Canon van
Flevoland
d-tocht
Waar staat de letter d toch voor in Zuider-d-tocht en andere d-tochten?
Namen als Zuider-d-tocht, Stern-d-tocht en Klokbeker-d-tocht kom je overal in de provincie tegen. Maar wat doet die d eigenlijk in die namen?
In Flevoland ligt zo’n 180 kilometer aan d-tochten. Ze maken allemaal deel uit van het watersysteem. Hydroloog Rudolf Versteeg van Waterschap Zuiderzeeland legt uit waar die letter vandaan komt: de d staat voor ‘droog’. Toen de polder werd aangelegd, zijn deze tochten gegraven in droge grond. Ze stonden dus letterlijk droog en hebben van zichzelf geen vaste waterdiepte. Pas als het regent of als er water moet worden afgevoerd, komt er water in te staan.
Water afvoeren
En dat is precies hun functie. Water dat door regen of kwel op het boerenland terechtkomt, stroomt eerst naar de sloten langs de kavels. Die sloten komen uit op de d-tochten. Vervolgens gaat het water door naar de ‘gewone’ tochten, die wél een vaste diepte hebben van minstens een meter. Hoe verder het water stroomt, hoe breder de watergang wordt, totdat het uitkomt in de grote vaarten. Van daaruit wordt het water weggepompt door de gemalen.
Elke watergang heeft dus zijn eigen rol in het systeem.
Uniek voor Flevoland
Volgens Versteeg is het gebruik van de letter d in de naamgeving echt typisch Flevolands. Nergens anders in Nederland worden droge tochten zo genoemd. Het watersysteem zelf is trouwens niet uniek — dat vind je overal in het land — maar deze manier van benoemen wel.

