Jan de Baat. (1960)
Ook dit kunstwerk is gerealiseerd dankzij ‘de Percentageregeling beeldende kunst’.
Eén procent van de bouwkosten van een overheidsgebouw of school mocht besteed worden aan een kunstwerk. Voor kunstwerken bij scholen werden wel wat extra eisen gesteld. Zo moest er altijd een link zijn met de polder. (water, dijken, etc) Die regel is gestart in 1961 en heeft al meer dan 2500 kunstwerken opgeleverd.
Het is een betonnen sculptuur van Jan de Baat Het stond voor de vroegere huishoudschool.
Het springende paard, bij het Zuiderzee college, het vroegere Prof. ter Veen Lyceum is ook van Jan de Baat.
Het stelt een bloem voor die zich door de betonnen bak en grind boven de grond heeft weten te worstelen. Een overwinning.
De polder neemt nu de plaats in van de vroegere Zuiderzee. Maar de natuur in de vorm van deze bloem boort zich daar opnieuw doorheen.