Dit monument, geplaatst bij de entree van de nieuwe Zeeheldenwijk op Urk, herinnert aan de bemanning van de ED-333, een vliegtuig dat in de Tweede Wereldoorlog neerstortte in een kale akker achter de nieuwe woonwijk.
Vier Canadezen en drie Engelsen kwamen om bij de crash in 1942. Jonge mannen, gezagvoerder Samuel McBurney was pas 21 jaar oud. “Dit waren helden”, vindt Freek Brouwer. De nieuwe Zeeheldenwijk is daarom volgens de wethouder een passende locatie voor het monument. “Zij gaven hun leven voor onze vrijheid.”
Het monument symboliseert niet alleen het verhaal van moed en opoffering maar ook de 80 jaar vrijheid die in 2025 gevierd is. Het plan voor het monument ontstond tegelijkertijd met een motie van de gemeenteraad om straatnamen in de Zeeheldenwijk te vernoemen naar de bemanning.
Het monument is een ontwerp van Fokke de Vries en is gemaakt door VCU Urk. Op een boekrol, die verwijst naar het Bijbelboek Openbaringen, staan de zeven namen van de bemanningsleden. Daarboven ‘zweeft’ een model van de Lancaster. “Dat hebben we heel precies gemaakt”, legt Klaas Romkes van VCU uit. “Het is echt het type vliegtuig dat destijds veel over de polder vloog, met mooie details als de propellers en de cockpit.”
publicatie: Omroep Flevoland
Kunstwerk
Het kunstwerk op de rotonde is ontworpen door Fokke de Vries. Het is een deels geopende boekrol van cortenstaal met het embleem en motto van het 97ste Squadron RAF:
‘Achieve your aim’ (Bereik uw doel).
De namen van de omgekomen bemanningsleden staan op zeven zegels die iets losraken van de rol.
Hierdoor wordt de rol ontsloten – een verwijzing naar het bijbelboek Openbaringen – en is een V-teken te zien: victorie. Boven de boekrol zweeft een model van de Lancaster bommenwerper. Een eerbetoon aan deze zeven helden van de luchtoorlog, die alles op alles zetten voor een hoger doel.
Monument
In 2025 herdenken we dat de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden ten einde kwam. Deze zeven jonge mannen, tussen 19 en 29 jaar oud, waagden hun leven ver van huis om te vechten voor de bevrijding van bezet Europa. Dit monument herinnert ons eraan dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Het geluid van de vliegtuigmotoren, de gillende kogels en de plotselinge klap zullen van ver te horen zijn geweest. Op 17 december 1942 werd de Lancaster bommenwerper ED333 tijdens de donkere avond uit de lucht geschoten door een Duitse Messerschmitt, een zogenaamde nachtjager. Dat was hier, boven deze wijk.
Brandende duikvlucht
De 21-jarige piloot Samuel Lorne McBurney kon zijn Lancaster-vliegtuig en de bemanning niet meer redden. Het toestel kwam in een duikvlucht terecht en stortte brandend neer in de moerassige nieuwe Noordoostpolder, waar nu de Karel Doormanweg 56 is. Bij de crash kwamen zeven jonge mannen om het leven.
Spoorlijn bombarderen
Eerder die dag waren de mannen om 17.22u opgestegen vanaf de RAF-vliegbasis in Lincolnshire (UK). Ze waren onderdeel van het 97ste eskader van de Engelse luchtmacht en hun missie die avond was om een deel van de spoorlijn Hannover-Bremen te bombarderen. De kans dat ze deze
vlucht of een volgende niet zouden overleven was hoog, dat wisten de mannen van het vliegeskader.
Avro Lancaster ED333
De Lancaster bommenwerper ED333 was spiksplinternieuw: het had nog maar 7 vlieguren gemaakt. Het type vliegtuig was sinds 1942 in gebruik en had een spanwijdte van 31 meter en een lengte van 21 meter. Maar liefst 6,4 ton aan bommen konden ze vervoeren. Dat maakte het toestel een van de belangrijkste bommenwerpers van de RAF, maar ook relatief zwaar, en minder snel.
Nachtjagers
Op hun beurt deden de Duitse bezetters er alles aan om geallieerde bommenwerpers te onderscheppen. Voor dat doel hadden ze nachtjagers: speciaal opgeleide piloten die in lichtere en snellere vliegtuigen (zoals de Messerschmitt) in het donker opstegen om bommenwerpers uit de lucht te schieten. Om de vliegtuigen te kunnen vinden hadden ze radarsystemen opgezet rond de Noordzee en het IJsselmeer. Een van deze nachtjagers was de 24-jarige Helmut Lent. Hij
haalde die avond nog een bommenwerper neer, maar 15 minuten voordat hij de ED333 uit de lucht schoot.
Urk als herkenningspunt
Vanuit de lucht was Urk goed te herkennen. Het lag tussen de twee pas aangelegde dijken van de Noordoostpolder. De polder werd drooggemalen, maar er lag nog wel een laag spiegelend water op de modderige grond. Daarom werd het voormalige eiland een oriëntatiepunt voor de geallieerde piloten én voor de Duitse nachtjagers.
Boven de huidige polder en Urk zijn in totaal 25 locaties waar vliegtuigen zijn gecrasht of noodlandingen hebben gemaakt.
Begraven in Amsterdam
De Lancaster crashte met de neus diep in de modder. Zo diep dat het moeilijk werd om het vliegtuig en de verongelukte mannen terug te vinden. Vier van hen werden in de dagen erna gevonden en op Urk aan de wal gebracht: de Canadese Thorneycroft en de Engelsen Izatt, Kelleher en Bull. De andere drie Canadezen werden toen niet gevonden. De Duitse bezetter wilde niet dat de mannen op Urk begraven werden, want daar kwamen veelal te veel mensen op af. Daarom werden de lichamen naar Amsterdam gebracht, waar ze rusten op begraafplaats De Nieuwe Ooster.
Jaren later gevonden
In 1946 lag de polder helemaal droog en waren grondwerkers hard aan het werk met de inrichting, toen ze de stoffelijke resten van twee mensen vonden. Omdat er meer vliegtuigen neergestort waren, was het lastig om te weten wie deze twee vliegeniers waren. Ze werden eerst als onbekend op Urk begraven. Totdat in 1948 sloten gegraven werden en de grondwerkers op 31 maart het vliegtuigwrak en spullen vonden. Dat maakte identificatie mogelijk.
Vergane kledingstukken
Uit het gemeentearchief van de Noordoostpolder: ‘Het wrak ligt in sectie E kavel 14 ( … ) en is voor het grootste gedeelte, althans de romp en motoren, in de grond geslagen, terwijl daar omheen meerdere wrakstukken verspreid liggen. Bij het graven van deze wegsloot zijn voor het grootste gedeelte vergane kledingstukken als een overall en een trui het ingeslagen gat met
water terechtgekomen, waarin verschillende papieren werden geborgen.’
Piloot McBurney
De onbekende mannen bleken Mattoon en Trudell. Pas op 22 juli 1948 werden stoffelijke resten van McBurney gevonden. Een arbeider bracht deze naar het politiebureau in Emmeloord. Een jaar later, in augustus 1949, was het onderzoek en de berging van het wrak klaar. Ze hadden onder meer fosforbommen, mitrailleurmunitie en meer stoffelijke resten opgegraven. De Canadese Trudell, Mattoon en McBurney kregen in april 1949 een gezamenlijk graf in Oud-Leusden.
Bommenonderzoek Zeeheldenwijk
De bemanning van de Lancaster wierp waarschijnlijk tijdens de duikvlucht nog munitie en bommen af, als noodworp. Eerder werden bommen gevonden op verschillende kavels in de buurt. De gemeente Urk moest daarom voor het bouwrijp maken van de Zeeheldenwijk goed onderzoeken of er gevaar was. Er werden geen explosieven gevonden, maar zo kwam het verhaal van de Lancaster wel opnieuw in het vizier.