Even voorstellen
Bant ligt op de kruising van de weg Emmeloord-Lemmer (die evenwijdig aan de A6 loopt) en de weg Creil-Luttelgeest (Oosterringweg). Het kleine bedrijventerrein, dat reeds bestond voor de realisatie van het dorp, ligt op enige afstand aan de Lemstervaart. Bant werd ontworpen, omdat in het grote gebied ten noorden van Emmeloord een woon- en verzorgingskern nodig was.
Bant is genoemd naar Bantega of Bant dat zich in Friesland bij De Lemmer bevond. De landerijen strekten zich uit tot in het huidige poldergebied.
![]() |
Luchtfoto Bant, 2007 |
Historie
Tijdsbeeld
![]() |
![]() |
![]() |
Kerken In de jaren vijftig zijn de verschillende levensbeschouwelijke zuilen herkenbaar; de drie kerken zijn elk op afzonderlijke ansichtkaarten in beeld gebracht. |
Wonen Propere woningen en aangeharkte voortuintjes tonen het pioniersbestaan in de polder. |
Het boerenbedrijf Ook Bant profileert zich als dorp in een agrarische omgeving. |
![]() |
![]() |
![]() |
Kerken In de beginjaren staan de nieuwe gebouwen in een nog kaal landschap, zoals bovenstaande foto van de gereformeerde kerk illustreert. |
Kerken Ook in latere jaren presenteert Bant zich als gelovig dorp. Wel verandert de functie van sommige kerken: de Bantsiliek is nu bijvoorbeeld een multifunctioneel centrum. |
Dorpsleven Opvallend is dat het beeld van Bant in de jaren zeventig en tachtig niet wezenlijk afwijkt van het beeld uit de jaren vijftig en zestig. Nog steeds is het een dorp van gezinnen, veelal in de agrarische sector werkzaam. |
Ontwerpgedachten
Bant ontstond op het moment dat de Directie van de Wieringermeer overstapte van een zeven-dorpen-plan naar een tien-dorpen-plan voor de Noordoostpolder. Luttelgeest werd opgesplitst in twee dorpen. Het ene deel schoof naar het Noorden en werd Bant. Het tweede deel hield de naam Luttelgeest en schoof zuidwaarts. Hierdoor bevonden de nieuwe en oude dorpen zich niet te dicht in elkaars nabijheid. Kuinre kon haar verzorgingsfunctie behouden. Bant werd gebouwd vanaf 1951. Architect Th. G. Verlaan van de bouwkundige afdeling van de Directie ontwierp de dorpsplattegrond voor maximaal 1.000 inwoners.
Verlaan ontwierp Bant op de scheiding van twee verkavelingsblokken in de polder. De richtingen van de verkaveling zijn terug te herkennen in de dorpsplattegrond en bepalen de richting van de infrastructuur. Hij legde het dorp ten noordoosten van het kruispunt van dorpenring en route naar Emmeloord. De dorpenring liep door een groen dorpsveld. Door Verlaan voorgesteld als ‘bloemrijk’ dorpsveld. Verlaan zag dit veld als een grote groene zijbrink van de dorpsbrink, het centrale plein. Met de groene mantel aan de westzijde van het dorpsveld en de dorpenring en het dorp met dorpsbrink aan de oostzijde werden veld en weg naar zijn idee onderdeel van het dorp. Bijkomend voordeel was dat het verkeer niet door het dorp liep.
Nu Bant aan de afslag van de A6 ligt en daarmee een belangrijke entree vormt naar de Noordoostpolder, blijkt dit laatste een verstandige keuze. De intensiteit van het verkeer maakt dat het dorpsveld minder functie voor het dorp heeft dan Verlaan had gehoopt. Hierbij speelt ook dat de dorpsbrink wordt afgesloten door twee in plaats van één gebouw. De oversteek naar de groene mantel vanaf de brink is minder aantrekkelijk dan oorspronkelijk bedacht. Het plan laat een opening in de groene mantel zien, een vizier naar de polder, dat niet tot uitvoering is gekomen.
Typisch Bant
Bant herken je aan haar lange dorpswand aan het groene dorpsveld. De Bantsiliek vormt de afronding aan de zuidzijde, de voormalige protestantse kerk beëindigt de dorpswand aan de noordflank. De dorpsbrink is bescheiden en relatief omsloten. De dorpsmantel van Bant ligt grotendeel los van het dorp, door de infrastructuur van het dorp gescheiden.
![]() |
![]() |
Bant, twee afbeeldingen van het ontwerp door architect Th. G. Verlaan, 1949. |
Ontwikkeling
In 1950 werd het ontwerp van Bant door de Directie van de Wieringermeer goedgekeurd. Een jaar later werd reeds met de bouw begonnen. In de afgelopen dertig jaar is Bant in omvang gegroeid. Het inwoneraantal is echter nagenoeg gelijk gebleven. Wellicht door de ligging aan de snelweg komt Bant meer in trek als woon-werk locatie. Bant groeit momenteel in oostelijke richting, naar de snelweg en het water toe. Aan deze zijde van de kern is de groene mantel van oudsher het minst stevig. Het aangezicht van het dorp aan de westkant is nog vrijwel intact. Ook het bedrijventerrein, dat losgekoppeld is van de kern, neemt in omvang toe.
![]() |
![]() |
1953 | 1974 |
![]() |
![]() |
1995 | 2006 |
Dorps-DNA
Identiteit
Landschap
![]() |
![]() |
![]() |
Langswegdorp Bant is een langswegdorp. De polderring (in groen aangegeven) gaat weliswaar door de groene mantel en langs de Bantsiliek, maar de ring doorkruist de dorpskern niet. |
Dorp volgt verkaveling Bant ligt op een scheidslijn van twee polderrichtingen. De hoofdvorm van het dorp volgt de richting van het kanaal (oost). De groene mantel aan de westkant volgt de andere richting. |
Groene mantel De groene mantel omsluit aan alle zijden het dorp. Aan de zuidwest-zijde is de groene mantel het stevigst (in verband met de wind). Het bedrijventerrein ligt los van het dorp aan het kanaal. Hier ontbreekt de groene mantel. |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Duidelijke dorpsgrens (1) De dorpsrand van Bant wordt bij de hoofdentree aan de westzijde door de groene mantel en een groene weide bepaald. |
Ieder dorp zijn eigen gezicht (2) Het gezicht van Bant wordt bepaald door de Bantsiliek en de rijtjes woningen aan het dorpsveld. |
Voorkanten aan het groen (3) De bebouwing aan de westzijde ligt aan het dorpsveld met de voorkanten naar het groen. |
Stedenbouw
![]() Vier entrees Bant heeft vier hoofdentrees tot het dorp. Alle doorsnijden de groene mantel.. |
![]() De kerken (rood omcirkeld) bevinden zich aan de brink en aan het dorpsveld. De scholen (geel omcirkeld) staan bij de kerken in de buurt. |
![]() Schuine lijn Men nadert het dorp via een schuine lijn. Dit versterkt de overgang tussen het open polderlandschap en de omsloten dorpen. |
![]() Net als veel andere polderdorpen heeft Bant een compacte kern, misschien wel de meest compacte kern van alle dorpen. De aaneengesloten bebouwingswanden en dichte hoeken versterken de compactheid van de dorpskern. |
De omsloten brink (1) Behalve Nagele heeft elk polderdorp een dorpsbrink. Een pleinachtige, vaak groen omsloten ruimte waaromheen de dorpsvoorzieningen een plek hebben. Een groter dorp, kreeg een grotere brink, hetgeen bijvoorbeeld de bescheiden brink van Bant verklaart.. |
![]() Voorzieningen aan de brink (2) Omdat in de Noordoostpolder elke brink anders is, terwijl de woonbebouwing veel gelijkenis vertoont, bepaalt de vorm van de brink, met de daaromheen liggende voorzieningen in grote mate de identiteit van een polderdorp. |
Architectuur
Bant: dieprood dorp
De bebouwing vormt de stedenbouwkundige ruimte en is hieraan sterk ondergeschikt. Bijzondere gebouwen (bijvoorbeeld de kerken) hebben een bijzondere plaats in het dorp. De entree naar de brink is zeer formeel en bijna symmetrisch. De bebouwing is terughoudend en traditioneel; de woningen zijn uitgevoerd in donkerrode baksteen en voorzien van oranjerode pannen. De kerken zijn traditioneel, maar rijker in materiaal en detail. Bant kent geen modernistische invloeden en is daarom een diep rood dorp.
Ruimtevormende wanden en autonome gebouwen
In geel worden de belangrijkste ruimtevormende wanden aangegeven. Deze wanden bestaan merendeels uit woningen en winkels en zijn uitgevoerd in een traditionele, aan het geheel ondergeschikte, architectuur. Rood omcirkeld zijn de autonome en voor de gemeenschap onderscheidende gebouwen.
(De dikte van de lijnen correspondeert met de mate waarin wand of gebouw de ruimte bepaalt in het dorp).
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Gereformeerde kerk (1) Deze kerk heeft een prominente plaatsing, zijdelings aan de zijbrink. De architectuur is sober en terughoudend. |
Rooms-katholieke kerk (2) De Rooms-katholieke kerk is zeer prominent geplaatst: zijdelings aan de groene zijbrink, die onderdeel is van de grotere groene ruimte. De kerk ligt beeldbepalend aan de entree van het dorp. Zij heeft een historiserende naar romaanse bouw neigende architectuur, een klassieke massaopbouw en de suggestie van zware muren en constructie. |
Hervormde kerk (3) Deze kerk heeft een secundaire plaatsing, zijdelings aan de hoofdbrink. De architectuur van de kerk is relatief eenvoudig. De detaillering en materialisering zijn sober van karakter. |
Scholen(4) De scholen zijn achterafgelegen en daarmee minder bepalend voor de openbare ruimte. De scholen kennen een vriendelijke, terughoudende architectuur, inmiddels enigszins aangetast door verbouw en uitbreiding. |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Horeca (5) & Sportgebouw (6)Prominent aan weerszijden van de dorpsentree bevinden zich twee ondergeschikte bouwwerken in een arme architectuur (5 en 6). | Het Midden (7) De centrale brink met voorzieningen wordt gevormd door een aantal, stroken bebouwing, bestaande uit twee gemetselde lagen met een kap, uitgevoerd in een rode steen en oranjerode pannen. Hier bevinden zich woningen en winkels. De bouwhoogte en de maat van de brink maken het tot een plezierige ruimte. |
Zuidakker (8) De aan de grote groene ruimte en de doorgaande weg gelegen woningen zijn inmiddels gesloopt. Ze waren uitgevoerd in een zeer sobere traditionele stijl. Belangrijk is de opbouw van twee gemetselde bouwlagen met een kap en de materialisering passend bij het dorp. De korrelgrootte van telkens vier aaneengeschakelde woningen past bij de maat van de groene ruimte. |