scheepswrakpaal

Scheepswrakpalen in Flevoland worden beter zichtbaar

en voorzien van QR-codes: ‘Het verhaal vertellen’

Bron: De Stentor

De markeringpalen op plekken in Flevoland waar scheepswrakken zijn gevonden worden vervangen. De provincie subsidieert het project dat Landschapsbeheer Flevoland leidt en ervoor moet zorgen dat de Zuiderzeegeschiedenis beter wordt verbeeld. ,,Je merkt dat veel mensen er de meerwaarde van inzien.”

De stichting Landschapsbeheer Flevoland gaat de tweehonderd palen die voornamelijk bij boeren langs de akkers staan om aan te geven dat op percelen vroeger een schip is vergaan vervangen. En waar mogelijk voorzien van een QR-code om zo per wraklocatie een verhaal over de specifieke gebeurtenis en de zinking te kunnen vertellen. ,,Wat is hier nu eigenlijk precies gebeurd?”

Voor de wind
Jeroen Reinhold is plaatsvervangend directeur en projectleider binnen de stichting en blij met de provinciale subsidie van pakweg 100.000 euro om het project ‘Scheepswrakpalen voor de Wind’ meer gestalte te geven. ,,De palen zijn er ooit neergezet met het idee ze een paar jaar te laten staan. En met de gedachte dat ze dan vanzelf een keer weg worden gehaald door de grondeigenaar. Maar je merkt dat veel mensen er de meerwaarde van inzien.”

Maar, constateert Reinhold ook, de meeste palen zijn aardig afgetakeld en door de natuur aangetast of verzakt. ,,Ze zien er niet meer uit”, omschrijft hij. ,,Het ontwerp van het scheepje bovenop de paal was ook gekozen met de insteek dat het na een paar jaar zou verdwijnen. Als we ze straks gaan vervangen kiezen we voor wat meer stevig materiaal. Ook willen we misschien nog wat extra palen plaatsen.”
Zuiderzee
De vroegere Zuiderzee speelde door de eeuwen heen een belangrijke rol in de economie van het land. Schepen voeren voor handel, visserij en transport af en aan, maar door verschillende diepten en onverwachts dichtgeslibde vaargeulen zonken er ook heel wat. Bovendien kon de wind flink aanwakkeren, wat het voor kapiteins soms moeilijk maakte letterlijk een veilige haven te bereiken.

Na de aanleg van de polders van Flevoland kwamen veel vergane schepen alsnog ‘boven water’, waarbij ondertussen meer dan vierhonderd wrakken zijn ontdekt en onderzocht. ,,Een boer ging ploegen en ploegde zo een deel van zo’n schip om”, geeft Reinhold aan. ,,Al die schepen zijn in kaart gebracht. Daarvan weten we best veel. Sommige liggen onder de grond, anderen zijn opgegraven. In de grond blijven ze het best geconserveerd.’’
Particulier terrein
De locaties van de wrakken zijn gemarkeerd in het landschap, waarbij de stichting nu ook denkt om met een aantal fiets- en wandelroutes de vindplaatsen met elkaar te verbinden. ,,Maar eerst willen we in gesprek met de grondeigenaren. De palen staan veelal op particulier terrein. Die eigenaren moeten natuurlijk wel willen meewerken, anders houdt het op.”

Stichting Landschapsbeheer Flevoland verwacht ergens in juni te kunnen beginnen met de wisselklus, na een vooronderzoek dat verplicht is wanneer in de grond wordt gegraven. ,,Daarnaast zijn we bezig met de ontwikkeling van een soort certificaat dat we zijdelings voor de betrokken scheepswrakken willen maken. Zo willen we het verhaal levend houden.”

Schepen vergaan langs de Palenweg bij Nagele
Langs de Palenweg bij Nagele staan meerdere scheepswrakmarkeringspalen. Toen de Zuiderzee er nog was verging daar onder meer een waterschip uit de zeventiende eeuw, maar ook een schip dat gebruikt werd voor de transport van vis. Zo werden in het wrak palingijzers en tonnetjes aangetroffen. Waarschijnlijk werd stokvis of klipvis vervoerd. Gedroogde vis wordt stokvis genoemd en is meestal gemaakt van kabeljauw, maar ook leng kwam voor. Om stokvis te maken wordt de vis ontdaan van kop en ingewanden en aan stokken te drogen gehangen, vandaar de naam. 
Bron: Batavialand   

Kunst met QR

De kunst op straat in Noordoostpolder is ook voorzien van een QR sticker.
Het is een trotse samenwerking van gemeente Noordoostpolder en deze website www.emmeloord.info  (Evert de Graaff)

Overigens niet voor die  ‘provinciale subsidie van pakweg 100.000 euro‘, maar Pro Deo.

Het geeft mij een goed gevoel dat als iemand iets wil weten over de kunst in Emmeloord of de Noordoostpolder in het algemeen,
ik hem daarbij van dienst heb kunnen zijn. Eigenlijk is dat het bestaansrecht van internet.

avro-lancaster-bomber-silhouette-f44545-md

Noordoostpolder breekt met stichting na ruzie over precieze locatie vliegtuigcrash

Bron: De Stentor

De discussie over de precieze locatie waar tijdens de Tweede Wereldoorlog een gevechtsvliegtuig en haar bemanning is neergestort, kost de stichting Ongeland uiteindelijk de kop. De gemeente Noordoostpolder kiest voortaan voor een andere historisch adviseur en een andere beheerder van herdenkingspalen. Tot opluchting van onderzoekers, tot woede van de stichting.

Een ruzie tussen de gemeente Noordoostpolder en stichting Ongeland is zo hoog opgelopen, dat eerstgenoemde de laatste aan de kant heeft geschoven als adviseur over de plaatsing en het onderhoud van zogenaamde crashpalen. Die worden ter herinnering neergezet op plekken in Flevoland waar tijdens de Tweede Wereldoorlog een vliegtuig neerstortte. Maar de onenigheid over de locatie waar vliegtuig JA702 uit de lucht werd geschoten en uiteindelijk terechtkwam is zo groot dat beide partijen afscheid van elkaar nemen.

Extern onderzoek
De gemoederen rondom de Lancaster liepen enkele jaren terug al flink op toen Teunis Schuurman, een onderzoeker uit Vollenhove, constateerde dat de neerstortplek zich niet aan de Oosterringweg bij Marknesse maar vijftien kilometer verderop langs de Zuidermiddenweg in Tollebeek zou bevinden. Na getouwtrek en publiekelijk gekissebis tussen Schuurman en stichting Ongeland besloot de gemeente tot een extern onderzoek. Stichting Canon de Noordoostpolder zocht het uit en constateerde: het vliegtuig is neergestort in Tollebeek.

De crashpaal voor JA702 kwam eerder aan de Oosterringweg terecht omdat daar in 1973 wrakstukken werden aangetroffen die – naar nu blijkt ten onrechte – werden toegeschreven aan dit toestel. Bij het aanvullend onderzoek werd een verslag gevonden van een ontmoeting met twee overlevenden van de crash en een politierapport over de vondst van het wrak op 7 februari 1944. Dat gecombineerd met gegevens uit het grafregister maakt volgens Canon duidelijk dat de crash plaatsvond op kavel H33 aan de Zuidermiddenweg.

Brokstukken
Koren op de molen van Schuurman, waarna de stichting Ongeland schoorvoetend erkende dat de bemanning weliswaar in Tollebeek ter aarde kwam, maar toch zeker ook in Marknesse brokstukken van het betreffende vliegtuig waren gevonden. De gemeente Noordoostpolder trok echter haar conclusies en stelde voor de bij Marknesse staande crashpaal te verplaatsen naar Tollebeek. Ongeland stemde daar op haar beurt weer mee in, mits de tekst op de bebording bij de nieuwe plek zou verwijzen naar de oorspronkelijk bedachte locatie.

Dat ziet Noordoostpolder echter niet zitten en ook gezien de voorgeschiedenis kiest de gemeente nu voor een andere adviseur. Die is weer gevonden in de stichting Canon de Noordoostpolder, die het eerdere onderzoek naar vliegtuig JA702 verrichtte. Alles bij elkaar noemt wethouder Wiemer Haagsma ‘het vervelend dat onenigheid is ontstaan die niet kan worden opgelost’. ,,Over crashpalen hebben wij als gemeente inhoudelijk onvoldoende kennis. Maar we zijn er van overtuigd dat die bij Canon de Noordoostpolder in goede handen is.”

Astrid Doppert

Stichting Ongeland: ‘Hetze’

Astrid Doppert is voorzitter van stichting Ongeland en doet geen moeite haar woede over de gang van zaken te verbergen. Ze wil in het bijzonder onderzoeker Teunis Schuurman ‘bedanken’, die volgens haar met een hetze tegen de stichting bezig is. ,,We wilden hem een kaartje sturen. ‘Gefeliciteerd, het is je na tien jaar eindelijk gelukt’. Overal waar wij zijn opgedoken werden we voor onbetrouwbaar uitgemaakt. Alles aan ons was fout.”

Ze begrijpt de ‘maatregel’ van de gemeente Noordoostpolder niet. ,,Wij willen verwijzen naar de oude locatie, omdat daar wel degelijk wat is voorgevallen. Er zijn daar stukken van het toestel aangetroffen. Bekleding van een bakboordmotor. Daarmee maken we ons verhaal compleet.” En anders maar niet, zegt Doppert. ,,Deze plek hebben we op onze website staan, het wordt beschreven in een boek. Daar staan we achter.”

Teunis Schuurman

Onderzoeker: ‘Gevaar voor de geschiedschrijving’

Teunis Schuurman uit Vollenhove is gefascineerd door de geschiedenis achter de neergestorte vliegtuigen in onder meer Noordoostpolder. Hij heeft naar eigen zeggen 55.000 uur gestoken in verdieping en wordt mede daardoor gezien als luis in de pels. ,,De stichting Ongeland doet voorkomen alsof ze alles weet, maar ze weet helemaal niks”, zegt hij. ,,Vliegtuigen zijn kilometers verderop neergekomen, maar er zijn wel palen neergezet.”

Volgens Schuurman, die erkent dat hij in het geval van de Lancaster JA702 ook altijd van Marknesse uitging, tot hij in 2018 op andere informatie stuitte, herstelt de stichting maar mondjesmaat haar eigen fouten. ,,Dan wordt in een nieuwsbrief kort gemeld dat ze ergens door derden op zijn gewezen. Punt. Allemaal heel onzorgvuldig.” Deze stichting is een gevaar voor de geschiedschrijving, omschrijf hij. ,,De gemeente had al veel eerder moeten ingrijpen.”

Stichting Ongeland beschuldigt NOP van onbehoorlijk bestuur

Omroep Flevoland • Maandag 7 maart 2022

De Stichting Ongeland, de initiatiefnemer van de markeringspalen voor neergestorte militaire toestellen uit de Tweede Wereldoorlog, beschuldigt de gemeente Noordoostpolder van onbehoorlijk bestuur. Die verbrak de samenwerking met Ongeland en droeg het beheer van de palen over aan stichting Canon de Noordoostpolder.

Aanleiding voor het besluit van de gemeente was onenigheid over een informatiebord bij de crashpaal voor het Lancaster-vliegtuig JA702. Die paal moest worden verplaatst omdat uit onderzoek van onder meer Canon de Noordoostpolder bleek dat hij op de verkeerde plek stond. Ongeland had hem neergezet op de Oosterringweg bij Marknesse, maar de juiste crashplek was de Zuidermiddenweg bij Tollebeek. Ongeland wilde op de nieuwe tekst bij de paal toch de Oosterringweg blijven noemen. De gemeente wilde dat niet en verbrak de samenwerking.

Ongeland noemt dat besluit nu buitenproportioneel en zegt dat er geen hoor en wederhoor is geweest. Nu het beheer van de palen bij een andere organisatie ligt, ziet het bestuur geen andere mogelijkheid dan de Stichting Ongeland op te heffen.