vrouw, lang haar, het hoofd achterover in de nek. Maar abstraheren is het spel van weglaten. Alleen het mollige en wulpse spel blijft over.
Het heet ‘Aarde en water’. En wat stelt het voor?
Een vrouw. Een blote vrouw. Beetje mollig, beetje voluptueus met lekkere rondingen en gladde aaibare vormen. Daar hield de kunstenaar Nic Jonk van.
Ze zit hier op een vis die opduikt uit het water en ze draagt een vlam.
Een beetje fantasie gebruiken natuurlijk.
De kunstenaar doelt hier op Gaia, de Griekse godin van de natuur.
Nic Jonk heeft meerdere vergelijkbare exemplaren van dit beeld gemaakt. Ze staan in Emmen , Katwijk, de Keukenhof en in Venlo. Soms met de naam Aarde en Water, soms land, water en vuur, maar altijd de oerelementen.
Het kunstwerk was een geschenk van de Rabobank na een fusie van de Raiffeisenbank en Boerenleenbank, twee grote spelers in de beginjaren van de Noordoostpolder. Het kunstwerk stond daarom ook eerder tegenover de bank, op De Deel.
This work of art is called ‘Earth and water’.
And what does it represent?
A woman. A naked woman. A bit plump, a bit voluptuous with nice curves and smooth, cuddly shapes. The artist Nic Jonk loved that.
Here she is sitting on a fish that emerges from the water and she is carrying a flame.
Use a little imagination of course.
The artist is referring here to Gaia, the Greek goddess of nature.
Nic Jonk has made several similar copies of this statue. They are located in Emmen, Katwijk, the Keukenhof and in Venlo. Sometimes called Earth and Water, sometimes land, water and fire, but always the primordial elements.
The work of art was a gift from Rabobank following a merger of Raiffeisenbank and Boerenleenbank, two major players in the early years of the Noordoostpolder. The work of art was therefore previously located opposite the bench, on the center court De Deel.
Dieses Kunstwerk trägt den Titel „Erde und Wasser“.
Und was stellt es dar?
Eine Frau. Eine nackte Frau. Ein bisschen rundlich, ein bisschen üppig mit schönen Kurven und glatten, anschmiegsamen Formen. Dem Künstler Nic Jonk gefiel das.
Hier sitzt sie auf einem Fisch, der aus dem Wasser auftaucht, und trägt eine Flamme.
Benutzen Sie natürlich ein wenig Fantasie.
Der Künstler bezieht sich hier auf Gaia, die griechische Göttin der Natur.
Nic Jonk hat mehrere ähnliche Kopien dieser Statue angefertigt. Sie befinden sich in Emmen, Katwijk, im Keukenhof und in Venlo. Manchmal Erde und Wasser genannt, manchmal Land, Wasser und Feuer, aber immer die Urelemente.
Das Kunstwerk war ein Geschenk der Rabobank nach einer Fusion der Raiffeisenbank und der Boerenleenbank, zwei wichtigen Akteuren in den Anfangsjahren des Noordoostpolders. Das Kunstwerk befand sich daher zuvor gegenüber der Bank, auf dem zentralen Platz De Deel.
Wat is het
Het is een non-figuratief plastiek, dat betekent: zonder een herkenbare voorstelling.
De kunstenaar Hans Petri zegt er zelf van : “het stelt voor wat de beschouwer er in ziet”. Dus daar zijn we dan klaar mee.
Waarom staat het hier
Dat gebouw hier voor u, dat mooie witte appartementencomplex Residence De Deel was vroeger het domeinkantoor. Het rijk beheerde hier de huur van de boerderijen, de pacht van het land, de arbeiderswoningen en de landbouwschuren.
En bij de bouw van een overheidskantoor mocht 1 % van de bouwkosten besteed worden aan kunst.
Waarom heet het zo
In 1942 viel de polder droog.
In 1962 werd de gemeente Noordoostpolder geïnstalleerd en kregen wij onze eerste burgemeester.
We vielen toen nog onder de provincie Overijssel.
Dit beeld is een cadeautje van het bedrijf Van Egteren uit Hasselt, die in de Noordoostpolder wel 2000 Vaneg-woningen mocht bouwen.
De kunstenaar is er ongeveer twee maanden mee bezig geweest en, zoals hij zelf zegt: “het stelt helemaal niets voor”.
Waarom hij het speelse beeld de naam ’t Koninkje heeft gegeven?
“Och, dat kwam omdat een vroeger buurmeisje van mij in Emmeloord het ding zo noemde. En zo is het gebleven.”
De leeuwen, er zijn er vier, zijn eind negentiende eeuw gemaakt door Bart van Hove en flankeerden het Merwedekanaal bij Zeeburg (Amsterdam).
Toen ze in 1942 daar in Amsterdam in de weg stonden zijn ze eind jaren ’40 aan de Noordoostpolder gegeven. Ons eerste kunstwerk, die bij het 10 jaar bestaan van de NOP rond het centrumplein werden geplaatst.
Toen ze ook daar in de weg begonnen te staan, zijn de dieren jarenlang ernstig verwaarloosd. Nu staan er twee exemplaren aan de Meldestraat en twee in Kraggenburg.
De leeuwen zijn 2 x 2 setjes. Linkerpoot over de rechterpoot en andersom.
Rond 2010 kreeg het centrumplein van Emmeloord een opknapbeurt en zag men graag de leeuwen terugkeren. Na luid protest van Kraggenburg en de Meldestraat is er een mal gemaakt en staan er nu vier replica’s rond de Poldertoren.
Rond 2013 wilde Amsterdam de leeuwen graag terug. Omdat dat onbespreekbaar was, hebben ook zij met dezelfde mal opnieuw vier replica’s gemaakt.
Een uiterst gedetailleerd verslag van dit leeuwen-fokprogramma vindt u hier.
Lions
The lions, there are four of them, were made by Bart van Hoven at the end of the nineteenth century and flanked the Merwede canal near Zeeburg (Amsterdam).
In 1942 they got in the way and were given to the Noordoostpolder. Our first artwork wich we placed around the central square at the 10th anniversary of the NOP.
When they were also here geting in the way, we neglected the animals for many years.
Now you can find two of the rehabilitated lions on the Meldestreet and two in Kraggenburg.
The lions are 2 × 2 sets. Left leg over the right leg and vice versa.
When around 2010 the center square of Emmeloord was given a makeover, people wanted to see back the lions. A mold has made and now there are four replicas around the Poldertoren.
Around 2013 Amsterdam wanted back there lions. When that was no option, they also made four replicas with the same mold.
Het uitgangspunt voor dit beeld is de knop van een plant.
Vanuit het straatvlak rijst een knop op die nog moet ontwaken.
In de grond vind je de fossiele knop, de oervorm terug, als tegenovergestelde van het bovengrondse deel.
Een fossiel is een in de aarde aangetroffen versteend dier, plant of een versteende afdruk daarvan. In de voormalige Zuiderzeebodem worden veel fossielen gevonden. Vaak versteende schelpen.
Beide delen van het kunstwerk passen overigens in elkaar, het is alleen wel even puzzelen op welke manier.
Verf
Dit kunstwerk kreeg augustus 2003 een nieuw likje verf.
In de raadscommissie-vergadering, die hier achter u in het gemeentehuis vergaderen, werd geopperd het kunstwerk, dat een tulp verbeeld, een fleurige kleurtje te geven.
Het is duidelijk dat dit niet zomaar kan. Het is niet: wie betaald, die bepaald, nee, het is de de kunstenaar die bepaalt !
Riskant
Het blijft een riskant groot gat midden in de stoep.
De gemeente heeft het goed opgelost door het kunstwerk in de avond fraai in het licht te zetten.
Here you see the artwork: Cubic Fosils
It is made by the artist Sjoerd Buisman (1992)
What does it represent
Starting point for this work is ‘the bud of a plant’.
A plant rises up from the street. In the ground you will find the fossil bud, the priméval shape back, as the opposit of the above-ground part.
A fossil is the naturally preserved remains or traces of animals or plants that lived in the past.
There are many fossils found here on the former Zuiderzee.
Both parts fit will together, it is only a matter of puzzling in which way.
Back in 2003, the city council, meeting behind you in the town hall, wanted to give the artwork a fresh coat of paint.
They thought the artwork looked like a tulip, so what about red.
But it is not: who pays, who decides, no, it is the artist who decides.
So no fancy colors.
It is a big risky hole in the middle of the sidewalk.
But they solved it verry well by lightning the artwork during the night in a beautifull way.